Projectcode 19OI04 Projectleider dr. Jeroen de Baaij Projecttype Innovation Organisatie Radboudumc - Afd. Fysiologie Toegekend bedrag € 100.000,00 Startdatum 1-07-2020 Status Afgerond
Doel
Het identificeren van de genen die bij patiënten met ADTKD-HNF1B (autosomaal dominante tubulointerstitiële nierziekte) betrokken zijn bij cystevorming in de nieren.
Samenvatting
De nier is een complex orgaan dat bestaat uit meer dan 25 verschillende soorten cellen. Om de nier goed te laten functioneren en alle cellen te laten samenwerken, moet in iedere cel een specifieke set genen (erfelijk materiaal, DNA) actief zijn.
Tot nu toe is het moeilijk geweest om te bepalen welke genen in de nier AAN en welke genen UIT staan. Dit komt doordat het tot voorkort niet mogelijk was om verschil te maken tussen de 25 verschillende soorten cellen. Onderzoekers keken tot op heden daarom naar de nier in zijn geheel. Als sommige soorten cellen AAN staan en andere soorten cellen UIT krijg je een gemixt signaal. Dankzij recente technologische vooruitgang is het sinds kort mogelijk om één losse cel te meten. Deze methode heet single-cell RNA sequencing. Per cel is nu te bepalen welke genen AAN en welke genen UIT staan.
Afwijkingen in het HNF1ß gen zorgen voor een syndroom dat bestaat uit cystenieren, diabetes en tekorten aan magnesiumzouten. Iedere nier bestaat uit één miljoen nierbuisjes. In patiënten met afwijkingen in HNF1ß ontwikkelen sommige nierbuisjes zich tot holten gevuld met vocht (cysten). Het is nog niet goed bekend waarom sommige buisjes normaal blijven en andere buisjes cysten vormen. In dit onderzoek wordt de nieuwe single-cell techniek gebruikt om te onderzoeken welke genen een rol spelen bij de ontwikkeling van cystenieren. De onderzoekers zullen een diermodel zonder het HNF1ß gen gebruiken. Dit is een goed model voor de ziekte omdat de dieren, net zoals patiënten, cystenieren krijgen. In het model kan onderzocht worden welke genen AAN en welke genen UIT worden gezet bij het ontstaan van cystenieren.
In het eerste deel van het project zullen uit het diermodel nierbuisjes in verschillende stadia (normaal tot cysten) gehaald worden. Met de nieuwe single-cell techniek wordt vervolgens gekeken welke genen AAN en welke genen UIT staan. In het tweede deel van het project wordt met behulp van een computer in kaart gebracht hoe dit veranderd tijdens cystevorming. Zo kan worden achterhaald welke genen door HNF1ß AAN en UIT worden gezet.
Vraag/Doelstellingen:
1. Begrijpen welke genetische veranderingen zorgen voor cystevorming bij HNF1ß patiënten
2. Single-cell RNA sequencing introduceren in het Nederlandse nieronderzoek zodat in de toekomst vaker dit soort complexe vraagstukken kunnen worden opgelost
Conclusies
In dit project hebben onderzoekers ontdekt dat het uitschakelen van het HNF1ß-gen in muizen leidt tot stress, schade en littekenweefsel in de nier. Dankzij de inzet van een nieuwe techniek kunnen onderzoekers veranderingen in kaart brengen op celniveau. Hiermee hebben de onderzoekers meer inzicht in HNF1ß-afwijkingen en zijn nieuwe aanknopingspunten gevonden voor een potentieel betere behandeling.
Trefwoorden
Soort: Onderzoek met mensen, diermodel
Onderwerp: Cystenieren, mutatie, HNF1B, single-cell RNA sequencing, transcriptionele kaart