Jonge Helden Training: Vervelende vragen

Vragen over een nierziekte en de gevolgen daarvan kunnen voor kinderen best lastig zijn. Het zijn vaak onderwerpen die ze al vaak hebben moeten uitleggen. Sommige vragen kunnen kinderen onzeker maken. En soms is een vraag of opmerking gewoon onaardig. Dit is natuurlijk pijnlijk om te zien en het liefst bescherm je je kind hiertegen. Maar het is belangrijk dat je kind ook zelf leert omgaan met dit soort situaties.

Ga met je kind in gesprek over de (vervelende) vragen die hij of zij krijgt en bedenk samen hoe je hierop kan reageren. Misschien lijkt het lastig om over zo'n onderwerp in gesprek te gaan of praat je kind er niet graag over. Toch is het belangrijk met je kind te praten als je merkt dat je kind ergens mee zit. Zo leert je kind dat het fijn kan zijn om over iets te praten wat hij of zij vervelend vindt en ook dat ze daarvoor altijd bij hun ouders terecht kunnen. Deze training kan hier een goede gespreksstarter voor zijn.

In deze module leert je kind om een passend antwoord te verzinnen voor een (vervelende) vraag. Je kind leert verschillende antwoordmanieren te ontwikkelen en deze afhankelijk van de situatie in te zetten. Door van tevoren na te denken over de mogelijke vragen die je kunt krijgen, bereidt je kind zich voor op een lastige situatie. Hierdoor krijg jij als ouder bovendien meer zicht op wat er in de klas gebeurt.

Je zou deze training kunnen herhalen op momenten dat er iets aan de situatie van je kind verandert, bijvoorbeeld de bijwerkingen van nieuwe medicatie. Zo zou je van tevoren kunnen bespreken hoe je kind met vragen hierover om kan gaan.

Deze training is voor jongere kinderen bedoeld. Doorloop de training samen met je kind. Lees de teksten rustig en help je kind om de vragen te beantwoorden. Praat er met je kind over in welke situatie welke vragenvreter het best kan helpen. Bespreek bijvoorbeeld wie er wel extra uitleg nodig heeft, zoals een juf of meester, en wat je dan zou kunnen zeggen als hij of zij vraagt hoe het in het ziekenhuis was. Je kunt uitleggen dat niet iedereen een uitgebreid antwoord nodig heeft, zoals een plaagkop bijvoorbeeld. Bespreek ook met je kind wat hij of zij dan zou kunnen zeggen, zodat je kind er sneller vanaf is. Je kunt ook samen nadenken wat voor soort grapje je zou kunnen maken als iemand weer eens een stomme vraag over bijvoorbeeld het uiterlijk van je kind uiterlijk stelt. Op het laatste blad van de training kan je kind een aantal vragen opschrijven of tekenen en een lijn trekken naar de vragenvreter(s) die hem of haar het beste kunnen helpen om de vraag te beantwoorden.

Training B is geschikt voor oudere kinderen. In deze training leert je kind dat je op verschillende manieren antwoorden kunt geven op vervelende vragen. Je speelt samen een spel waarin je verschillende antwoordmanieren gaat oefenen. Je kunt je kind helpen door mee na te denken over wat voor soort antwoord hij of zij zou kunnen geven in bepaalde situaties. Ook kun je je kind helpen om een antwoord te kiezen dat bij hem of haar past. Welke antwoordmanier het beste past, hangt af van de vragensteller en wat je kind zelf van de vraag vindt. ]

Mocht je het spel vaker willen spelen, dan kan je de speelkaarten vaker printen. Ook zou je kunnen variëren door alle familieleden een vraag op te laten schrijven die ze vaak wordt gesteld. Zo helpen jullie elkaar om goede antwoorden te verzinnen, want iedereen krijgt wel eens een vraag die je al heel vaak beantwoord hebt.