In elke nier zitten ongeveer een miljoen nierfilters (nefronen). Die zuiveren het bloed. De nierfilters laten water en afvalstoffen door. Die komen zo in de urine terecht.
Normaal gesproken komen eiwitten niet in de urine terecht. Ze blijven in het bloed. Maar als de nierfilters beschadigd raken, lekken er soms wel eiwitten doorheen. Zo verliest het lichaam belangrijke eiwitten. Dit is het geval bij het nefrotisch syndroom. Je kind verliest dan meer dan 3,5 gram eiwit per dag.
Een syndroom is een combinatie van bepaalde klachten en verschijnselen. Samen vormen ze een ziektebeeld. Bij het nefrotisch syndroom zijn er altijd eiwitten in de urine en te weinig eiwitten in het bloed. Ook ontstaat altijd vochtophoping.
Welke klachten er precies zijn en hoe ernstig die zijn, verschilt per kind. Bij de meeste kinderen slaat de behandeling goed aan en verdwijnen de klachten. Wel kunnen ze na een tijdje weer terugkomen. Bij de meeste kinderen verdwijnen de klachten helemaal als ze volwassen worden.
Het nefrotisch syndroom is zeldzaam. Het komt voor bij 1 van de 6.000 kinderen in Nederland. En 2 keer zo veel bij jongens als bij meisjes.