Projectcode 15OKG09 Projectleider dr. Jurjen Ruben Projecttype Kolff Organisatie LUMC - Afd. Interne Geneeskunde Toegekend bedrag € 150.000,00 Startdatum 1-05-2016 Looptijd 24 maanden Status Afgerond
Doel
Het ontwikkelen van een test om de reactiviteit van T-cellen gericht tegen een getransplanteerd orgaan te detecteren.
Samenvatting
Bij personen met eindstadium nierfalen is een niertransplantatie de meest effectieve behandeling. Om afstoting van de getransplanteerde nier te voorkomen krijgen patiënten afweeronderdrukkende medicijnen voorgeschreven. Ondanks het gebruik van deze medicijnen blijft het afweersysteem in enige mate actief en ondergaat de getransplanteerde nier een langzaam afstotingsproces (chronische afstoting). Hierbij neemt de nierfunctie geleidelijk af tot deze uiteindelijk onvoldoende functioneert.
Bij chronische afstoting zijn twee typen afweercellen van cruciaal belang, de B- en T-cellen. Normaliter richten deze cellen zich tegen ziekteverwekkers, maar in transplantatiepatiënten kunnen B- en T-cellen zich ook richten tegen het getransplanteerde orgaan. Het is belangrijk om een goed beeld te hebben hoe transplantaat-specifieke afweercellen functioneren. Voor de B cellen is dat, tot op zekere hoogte, reeds mogelijk. Eerder heeft de onderzoeksgroep ook een methode ontwikkeld om de T-cel activiteit te kunnen analyseren, maar deze heeft nog een aantal belangrijke tekortkomingen.
Binnen dit project hebben de onderzoekers een methode om de activiteit van T-cellen gericht tegen het transplantaat te detecteren om zodoende de afweerreactie tegen het getransplanteerde orgaan beter in kaart te kunnen brengen.
Doelstelling
1. Verbeteren van de methode om T-cel activiteit te detecteren gericht tegen het getransplanteerde orgaan
2. Het testen van geïsoleerd HLA en synthetische lange peptiden, als bron van structuren die het getransplanteerde orgaan kenmerken.
Conclusies
Met behulp van verbeteringen in bestaande technieken is een nieuwe methode ontwikkeld om inzicht te krijgen in de rol van T-cellen gericht tegen het transplantaat. Met de nieuwe methode worden eiwitmarkers (CD25, CD69, en CD154) gemeten die betrokken zijn bij T-cellen activiteit. De toegepaste techniek waarmee deze microscopische kleine eiwitmarkers worden gemeten is flow cytometrie. De markers nemen toe wanneer T-cellen geactiveerd raken na het herkennen van specifieke structuren. In het geval van transplantatie is dat na de herkenning van structuren afkomstig van het getransplanteerde orgaan.
Naast het detecteren van de T-cellen hebben de onderzoekers het gebruik van verschillende orgaanstructuren getest om de T-cellen te activeren, om het zodoende mogelijk te maken deze techniek te gebruiken in de kliniek.
Na de validatiestudie om de T-cel activiteit te bepalen, bleek de nieuwe meetmethode het verschil tussen de 'goede' en 'slechte' T-cellen beter en specifieker te kunnen aantonen dan de bestaande meetmethoden. De methode is makkelijk op te schalen om de relatief lage aantallen T-cellen te kunnen waarnemen die de chronische afstoting na transplantatie veroorzaken. Tevens wordt de methode niet negatief beïnvloed door afweeronderdrukkende medicijnen die patiënten slikken. Momenteel lopen er experimenten om te testen of de geactiveerde T-cellen die gedetecteerd worden ook daadwerkelijk gericht zijn tegen het getransplanteerde orgaan. Hierna zal de methode worden getest in transplantatiepatiënten. Daarnaast kan deze methode gebruikt worden door andere onderzoeksgroepen die naar T-cel activiteit kijken.
Het monitoren van T-celreacties na transplantatie kan de klinische besluitvorming rondom afweeronderdrukkende medicijnen verbeteren. Wanneer de behandeling zich alleen richt op de ‘slechte’ T-cellen, zijn er waarschijnlijk minder afweeronderdrukkende medicijnen nodig om chronische afstoting tegen te gaan na orgaantransplantatie.
Trefwoorden
Soort: Onderzoek met primaire cellen, fundamenteel, niet-klinisch, translationeel
Onderwerp: CD4+ T-cellen, indirecte antigeen presentatie, flow cytometrie, MHC II