Terug naar het overzicht

Renal resilience revealed: a multi-omics approach

Projectcode 22OK3033 Projectleider prof. dr. Martin de Borst Projecttype Kolff+ Organisatie + UMCG - Afd. Nefrologie Toegekend bedrag € 110.000,00 Startdatum 1-01-2023 Looptijd 24 maanden Status Lopend

Doel

Een nieuwe methode ontwikkelen om nierfunctieverlies beter te kunnen voorspellen bij nierdonoren, hun ontvangers, maar ook bij nierpatiënten en mensen die risico lopen om nierschade te ontwikkelen, zoals mensen met diabetes. Het beter voorspellen van reservecapaciteit kan ertoe leiden dat meer mensen veilig een nier kunnen doneren.

Samenvatting

Creativity grant. Nierziekten komen steeds vaker voor. Ondanks wetenschappelijk onderzoek en nieuwe behandelmogelijkheden lukt het in de praktijk niet altijd om nierfunctieverlies te voorkomen. Er bestaan grote verschillen tussen personen in het beloop van de nierfunctie: sommige patiënten houden lang een stabiele nierfunctie, maar andere patiënten verliezen hun nierfunctie snel ondanks optimale leefstijlveranderingen en behandeling. Mogelijk spelen verschillen in reservecapaciteit van de nier een belangrijke rol.
De reservecapaciteit is ook van belang bij levende nierdonoren. Na donatie hebben donoren direct een nierfunctieverlies van vijftig procent, waarna de nier haar reservecapaciteit gaat gebruiken: de nierfunctie stijgt tot gemiddeld 67 procent. De onderzoekers hebben recent aangetoond dat de reservecapaciteit na nierdonatie fors verschilt tussen personen en dat deze een belangrijke voorspeller is van de langetermijnnierfunctie. Mensen met meer reserve hadden een betere nierfunctie na vijf en tien jaar. Welke factoren de reservecapaciteit beïnvloeden is nog onbekend.
Dierproeven laten zien dat de achtergebleven nier groeit na het verwijderen van een nier, maar studies in mensen waren tot recent niet mogelijk omdat dit te veel risico’s met zich meebracht. Recentelijk zijn echter geavanceerde technieken ontwikkeld om naar metabole processen te kijken in een bloedmonster, zonder operatie of biopsie. De onderzoekers willen deze technieken gebruiken om veranderingen in metabole processen (metabolomics), vetten (lipidomics) en eiwitten (proteomics) te onderzoeken in relatie tot de reservecapaciteit van de nier, de uitkomstmaat van dit onderzoek. In bestaande bloedmonsters van 230 donoren willen de onderzoekers metabolomics, lipidomics en proteomics toepassen. Ook willen ze bij honderd toekomstige nierdonoren samples verzamelen en doormeten om na te gaan of de manier van verzameling en opslag van de monsters verschil maakt. De data die worden gegenereerd met deze zogenaamde ‘-omics technieken’ worden vervolgens met kunstmatige-intelligentiemodellen geanalyseerd, om verbanden tussen de moleculaire processen en de reservecapaciteit te ontdekken. Vervolgens worden deze bevindingen gevalideerd in een tweede cohort van duizend nierdonoren om de resultaten te bevestigen.