Voeding, dieet & je nieren

Voor de meeste nierpatiënten is het voldoende om 'gewoon' gezond te eten. Met gezond eten krijg je alle voedingsstoffen binnen die je nodig hebt. Daardoor voel je je fitter en blijf je zo lang mogelijk in een goede conditie. Ook heeft de medische behandeling meer effect. Vanwege de nierproblemen is het belangrijk dat je de adviezen voor gezonde voeding heel precies opvolgt.

Het is vooral belangrijk dat je niet te veel zout binnenkrijgt. Te veel zout is niet goed voor het lichaam. Vooral niet voor je nieren. Het algemene advies is om maximaal 6 gram zout per dag te eten. Dat advies geldt voor alle Nederlanders. Ook voor nierpatiënten.  

In het begin kost het misschien moeite om minder zout te eten. Maar de meeste mensen raken er snel aan gewend.

Bij ernstige nierschade heb je vaak een speciaal dieet nodig. Je krijgt dan een persoonlijk voedingsadvies van een diëtist. Die geeft aan op welke voedingsstoffen je moet letten, en hoe je je voeding kunt aanpassen. Het advies is onder meer afhankelijk van hoe ernstig de nierschade is en de verdere behandeling. Meestal moet je letten op:

• zout
• eiwit
• kalium
• fosfaat
• vocht

Bij de vertering van eiwit ontstaan afvalstoffen. Bij ernstige nierschade hopen die op in het bloed. Je hebt dan een dieet met minder eiwitten nodig. Dan volg je een eiwitbeperkt dieet. Tijdens dialyse is juist extra eiwit nodig. Het is dus belangrijk om een goede balans te vinden. Een diëtist helpt je hierbij.

Voeding met veel kalium is gezond. Maar bij nierschade blijft er soms te veel kalium achter in het bloed. Dit kan klachten veroorzaken. Dan krijg je het advies om minder kalium te gebruiken.

Bij nierschade blijft er soms te veel fosfaat achter in het bloed. Daardoor kunnen allerlei klachten ontstaan. Je krijgt dan het advies om minder fosfaat te gebruiken. 

Het is belangrijk dat je voldoende drinkt: 1,5 tot 2 liter per dag. Bij ernstige nierschade of dialyse krijg je misschien een ander advies.