Voor kinderen kan een mononier wel gevolgen hebben. Bij kinderen gaat de mononier namelijk veel harder werken. De nier kan dan overbelast raken en daardoor minder goed gaan werken. Volwassenen die een nier afstaan of kwijtraken, hebben hier meestal weinig last van.
Kinderen met een mononier komen regelmatig op controle bij een arts. Meestal is dit 1 keer per jaar. Als het nodig is, gebeurt het vaker. Tijdens de controle wordt de bloeddruk gecontroleerd en wordt de plas nagekeken op eiwitten. Als er meer onderzoek nodig is, verwijst de arts door naar een kindernefroloog. Dat is een kinderarts die gespecialiseerd is in nierziekten.
In de puberteit groeien kinderen hard. Dat is een lastige tijd voor de mononier. Soms kan de nier de groei niet bijhouden. Daardoor kan er in de puberteit nierschade ontstaan. Daarom gaan oudere kinderen met een mononier meestal op controle bij een kinderarts of kindernefroloog. Na de puberteit kan de huisarts de controles overnemen. Als de nier na de puberteit nog goed werkt, zijn daarna minder vaak controles nodig, bijvoorbeeld elke 2-3 jaar.