Selecteer de tekst die je wilt vertalen en kies 'Vertalen'. Kies vervolgens de gewenste taal. Je kunt de vertaalde tekst beluisteren of lezen.

Bijwerkingen van peritoneale dialyse

Laatste update, 7 juli 2025

Peritoneale dialyse (ook wel buikspoeling) kan verschillende klachten geven, ofwel: bijwerkingen. Eén daarvan is buikvliesontsteking.

In het kort

  • Bij peritoneale dialyse (PD) moet je goed opletten dat je geen ontsteking aan je buikvlies krijgt.
  • Meestal werken antibiotica goed bij een ontsteking aan je buikvlies.
  • Een andere mogelijke bijwerking is een ontsteking aan de huid bij de katheter.
  • Bij PD kan je ook wat minder zin in eten hebben.

Krijg je klachten en last van bijwerkingen door peritoneale dialyse? Bespreek deze én andere gevolgen van dialyse met je nefroloog. Zeker als je nieuwe klachten krijgt, of als bestaande klachten verergeren. 

Buikvliesontsteking

Mensen die peritoneale dialyse doen hebben meer kans op een buikvliesontsteking. Buikvliesontsteking is een infectie van het buikvlies. Gemiddeld krijgt een PD-patiënt 1 keer buikvliesontsteking per 12 tot 18 maanden van dialyse. Je merkt buikvliesontsteking aan deze klachten:

  • troebele spoelvloeistof
  • (heftige) pijn in de buik
  • algemeen gevoel van ziek zijn
  • misselijkheid en overgeven
  • soms: koorts

Buikvliesontsteking is meestal goed te voorkomen en te behandelen. Maar het kan zeer ernstig zijn. Zorgvuldige hygiëne helpt om buikvliesontsteking te voorkomen. Toch kan ook dan een infectie ontstaan. Let dan goed op. Kom zo nodig in actie:

  • Controleer altijd of de spoelvloeistof die uit je buik komt helder is. Veel uitloopzakken hebben hiervoor een doorzichtige strook. Houd achter de volgelopen zak een papier met tekst. Is de tekst te lezen? Dan is de vloeistof helder. 
  • Is de vloeistof troebel? Neem dan onmiddellijk contact op met het dialysecentrum. 
  • Bewaar de uitgelopen spoelvloeistof, en neem die mee naar het ziekenhuis. De analist in het laboratorium kan aan de spoelvloeistof zien of u een ontsteking hebt.

behandeling van buikvliesonsteking

Is een bacterie de oorzaak? Dan krijg je antibiotica. Meestal moet je het antibioticum dan toevoegen aan de spoelvloeistof. Zo komt het middel rechtstreeks in de buikholte. Soms schrijft de arts pillen voor. Antibiotica werken bijna altijd. Je hoeft dan niet in het ziekenhuis te blijven (of alleen heel kort). 

Heel af en toe werken antibiotica niet goed bij een buikvliesontsteking. Je wordt dan opgenomen in het ziekenhuis. Het kan zelfs gebeuren dat de katheter eruit moet. Mogelijk krijg je later een nieuwe katheter, maar tot die tijd stap je tijdelijk over op hemodialyse. 

Tijdens een buikvliesontsteking is de filterwerking van het buikvlies minder goed. Meestal is dit tijdelijk. Bij ernstige buikvliesontsteking kan het buikvlies wel beschadigd raken. Dan is peritoneale dialyse soms niet meer mogelijk.

oorzaken van buikvliesonsteking

Meestal is een bacterie de oorzaak van een buikvliesontsteking bij peritoneale dialyse.

Meestal is het een bacterie die op de huid leeft. De bacterie belandt in de buikholte tijdens de wisseling van spoelvloeistoffen. Het risico op zo'n ontsteking is kleiner als je de afspraken voor hygiëne goed volgt. Ook andere bacteriën kunnen buikvliesontsteking veroorzaken. De bacteriën uit een ontstoken katheterpoort bijvoorbeeld, of bacteriën uit de darmen.

Heel zelden is de oorzaak van een buikvliesontsteking een schimmel.

Ontsteking van de huid of katheter bij PD

Bij peritoneale dialyse kan ook een ontsteking ontstaan van de huid rond de katheterpoort, een huidpoortinfectie. Of rondom het stuk van de PD-katheter dat onder de huid ligt. Dat heet een tunnelinfectie. Het risico op een ontsteking is kleiner als je de huidpoort goed verzorgt. Ontsteking van de huid of de katheter is meestal goed te behandelen met antibiotica.

Vol gevoel en dikkere buik bij PD

De buik is bij peritoneale dialyse steeds gevuld met 1 tot 2 liter vloeistof. Dat kan een vol gevoel opleveren, en de eetlust verminderen.

De spoelvloeistof in de buikholte maakt de buik wat dikker. De omtrek van de buik wordt een paar centimeters groter. Mogelijk moet je wennen aan de dikkere buik. Je kleding blijft waarschijnlijk passen. Je hebt namelijk pas een grotere maat nodig als je 5 kilo aankomt. Bij PD heb je ongeveer 1,5 tot 2 kilo vloeistof in je buik.

Breuk bij peritoneale dialyse

De spoelvloeistof verhoogt de druk in de buik. Daardoor kan een breuk ontstaan. Bijvoorbeeld een navelbreuk of een liesbreuk. Bij een breuk ontstaat er een uitstulping of een zwelling.

Bijwerkingen door glucose in de PD-vloeistof

In de PD-vloeistof zit meestal glucose (suiker). Deze stof verwijdert het te veel aan vocht uit het lichaam. Grote hoeveelheden glucose kunnen bijwerkingen geven:

  • minder eetlust
    Je lichaam neemt een deel van de glucose op in de bloedbaan. Daardoor kan je eetlust verminderen.
  • meer insuline bij diabetes
    Het kan ook gevolgen hebben voor mensen met diabetes. Omdat er meer glucose in het bloed zit, hebben zij vaak ook meer insuline nodig.
  • aankomen in gewicht
    Door de opname van extra glucose (suiker) kun je iets zwaarder worden. Kies je dan liever voor hemodialyse? Houd er rekening mee dat mensen die aan hemodialyse doen, vaak ook zwaarder worden.
  • verandering van het buikvlies
    Bij sommige mensen verandert op de lange termijn het buikvlies door de glucose. Daardoor filtert het buikvlies minder goed. Soms is peritoneale dialyse dan niet meer mogelijk.

Niet meer plassen

Na de start van dialyse gaan de nieren verder achteruit. Ze maken dan steeds minder urine aan. Bij peritoneale dialyse gaat dit langzamer dan bij hemodialyse. Soms maken de nieren helemaal geen urine meer. Je plast dan (bijna) niet meer.

Vochtophoping en hoge bloeddruk

Als je (bijna) niet meer plast, kan vochtophoping (oedeem) ontstaan. Het zout en vocht dat je binnenkrijgt, blijft dan in het lichaam. Dit geeft zwellingen rond de ogen, dikke voeten en enkels. Vochtophoping zorgt ook voor hoge bloeddruk. En voor kortademigheid als vocht ophoopt in de longen. Vochtophoping is verder belastend voor het hart.

Om vochtophoping te voorkomen, krijg je bij peritoneale dialyse een dieet. Sommige mensen die buikspoeling doen, krijgen ook een vochtbeperking.

Slechtere conditie

Bij peritoneale dialyse gaan er ook bouwstenen voor eiwitten (aminozuren) uit het bloed. Ook verlies je vitamines tijdens de dialyse. Dat kan leiden tot klachten, zoals minder lichamelijke conditie en minder weerstand.

Om vochtophoping en eiwittekort te voorkomen heb je na de start van de dialysebehandeling andere voeding nodig dan daarvoor. Minder zout, meer eiwit en aanvulling van je vitaminen.

Vermoeidheid door buikspoeling

Vermoeidheid komt veel voor bij mensen met nierfalen. Dat kan meerdere oorzaken hebben. De arts zal nagaan of de vermoeidheid te verhelpen is. Zo nodig krijg  je hulp om beter om te gaan met vermoeidheid.

Vaak stoppen mensen die dialyseren met sport en andere vormen van beweging, omdat ze zich moe voelen. Maar blijven bewegen is erg belangrijk. Een goede conditie helpt om de zware behandeling vol te houden, om te ontspannen en emotioneel fit te blijven.

Jeuk als bijwerking van buikspoeling

Veel mensen met ernstige nierproblemen hebben al last van jeuk. Als je peritoneale dialyse start, kan de jeuk erger worden. Krabben helpt niet, en kan de jeuk zelfs erger maken.

Je arts zal nagaan wat mogelijk de oorzaak is van de jeuk. Soms is er iets aan te doen. Maar meestal is jeuk niet (goed) te behandelen. Dan is het zaak om er goed mee om te leren gaan.

Zenuwpijn bij peritoneale dialyse

Zenuwen kunnen beschadigd raken door ophoping van afvalstoffen. Dat gebeurt vooral in de uiteinden van de zenuwen, zoals in de handen en voeten. Dit heet zenuwpijn of neuropathie. Als het op meerdere plekken in het lichaam gebeurt, heet het polyneuropathie. Je kunt klachten krijgen als een doof gevoel, prikkelingen, een veranderd gevoel en pijn. 

Zenuwpijn is moeilijk te behandelen. Behandelingen werken bij sommige mensen wel, maar bij anderen niet. Een belangrijk onderdeel van de behandeling van zenuwpijn is het leren omgaan met de klachten. De nefroloog kan je zo nodig verder verwijzen.

Onze deskundigen dragen bij aan betrouwbare informatie.

Alferso Abrahams, internist-nefroloog

Laura Haasdijk, medisch maatschappelijk werker

Sanne Vonk MSc, arts-onderzoeker

Waarom werken we samen met deskundigen?