Selecteer de tekst die je wilt vertalen en kies 'Vertalen'. Kies vervolgens de gewenste taal. Je kunt de vertaalde tekst beluisteren of lezen.

Hydronefrose bij baby's

Laatste update, 15 juli 2025

Soms is op de 20-weken echo te zien dat het ongeboren kind een vergrote nier heeft. Dan zit er te veel urine in de nier. Het kan ook zijn dat er urine vanuit de blaas terugstroomt naar de urineleider of nier. Door de urine wordt het nierbekken groter. Je ongeboren kindje heeft dan hydronefrose. Meestal gaat het vanzelf weer over.

In het kort

  • Als je 20 weken zwanger bent, wordt er een echo gemaakt.
  • Soms is op de echo te zien dat het ongeboren kind een vergrote nier heeft.
  • De medische term hiervoor is antenatale hydronefrose. Het heet ook wel ‘vergrote nier’ of ‘verwijd nierbekken’.
  • Meestal gaat antenatale hydronefrose vanzelf weer over.
  • In sommige gevallen is er behandeling met antibiotica of een operatie nodig.

Antenatale hydronefrose

Hydronefrose bij een ongeboren baby heet antenale hydronefrose. Antenatale betekent: voor de geboorte. Het is een van de meest voorkomende afwijkingen bij ongeboren kinderen. Het komt voor bij 1 tot 2 van de 100 baby’s. In Nederland wordt het bij zo’n 200 tot 250 kinderen per jaar ontdekt.

Bij de meeste kinderen verdwijnt de hydronefrose vanzelf. Vaak nog tijdens de zwangerschap of kort na de geboorte. Dan is er niets aan de hand.

Soms is de hydronefrose wel ernstig. Er kan schade aan de nieren ontstaan. Ook kan er iets mis zijn met de blaas of urineleider. Daarom wordt de 20 weken-echo heel goed bekeken hoe groot de nier is en of er andere afwijkingen zijn. Loopt jouw kindje misschien een risico? Dan komt er een vervolgonderzoek.

Binnenkant van de nier
Binnenkant van de nier

Oorzaken van hydronefrose

Hydronefrose kan verschillende oorzaken hebben. Bij kinderen kan hydronefrose ontstaan als de urinewegen een afwijkende vorm hebben. Bijvoorbeeld bij:

  • UPJ-stenose (ook wel: overgangstenose)
    Bij ureter-pyelum junctie stenose (UPJ-stenose) zit er een vernauwing in de overgang tussen het nierbekken en de urineleider. Deze oorzaak komt het vaakst voor bij kinderen. Het kan aan 1 kant voorkomen, maar ook aan beide kanten.
  • vesico-ureterale reflux
    Vesico-ureterale reflux betekent dat de urine terugstroomt van de blaas naar de nieren. Dit komt meestal doordat de urineleider niet goed aansluit op de blaas. Hierbij is niet alleen het nierbekken maak ook de urineleider uitgezet.
  • urethrakleppen
    Bij urethrakleppen zit er een vernauwing in de plasbuis. Deze aangeboren afwijking komt alleen bij jongens voor.

Deze ziektes zijn zeldzaam. Hydronefrose bij kinderen kan nog andere oorzaken hebben. Ook dan gaat het om zeldzame ziektes.

Ligging van de nieren en urinewegen in het lichaam bij de man.
Ligging van de nieren en urinewegen in het lichaam bij de man.

Onderzoek naar hydronefrose bij ongeboren kind

Is op de 20 weken-echo te zien dat je kindje een vergrote nier heeft? Dan is soms nog verder onderzoek nodig. Dit gebeurt alleen als het nierbekken erg uitgezet is. Je krijgt dan een verwijzing naar een centrum voor prenatale diagnostiek.

vervolgonderzoek tijdens de zwangerschap

Bij antenatale hydronefrose is soms vervolgonderzoek nodig. Na de 20 weken-echo hoor je of dat ook bij jouw ongeboren kindje zo is. Er wordt vooral gekeken naar de grootte van het nierbekken. Soms is vervolgonderzoek nodig.

  • geen vervolgonderzoek nodig

Is het nierbekken kleiner dan 7 millimeter? En zijn er geen andere afwijkingen te zien aan de nieren of urinewegen? Dan is vervolgonderzoek niet nodig. De hydronefrose is niet zo ernstig. Er is weinig kans op nierschade.

  • eerst een 32 weken-echo

Is het nierbekken tussen de 7 en 10 millimeter groot? Dan krijg je nog een echo in de 32e week van de zwangerschap. Als het nierbekken dan 10 millimeter of groter is, krijg je een verwijzing naar een centrum voor prenatale diagnostiek.

  • verwijzing naar een centrum voor prenatale diagnostiek

Is het nierbekken 10 millimeter of groter? Dan krijg je een verwijzing naar een centrum voor prenatale diagnostiek. Dit gebeurt ook als de verloskundige andere afwijkingen aan de nieren of de urinewegen ziet. Het maakt dan niet uit hoe groot de uitzetting is.

In het centrum voor prenatale diagnostiek wordt een uitgebreide echo gemaakt. Op deze echo zijn de organen van het ongeboren kindje beter te zien. Hierdoor ontstaat meer duidelijkheid over de oorzaak van de hydronefrose.

Je beslist zelf of je een echo wilt laten maken. Dat geldt voor de 20 weken-echo en ook voor de specialistische echo. Uit het onderzoek blijkt misschien dat je ongeboren kind een lichamelijke afwijking heeft. Denk er van tevoren over na of je dat wel wilt weten.

uitslag van uitgebreide echo

Een gynaecoloog bespreekt met jou de uitslag van de echo. Hij legt uit wat er met jouw kindje is, en wat dit voor jouw kindje en jou betekent. In heel ernstige situaties krijg je misschien het advies om de zwangerschap af te breken. Bijvoorbeeld als de baby zo weinig plast dat er een tekort aan vruchtwater ontstaat. Maar dit is zeldzaam. Meestal kun je gewoon afwachten. Het onderzoek gaat dan verder na de geboorte.

De gynaecoloog bespreekt ook hoe jij wordt begeleid tijdens en na je zwangerschap. Misschien brengt hij jou al in contact met een neonatoloog, kinderarts, kindernefroloog of kinderuroloog. Die kan alvast bepalen welke zorg jouw kindje na de bevalling nodig heeft.

De bevalling

Meestal hoef je niet in het ziekenhuis te bevallen. Soms is dat wel aan te raden. Bijvoorbeeld als jouw kindje vlak na de geboorte moet worden onderzocht of geopereerd. Maar dat komt weinig voor.

Na de geboorte

Heb jij tijdens de zwangerschap extra onderzoek gehad omdat jouw kindje een vergrote nier had? Dan krijgt de baby een echo. Dit gebeurt een paar dagen of weken na de geboorte. De echo laat zien of jouw kindje nog steeds hydronefrose heeft.

Bij ongeveer de helft van de kinderen is de hydronefrose verdwenen. Als het nierbekken maar een klein beetje verwijd is, gaat dit meestal ook vanzelf over. Maar is het nierbekken nog steeds verwijd, en is het nierbekken 10 millimeter of groter? Dan heeft jouw kindje postnatale hydronefrose. Postnataal betekent: na de geboorte. Je arts bespreekt de verdere aanpak met jou.

Onderzoeken bij postnatale hydronefrose

Bij baby’s met hydronefrose zijn soms nog andere onderzoeken nodig. Bijvoorbeeld om meer duidelijkheid te krijgen over de oorzaak, of om na te gaan of een operatie of een behandeling met medicijnen nodig is.

mogelijke onderzoeken

Een medisch onderzoek kan belastend zijn voor jouw kindje en jou. Daarom gebeurt het niet zomaar. De arts bekijkt hoe erg het nierbekken verwijd is, en of er andere lichamelijke afwijkingen zijn. De arts zal altijd met jou overleggen over de voor- en nadelen van het onderzoek.  

Mogelijke onderzoeken zijn:

  • mictie-cysto-urethrogram (MCUG)

Je kindje krijgt een klein plastic slangetje (katheter) in de blaas. Via dit slangetje wordt een vloeistof in de blaas gespoten. De vloeistof is te zien op een röntgenfoto: tijdens het plassen is te zien hoe de urine stroomt.

  • renogram (ook wel: renografie of MAG-3)

Je kindje krijgt via een infuus een klein beetje radioactieve stof ingespoten. Via een camera is te zien hoe de stof door de nieren en urinewegen beweegt, en via de blaas het lichaam weer verlaat. Dit onderzoek laat zien waar een vernauwing of verstopping zit, en hoe de nier werkt. Dit helpt om te bepalen of er een operatie nodig is. Een renogram wordt meestal pas gemaakt als de uitzetting van het nierbekken groter dan 20 millimeter is. Soms ook als de uitzetting kleiner is, maar er andere afwijkingen te zien zijn.

Behandeling van hydronefrose

Na de echo en het eventuele andere onderzoek bespreekt je arts met jou wat de beste aanpak is. Er zijn grote verschillen per kind. Behandeling is vaak:

  • afwachten
  • antibiotica
  • operatie

Bij de meeste kinderen wordt afgewacht hoe het verder gaat. Vaak verdwijnt de hydronefrose vanzelf. Je komt misschien wel een aantal keer op controle.. En het is belangrijk om te letten op blaasontsteking of nierbekkenontsteking. Kinderen met hydronefrose hebben hier meer risico op. Schakel direct hulp in als jouw kindje zo’n ontsteking heeft. De arts legt uit hoe jij een infectie kunt herkennen. Vaak moet een kind dan veel huilen. Het kan ook zijn dat jouw kindje koorts krijgt en moet overgeven.

Sommige kinderen krijgen direct na de geboorte antibiotica. Dit zorgt dat er geen blaasontsteking of nierbekkenontsteking ontstaat. Antibiotica heeft ook nadelen. Daarom schrijft de arts het meestal alleen voor als er ook andere problemen zijn. Bijvoorbeeld als er urine vanuit de blaas terugstroomt naar de nier.

Soms is een operatie nodig. De operatie is bedoeld om de vernauwing of verstopping op te heffen. De urine kan dan weer beter doorstromen. Daardoor is er minder risico op schade aan de nieren.

Gevolgen van hydronefrose

Het is begrijpelijk dat jij je zorgen maakt als jouw ongeboren kindje een vergrote nier heeft. Maar bij meeste kinderen is er geen risico op schade aan de nieren. Na de geboorte is de hydronefrose meestal verdwenen.

Blijkt uit het onderzoek dat er toch iets ernstigs aan de hand is? Dan is het in ieder geval tijdig ontdekt. Je kindje krijgt meteen goede zorg. Soms voorkomt dit een ernstige nieraandoening.

Vraag de arts steeds om goede uitleg. En laat weten welke begeleiding jij nodig hebt. De arts is er ook voor jou, en kan extra hulp voor jou inschakelen als dat nodig is.

Op deze pagina vind je informatie over wat het betekent als een kind moet opgroeien met nierproblemen. Via onze community kun je ook in contact komen met ouders die in dezelfde situatie zitten.

Onze deskundigen dragen bij aan betrouwbare informatie.

Antonia Bouts, kinderarts-nefroloog

Rám Sukhai, kinderarts

Kennisgroep Zeldzame Nierziekten,

Waarom werken we samen met deskundigen?