Op zoek naar een gerichte behandeling voor zeldzame nierziekte C3G

Medisch bioloog Marloes Michels van het Radboudumc ontving een van de Kolffbeurzen van de Nierstichting voor haar onderzoek naar een gepersonaliseerde behandeling voor patiënten met de zeldzame nierziekte C3G.

C3G is een verzamelnaam voor een groep zeldzame nierziektes waarbij een deel van het afweersysteem (het complementsysteem) is ontregeld. De aandoening komt bij ongeveer 1 op de 100.000 mensen voor en er is momenteel geen gerichte behandeling voor. Bij C3G keert het afweersysteem zich tegen het eigen lijf, waarbij de nieren steeds verder worden beschadigd. Ongeveer de helft van de patiënten wordt binnen tien jaar na de diagnose afhankelijk van dialyse of transplantatie. Na een niertransplantatie is de kans groot dat de ziekte terugkomt.

Medisch bioloog Marloes Michels wil met laboratoriumproeven op zoek naar een gerichte en gepersonaliseerde behandeling voor deze patiënten. Dat doet ze door allereerst bloedmonsters van patiënten waarmee ze onderzoek doet te verdelen naar de verschillende oorzaken van de ziekte. De meeste patiënten maken afweerstoffen aan die de complementeiwitten ontregelen. Maar andere hebben een erfelijke fout in een van de eiwitten. Michels voegt vervolgens verschillende medicijnen toe en bootst het complementsysteem kunstmatig na. Daarna onderzoekt ze of de medicatie de complementontregeling kan voorkomen of verminderen.

Afweerstoffen
Michels: “Wij gaan ons focussen op patiënten met afweerstoffen want dat is de grootste groep. Maar we willen iedere patiënt een perspectief kunnen bieden op een behandeling. Daarom willen we ook voor patiënten met een erfelijke fout of onbekende achterliggend oorzaak in de labproeven een therapievorm testen.”

Voor de groep patiënten met afweerstoffen gebruikt ze verschillende nanobodies, die ze door een samenwerking met onderzoeksgroepen verbonden aan de Universiteit Utrecht tot haar beschikking heeft. De nanodeeltjes zijn erop gericht om in te grijpen op de binding van de afweerstof met een complementeiwit. Zodra de afweerstof gaat binden raakt het systeem namelijk ontregeld. Die schadelijke binding wil ze gaan remmen, terwijl ze het complementsysteem zelf – en zijn positieve eigenschappen – verder ongedeerd laat. “Eigenlijk is een nanobody een klein stukje van een antilichaam. Die kun je inzetten omdat ze heel gericht aan hun doelwit binden. We weten dat ze binden aan complementeiwitten zonder dat ze de normale functie van het eiwit verstoren, maar we weten niet of ze de schadelijke afweerstofbinding remmen.”

Voor de tweede groep gebruikt ze complementremmers. Een deel van deze nieuwe medicijnen wordt al onderzocht in klinische trials, maar daarin wordt niet gekeken naar de onderliggende complementafwijking van de patiënten. Michels probeert de medicijnen zo dicht mogelijk naar de plek waar het misgaat te brengen, zodat ook bij deze groep de rest van het complementsysteem zoveel mogelijk intact blijft. Het uitgangspunt is om deze patiënten niet als één groep te zien, maar patiënten te onderscheiden naar de oorzaak van de complementontregeling.

Oorzaak
Na dit project hoopt ze in ieder geval het bewijs te hebben dat het mogelijk is om gericht de complementontregeling aan te pakken. “Als we dat bewijs hebben kunnen we de vertaalslag maken naar de patiënten door verder te gaan testen via klinische trials.”
Er zijn op dit moment geen gerichte behandelingen, maar er zijn wel ontwikkelingen. “Met name worden er medicijnen ontwikkeld die het hele complementsysteem remmen en dus ook de nuttige functies ervan, zoals de bescherming tegen bacteriële infecties. Met dit project willen we dat verbeteren. Met nanobodies gericht op de oorzaak en met complementremmers zo dicht mogelijk bij oorzaak.”

Marloes Michels ontvangt 100.000 euro subsidie van de Nierstichting voor haar onderzoek, dat anderhalf jaar gaat lopen.