Projectcode CP12.23 Projectleider dr. Henny Otten Projecttype Consortia Organisatie + UMC Utrecht - Medische Immunologie Startdatum 1-06-2014 Looptijd 54 maanden Status Afgerond
Doel
Vaststellen van de betekenis voor de uitkomst van niertransplantatie van het vóór transplantatie testen van ontvangers op donorspecifieke HLA-antistoffen (Luminex-methode), non-HLA-antistoffen en complement-polymorfismen. Ontwikkeling van een verbeterd algoritme voor de toewijzing van donornieren en uniforme toepassing van de resultaten van de test in matching en behandeling na transplantatie. Uiteindelijk minder afstoting, minder HLA-immunisatie en een langere overleving van donornieren.
Samenvatting
Risk assessment of Kidney Graft Failure by HLA antibody profilingPROCARE: The Profiling Consortium of Antibody Repertoire and Effectorfunctions Onderzoeksgroep I: Dr. H.G. Otten, Laboratorium Translationele Immunologie, UMC Utrecht Onderzoeksgroep II: Prof. dr. F.H.J. Claas, afd. Immunohematologie en Bloedtransfusie, LUMC Leiden Onderzoeksgroep III: Dr. B.G. Hepkema, afd. Laboratorium Geneeskunde, Transplantatie Immunologie, UMC Groningen Onderzoeksgroep IV: Prof.dr. Marcel G.J. Tilanus, afd. Transplantatie Immunologie, Tissue Typing Laboratorium, MUMC+ Maastricht Onderzoeksgroep V: Prof. Dr. I. Joosten, afd. Laboratorium Geneeskunde, Transplantatie Immunologie, RUMC Nijmegen Onderzoeksgroep VI: Dr. N.M. Lardy, afd. Immunogenetica, Sanquin Diagnostic Services, Amsterdam Niertransplantatie is de beste behandelingsvorm van nierfalen. Echter, de overleving van donornieren is op de lange termijn ongeveer 50 procent. Een betere matching van donornieren met ontvangers kan de overleving van donornieren verbeteren. De matching is gebaseerd op het HLA-systeem, kenmerken van het afweersysteem. Afweercellen van de ontvanger kunnen een afstoting op gang brengen als zij lichaamsvreemde HLA-moleculen op donorweefsel herkennen. Alle transplantatiecentra bepalen bij ontvangers naast de HLA-kenmerken ook de aanwezigheid van donorspecifieke HLA-antistoffen vóór transplantatie met een test die meer dan 30 jaar geleden is ontwikkeld. Sinds een jaar of vijf gebeurt dit ook met een test die een breed spectrum aan HLA-antistoffen tegelijk met meer specificiteit meet (multiplexed immuno-asssay met de Luminex-methode). De precieze betekenis van de resultaten hiervan voor de uitkomst van de transplantatie is niet duidelijk. Hierdoor is er geen uniforme toepassing van de resultaten van de test in de matching en behandeling na transplantatie. Hiernaast zal dit project de klinische betekenis onderzoeken van HLA-epitoop-matching, van niet-HLA-antistoffen waarvan bekend is dat die ook een rol kunnen spelen in de matching voor niertransplantatie, en van polymorfismen in genen die belangrijk zijn voor de effectiviteit van antistoffen (complement factor H en B, CD59, CD16a en CD32). Bij epitoop-matching gaat het om het vinden van epitopen (specifieke patronen in moleculen) van HLA van ontvangers die bij mismatch geen verhoogd risico op afstoting geven. De hypothese luidt dat het bepalen van de klinische betekenis van de donorspecifieke HLA-antistoffen gemeten met de Luminex-methode, epitoop-matching, niet-HLA-antistoffen en de specifieke polymorfismen zal leiden tot een betere matching en langere overleving van donornieren. De basis van het onderzoek is de verzameling van gegevens en materiaal van alle Nederlandse niertransplantaties van 1995-2005 (ca. 5400). De verzameling zal waar nodig compleet worden gemaakt. Het project moet resulteren in verbeterde algoritmes voor matching en toewijzing van donororganen.
Conclusies
Risk assessment of Kidney Graft Failure by HLA antibody profilingPROCARE: The Profiling Consortium of Antibody Repertoire and Effectorfunctions Onderzoeksgroep I: Dr. H.G. Otten, Laboratorium Translationele Immunologie, UMC Utrecht Onderzoeksgroep II: Prof. dr. F.H.J. Claas, afd. Immunohematologie en Bloedtransfusie, LUMC Leiden Onderzoeksgroep III: Dr. B.G. Hepkema, afd. Laboratorium Geneeskunde, Transplantatie Immunologie, UMC Groningen Onderzoeksgroep IV: Prof.dr. Marcel G.J. Tilanus, afd. Transplantatie Immunologie, Tissue Typing Laboratorium, MUMC+ Maastricht Onderzoeksgroep V: Prof. Dr. I. Joosten, afd. Laboratorium Geneeskunde, Transplantatie Immunologie, RUMC Nijmegen Onderzoeksgroep VI: Dr. N.M. Lardy, afd. Immunogenetica, Sanquin Diagnostic Services, Amsterdam Niertransplantatie is de beste behandelingsvorm van nierfalen. Echter, de overleving van donornieren is op de lange termijn ongeveer 50 procent. Een betere matching van donornieren met ontvangers kan de overleving van donornieren verbeteren. De matching is gebaseerd op het HLA-systeem, kenmerken van het afweersysteem. Afweercellen van de ontvanger kunnen een afstoting op gang brengen als zij lichaamsvreemde HLA-moleculen op donorweefsel herkennen. Alle transplantatiecentra bepalen bij ontvangers naast de HLA-kenmerken ook de aanwezigheid van donorspecifieke HLA-antistoffen vóór transplantatie met een test die meer dan 30 jaar geleden is ontwikkeld. Sinds een jaar of vijf gebeurt dit ook met een test die een breed spectrum aan HLA-antistoffen tegelijk met meer specificiteit meet (multiplexed immuno-asssay met de Luminex-methode). De precieze betekenis van de resultaten hiervan voor de uitkomst van de transplantatie is niet duidelijk. Hierdoor is er geen uniforme toepassing van de resultaten van de test in de matching en behandeling na transplantatie. Hiernaast zal dit project de klinische betekenis onderzoeken van HLA-epitoop-matching, van niet-HLA-antistoffen waarvan bekend is dat die ook een rol kunnen spelen in de matching voor niertransplantatie, en van polymorfismen in genen die belangrijk zijn voor de effectiviteit van antistoffen (complement factor H en B, CD59, CD16a en CD32). Bij epitoop-matching gaat het om het vinden van epitopen (specifieke patronen in moleculen) van HLA van ontvangers die bij mismatch geen verhoogd risico op afstoting geven. De hypothese luidt dat het bepalen van de klinische betekenis van de donorspecifieke HLA-antistoffen gemeten met de Luminex-methode, epitoop-matching, niet-HLA-antistoffen en de specifieke polymorfismen zal leiden tot een betere matching en langere overleving van donornieren. De basis van het onderzoek is de verzameling van gegevens en materiaal van alle Nederlandse niertransplantaties van 1995-2005 (ca. 5400). De verzameling zal waar nodig compleet worden gemaakt. Het project moet resulteren in verbeterde algoritmes voor matching en toewijzing van donororganen.
Trefwoorden
Soort: onderzoek met menselijk materiaal; fundamenteel/toegepast klinisch
Onderwerp: HLA-matching, donorspecifieke HLA-antistoffen, non-HLA-antistoffen, niet-immunogene HLA-mismatches, HLA-epitopen, mulitiplex immuno-assay, complement-polymorfismen, allocatie-algoritme