Terug naar het overzicht

Polyomavirus infection after kidney transplantation: risk, impact, prevention

Projectcode 13A1D302 Projectleider Dr. Mariet Feltkamp MD PhD Projecttype Calls for proposals archief Organisatie LUMC - Afd. Medische Microbiologie Toegekend bedrag € 179.875,00 Startdatum 14-10-2014 Looptijd 48 maanden Status Afgerond

Doel

In kaart te brengen welke niertransplantatiepatiënten het hoogste risico hebben op een BK-polyomavirus (BKV)-nierontsteking op basis van overeenkomsten en verschillen tussen de virusstammen van de donor en de ontvanger en de afweerreacties tegen beiden. Op grond van deze bevindingen in de toekomst voorspellen welke transplantatiepatiënten kans houden op BKV-problemen en hierop de keuze voor BKV-onderzoek baseren.

Samenvatting

Niertransplantatiepatiënten zijn genoodzaakt om levenslang afweerremmende medicijnen te gebruiken om afstoting van de nier te voorkomen. Een nadeel van afweerremmende medicijnen is dat deze ook de afweer tegen infecties onderdrukken. Daardoor kan bijvoorbeeld het BK-polyomavirus (BKV), dat zich van nature in de nieren van de meeste transplantatiepatiënten en hun donoren bevindt, bij ongeremde infectie een hele nier ontsteken en bij bepaalde patiënten deze zelfs verwoesten.

Een BKV-infectie treedt op bij ongeveer 30 procent van de niertransplantatiepatiënten, waarvan een kwart nefropathie ontwikkeld, een aandoening waarbij de nierfilters van de nieuwe nier beschadigd raken. Om het risico op BKV-nierontsteking te verkleinen worden alle niertransplantatiepatiënten regelmatig getest op de aanwezigheid van BKV in het bloed. Bij de aanwezigheid van een grote hoeveelheid virus kan de arts besluiten om de dosis afweerremmende medicijnen te verlagen om het virus te bestrijden. Het risico op afstoting neemt hierdoor iets toe.

Terwijl alle niertransplantatiepatiënten regelmatig worden getest op BKV, loopt minder dan 10 procent van de patiënten daadwerkelijk een hoog risico op een BKV-nierontsteking. De verwachting is dat ontvangers van een donornier die niet met BKV geïnfecteerd is een (veel) lager risico lopen op BKV-problemen. Hetzelfde geldt waarschijnlijk voor ontvangers die een nier krijgen met een virusstam die identiek is aan hun eigen virusstam. Het zou een stuk efficiënter zijn om te kunnen voorspellen welke transplantatiepatiënten kans hebben op BKV-problemen en juist deze patiënten regelmatig hierop te onderzoeken. Bij een gedeelte van de ontvangers zou BKV-onderzoek in de toekomst dan achterwegen kunnen blijven.

Vraagstelling
-Ontwikkelen van methoden om BKV-virusstammen en afweerreacties daartegen te classificeren.
-Onderzoeken van de relatie tussen virusstammen van de donor en de ontvanger en de afweerreacties daartegen in een cohort van niertransplantatiepatiënten en hun donoren.

Conclusies

Dit project boog zich over de vraag welke transplantatiepatiënten de complicatie nefropathie krijgen en hoe dit te voorspellen is. Deze kennis kan waardevol zijn bij het voorkomen van agressieve BKV-infecties, en om het BKV-onderzoek beter af te stemmen op de patiënt.

Alle niertransplantaties, waarbij er spraken was van donatie bij leven, uitgevoerd in het LUMC tussen 2003-2012 zijn in kaart gebracht. In totaal zijn 407 donor-ontvanger paren zijn onderzocht op aanwezigheid van BKV-antistoffen in bloed, afgenomen voorafgaand aan de transplantatie. Daarnaast is het optreden van de BKV-infecties en nefropathie bij de ontvangers onderzocht.

De meest relevante bevinding van dit project bevestigt dat de BKV-infectie afkomstig is van de donornier. De donor zou dus nog veel meer dan nu gebruikelijk is het focus moeten zijn van preventief BKV-onderzoek. Daarop inhakend identificeerden de onderzoekers een simpele (eenmalige meting en goedkoop) biomarker voor ontvangers maar vooral donoren die tijdig (voorafgaand aan transplantatie) het risico op BKV-infectie en complicaties voorspelt. Deze biomarker zou een rol kunnen krijgen in het bepalen van het BKV-risicoprofiel van elke ontvanger, en mogelijk zelfs in de donor-ontvanger matching. Bovendien zou het bepalen van de BKV-antistoffen kunnen bijdragen aan het gepersonaliseerd toepassen van de BKV-test waarbij ontvangers met een hoog BKV-risico vaker getest zouden kunnen worden.

De relevantie van de bevindingen van dit onderzoek blijkt ook uit de uitreiking van de Novartis 2018 Transplantation Award aan de onderzoeksgroep. Klinische vervolgstudies zijn nodig om te onderzoeken wat de klinische waarde van de bevindingen en aanbevelingen is en om uiteindelijk het succes van transplantatie en de kwaliteit van leven van niertransplantatiepatiënten te kunnen verbeteren.

Trefwoorden

Soort: Onderzoek met menselijk materiaal; fundamenteel, klinisch
Onderwerp: BKV, niertransplantatie, infectie, afstoting