Tom Oostrom, directeur Nierstichting, over de Neokidney

'Dit project is bepalend geweest voor onze organisatie'. Tom Oostrom vertelt over de stand van zaken en de ontwikkeling van de draagbare kunstnier, de Neokidney.
Willem Kolff bij eerste dialysemachine

Professor Willem Kolff maakte Nederland tot de geboortegrond van de dialyse toen hij in 1943 de eerste, werkende kunstnier demonstreerde in het ziekenhuis van Kampen. Sindsdien is zijn techniek om het bloed te zuiveren in essentie nauwelijks veranderd. Totdat de Nierstichting zo'n 15 jaar geleden het initiatief nam voor een baanbrekende innovatie: het ontwikkelen van een draagbare kunstnier, voor dialysebehandeling thuis en onderweg. Het doel: nierpatiënten die afhankelijk zijn van dialyse meer vrijheid geven. Inmiddels is het een internationale reis, waarin de Nierstichting wetenschappers, zorgaanbieders, verzekeraars, technici, universiteiten en bedrijven wist mee te krijgen.

Tom Oostrom, directeur van de Nierstichting, was er vanaf het allereerste moment bij betrokken. Hoe kijkt hij terug op de ontwikkelingen van de afgelopen vijftien jaar? En hoe staat het er nu voor?

Waarom nam de Nierstichting in 2008 zelf het initiatief voor het ontwikkelen van een draagbaar dialyseapparaat?
We constateerden dat de bestaande dialyse-industrie het niet deed. In de huidige markt komt innovatie moeizaam tot stand. Willem Kolff ontwikkelde het hemodialyseapparaat tijdens de Tweede Wereldoorlog. Sinds die tijd is de techniek achter het dialyseren niet wezenlijk veranderd. Wij dachten: als niemand het doet, doen wij het. De Nierstichting werft niet alleen fondsen; we willen dingen voor elkaar krijgen. We denken altijd vanuit de patiënt.
De techniek voor een draagbare kunstnier bestaat al lang. Er staat een fantastisch filmpje op YouTube: Dialysis in Wonderland. Hierin zie je nierpatiënten die in 1979 op initiatief van Kolff raften over de Colorado River. Aan de wal krijgen mensen dialyse met een prototype van een draagbare kunstnier die Kolff had ontworpen. Hij wilde een behandeling ontwikkelen die nierpatiënten vrijheid geeft. Een behandeling die zich aanpast aan hun leven en niet hun leven dicteert. Dat het Kolff niet is gelukt om fabrikanten te vinden voor zijn draagbare kunstnier, noemde hij een nagel aan zijn doodskist.

Waarom ontwikkelt de bestaande dialyse-industrie geen draagbare kunstnier?
We hebben daar nooit een helder antwoord op gekregen. Wat meespeelt, is dat er rondom dialyse een hele industrie is opgetuigd, die niet alleen dialyseapparatuur ontwikkelt en op de markt brengt, maar ook dialysecentra exploiteert en dialysepersoneel in dienst heeft. Een groot, beursgenoteerd bedrijf met aandeelhouders gaat vermoedelijk niet inzetten op een innovatie die het eigen businessmodel onderuithaalt. Dat is geen verwijt, maar een constatering.

Hoe kwam de Nierstichting ertoe om zelfs partners te zoeken in Singapore en Zwitserland? Niet zo gebruikelijk voor een Nederlands gezondheidsfonds...
In 2008 hebben we TNO (Nederlandse organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek) gevraagd om gedetailleerd te omschrijven wat er nodig is voor het ontwikkelen van een draagbare kunstnier. Op basis daarvan hebben we een internationale aanbesteding gedaan. Daardoor zijn we in contact gekomen met twee medische technologiebedrijven: Debiotech uit Zwitserland en Dialyss uit Singapore.
In 2014 zijn we met deze bedrijven de samenwerking aangegaan, omdat zij over veel technologie beschikten die nodig is voor de kunstnier. De Zwitsers zijn bijvoorbeeld bijzonder goed in pomptechnologie en het miniaturiseren van medische apparatuur. De collega’s in Singapore waren al ver met de sorbent technologie. Met behulp van deze technologie wordt de spoelvloeistof in de draagbare kunstnier tijdens het dialyseren gereinigd en opnieuw gebruikt. Hierdoor is er maar 5 liter water nodig in plaats van de 120 liter water bij een dialyse in het ziekenhuis. Door deze belangrijke innovatie is de draagbare kunstnier zo klein en licht en duurzamer in te zetten.

Voor de duidelijkheid: de Nierstichting ontwikkelt de draagbare kunstnier niet zelf...
We hebben daar de technische knowhow niet voor in huis. Daarom wordt de draagbare kunstnier ontwikkeld door Nextkidney. Dit is een bedrijf dat we mede opgericht hebben met onze internationale partners: het Zwitserse Debiotech en het Singaporese Dialyss. Zij zijn, net als de Nierstichting, aandeelhouder van Nextkidney. Alle ontwikkelactiviteiten vinden altijd plaats vanuit Nextkidney.

De Nierstichting heeft in dit proces veel nationale en internationale wetenschappers, techneuten, universiteiten en bedrijven bij elkaar gebracht. Was dat moeilijk?
Nee. We hebben een groot internationaal netwerk dat erin geloofde en dat betaalt zich uit.

Prototype Neokidney

Waar staan we nu?
Na heel wat vallen en opstaan en diverse prototypes zijn we blij met waar we nu staan. De draagbare kunstnier is klaar en Neokidney is de nieuwe naam. De Neokidney past in een rolkoffertje met daarin alle toebehoren voor thuisdialyse. Het watergebruik is beperkt en er is geen verbouwing nodig om thuis te dialyseren. Op dit moment zijn de voorbereidingen voor de eerste klinische testen in volle gang. Nog dit jaar gaan patiënten de Neokidney testen.

Welke stappen zijn er na de klinische testen nodig voordat Nederlandse nierpatiënten kunnen kiezen voor de Neokidney? 
Als je een nieuw medisch apparaat ontwikkelt, mag je dit niet zomaar op de markt brengen. In de EU heb je zogenoemde CE-goedkeuring nodig en in Amerika FDA-goedkeuring. Nextkidney is dit proces nu aan het voorbereiden, net als de laatste stap: de Neokidney naar de markt brengen. Verder is het ook noodzakelijk dat de draagbare kunstnier wordt opgenomen in de basiszorgverzekering. We hopen dat de Neokidney binnen een paar jaar beschikbaar is voor nierpatiënten die thuis of onderweg willen dialyseren.

Op wat voor manier heeft de Nierstichting patiënten bij de ontwikkeling betrokken?
Vanaf de start hebben we patiënten bij alle stappen betrokken. We denken altijd vanuit hun behoefte. In eerste instantie wilden we een dialyseapparaat ontwikkelen dat je de hele dag op je lichaam draagt. We organiseerden een bijeenkomst met patiënten waar we hen een prototype lieten zien. Het zag eruit als een soort rugzak. We waren verbaasd toen patiënten zeiden: 'Dit willen we helemaal niet.' Ze wilden niet voortdurend met een apparaat rondlopen, waardoor iedereen hen als nierpatiënt zag. De patiënten vroegen: 'Waarom ontwikkelen jullie niet een apparaat dat je op een nachtkastje kunt zetten en overal mee naartoe kunt nemen?' Door de feedback van patiënten is de Neokidney geworden wat het nu is.

Hoe kijken verzekeraars aan tegen de ontwikkeling van de Neokidney? 
Verzekeraars, maar ook zorgprofessionals, zijn cruciaal bij de toelating van een innovatie in het zorgsysteem. Als zij een nieuwe behandeling niet accepteren en vergoeden, komt die er niet. We zijn er trots op dat we erin geslaagd zijn om drie grote verzekeraars aan boord te krijgen: CZ, Menzis en Zilveren Kruis/Achmea. Ze betalen niet alleen mee, ze denken ook mee over de zorg die straks bij de introductie van de Neokidney nodig is en hoe deze dan vergoed wordt.
Ik weet nog goed dat we in 2016 de overeenkomst in Bussum met bestuurders van de zorgverzekeraars ondertekenden. Zij zeiden: 'Wat we nu met elkaar doen, hebben we niet eerder op deze manier gedaan.' Zij geloofden in onze aanpak van deze innovatie en daarom hebben ze ervoor gekozen financieel bij te dragen. Zeker in die tijd was dat uniek.

Had je vijftien jaar geleden kunnen voorzien dat het ontwikkelen van de Neokidney zo veel tijd in beslag zou nemen?
Het ontwikkelen van de Neokidney is zoveel complexer dan we van tevoren dachten. Je loopt tegen zaken aan die je niet vooraf kunt verzinnen. Wat nu speelt, is dat er in de EU nieuwe regelgeving voor toelating van medische apparatuur van kracht is. Het doel is op zichzelf gezien goed: het vergroten van de patiëntveiligheid. Maar het gevolg is dat de wachttijden bij Europese keuringsinstanties enorm zijn toegenomen.
En ik kan nog zoveel meer voorbeelden geven. Als je een medisch apparaat ontwikkelt dat je thuis wilt gebruiken, moet het aan allerlei internationale standaarden voldoen. Een hemodialyseapparaat moest bijvoorbeeld een geaarde stekker hebben. De Neokidney heeft een platte stekker waardoor het overal gebruikt kan worden. Uiteindelijk heeft een collega uit ons ontwikkelteam het bij een internationale commissie voor elkaar gekregen dat je onze Neokidney met een platte stekker mag gebruiken. Mede daardoor kregen we als Nierstichting in 2017 een NENnovation Award uit handen van ruimtevaarder André Kuipers. Dat is een prijs van het Nederlands Normalisatie Instituut dat betrokken is bij het vaststellen van veiligheidsnormen voor verschillende producten en apparaten.

Tom Oostrom, directeur Nierstichting

Zijn er momenten geweest waarop je dacht: waar zijn we aan begonnen? 
Nooit. Wij zijn ongelofelijke positivo's. Er zijn tegenslagen geweest, maar we zijn er altijd in blijven geloven. Wel waren er spannende momenten. Met name tijdens de Covid-periode. Je werkt samen met een Zwitsers bedrijf en een bedrijf uit Singapore. Dan gaat Zwitserland weer open en gaat Singapore op slot - of andersom. In die periode boekten we moeilijk vooruitgang, maar net als bij iedere andere startup is er wel geld nodig. Gelukkig hebben we dat altijd op tijd weten op te lossen. Na Covid was er schaarste aan grondstoffen voor de materialen die we nodig hebben: vloeistoffen voor de dialyse met de sorbent technologie. We zijn een kleine partij en dan moet je achteraan in de rij aansluiten.

De draagbare kunstnier wordt verder ontwikkeld door het bedrijf Nextkidney. Welke rol heeft de Nierstichting nog tot het zo ver is? Hoe verhoudt zich dat tot het bedrijf Nextkidney
Onze rol als Nierstichting wordt steeds kleiner. Nextkidney zoekt zelf naar een marktpartij die de Neokidney naar de markt brengt. Ook betalen we niet meer mee. Tegelijkertijd zitten we wel bovenop de ontwikkelingen van de draagbare kunstnier. Ik ben door de aandeelhouders benoemd tot voorzitter van de raad van commissarissen van Nextkidney. In die rol houden we als Nierstichting toezicht. Los van Nextkidney blijven we onze netwerkrol pakken en oog houden voor technologische innovatie en zorginnovatie.

Hoe kijk je terug op de ontwikkeling van de Neokidney? Wat heb je ervan geleerd? 
Hoe we dit project zijn aangegaan, is waar de Nierstichting volgens mij voor staat. We doen een belofte aan de nierpatiënt en de donateur om het leven van nierpatiënten te verbeteren. Het is onze rol om activiteiten op te pakken die impact hebben en die door andere partijen niet worden opgepakt. Dit project is bepalend geweest voor onze hele organisatie. Het heeft de transitie van een organisatie die fondsen werft naar een impactgedreven organisatie versterkt. We hebben nieuwe kennis opgedaan en nieuwe vaardigheden geleerd.
Niet eerder zijn we zo actief de samenwerking met bedrijven aangegaan. We hebben ervaren dat je vanuit een business case moet vertrekken. Je kunt er heel idealistisch instaan, maar er moet wel een verdienmodel zijn. Wat we nu ook weten, is dat je moet oppassen met te snel en te optimistisch communiceren over de voortgang. Bij dit soort innovaties komt zo veel kijken.

We hebben veel geleerd over wat innoveren is op alle gebieden: technologisch, sociaal en in de zorg. Wat we hierbij al wisten en waarin we gesterkt zijn: betrek patiënten, zorgaanbieders en verzekeraars vanaf het allereerste moment bij innovatie. Je kunt wel iets bedenken en ontwikkelen, maar zitten mensen er op te wachten? En hoe ga je het in de zorg implementeren? Als de Neokidney op de markt komt, moet alle zorg eromheen en de vergoeding ervan voor de patiënt goed geregeld zijn.

Is thuisdialyse met de Neokidney de ultieme oplossing?
Nee, de ultieme oplossing is dat niemand meer aan de dialyse is. Daarom spelen we een actieve rol binnen RegMed XB en zetten we hiermee in op regeneratieve geneeskunde. Met stamceltherapie wordt geprobeerd om het lichaam zelf aan te zetten om zieke organen, zoals de nieren, te herstellen of zelfs te vervangen door een gekweekt orgaan. Voordat dit zover is, zijn we vermoedelijk tientallen jaren verder. Tot die tijd hopen wij met de Neokidney het leven van nierpatiënten te verbeteren. Ook gaan we nieuwe samenwerkingsverbanden aan, zoals NXTGEN Hightech, die bijdragen aan de verdere verbetering van dialysebehandeling - al dan niet ingebed in de Neokidney.

Is de Neokidney een oplossing voor alle nierpatiënten? 
Niet voor iedereen. Als je in het ziekenhuis wil dialyseren, blijft dat gewoon mogelijk. Waar het om gaat, is dat we nierpatiënten meer keuzevrijheid willen geven.

Als je zo terugkijkt op de ontwikkeling: was het een jongensdroom? 
Nee. Het is een invulling van onze missie. Het meest bijzondere moment moet nog komen: de marktintroductie van de Neokidney. Bij een congres in Amerika zei een gerenommeerde deskundige: 'The dutchies are doing it again.' Dankzij donateurs en alle betrokkenen hebben we een innovatie in de geest van Kolff in gang gezet: een draagbaar hemodialyseapparaat, waarmee straks niet alleen in Nederland, maar wereldwijd nierpatiënten een betere behandeling krijgen.

Interview: Wouter Scheepstra