Nog maar 1 wisseling met nieuwe PD techniek
Afvalstoffen gaan van het bloed door het buikvlies naar de spoelvloeistof. Dat komt onder andere doordat er in de spoelvloeistof minder afvalstoffen zitten dan in het bloed. Dat heet ‘een hoge concentratiegradiënt’. Hoe langer de spoelvloeistof in de buik zit, hoe meer afvalstoffen zich ophopen in de vloeistof. Als in de spoelvloeistof evenveel afvalstoffen zitten als in het bloed, is er geen concentratiegradiënt meer en stopt de filtering van het bloed.
Daarom is met de huidige PD-techniek nog 4 tot 5 keer per dag verse spoelvloeistof nodig. Als de kleine machine de PD-spoelvloeistof voortdurend zuivert, kunnen afvalstoffen niet snel meer ophopen. De concentratiegradiënt blijft dan hoog waardoor de filtering van het bloed verbetert. Ook het voortdurend laten stromen van spoelvloeistof (circuleren) draagt bij aan betere filtering. Daarom is 1 keer per dag wisselen voldoende.
Minder risico op infectie met nieuwe PD techniek
Bij aansluiten van de machine op de peritoneale-dialysekatheter en het wisselen van de spoelvloeistof moet de katheter gekoppeld worden aan een slang. Daarbij is er even een open verbinding naar de buikholte. Bacteriën kunnen dan een infectie van het buikvlies veroorzaken. Met de nieuwe machine is er maar 1 wisseling per dag nodig. Minder wisselingen betekent minder risico op infectie.
Minder slijtage van het buikvlies met kunstnier
Soms moet een patiënt na een paar jaar peritoneale dialyse stoppen, omdat het buikvlies is versleten. Die slijtage ontstaat onder andere door schadelijke effecten van de grote hoeveelheid glucose in verse spoelvloeistof (hoge concentratie). De hoge concentratie is nodig voor het onttrekken van overtollig vocht (via osmose), waarbij het lichaam ook steeds glucose uit de spoelvloeistof opneemt. De kunstnier maakt het mogelijk om voortdurend een beetje glucose toe te voegen aan de spoelvloeistof. Het buikvlies slijt dan minder snel.
Hoe ver is de ontwikkeling van een kunstnier voor buikspoeling?
In 2018 is een prototype van het apparaat gemaakt. Het UMC Utrecht werkt aan de verdere ontwikkeling, onder de naam COPEDIS project. Waarschijnlijk zal het nog vele jaren duren voor dit apparaat op de markt komt.