Projectcode 18OKG12 Projectleider Prof. dr. Liffert Vogt Prof. dr. Projecttype Kolff Organisatie Amsterdam UMC Locatie AMC - Afd. Niertransplantatie Toegekend bedrag € 350.000,00 Startdatum 1-01-2019 Looptijd 72 maanden Status Lopend
Doel
Bepalen of hoge keukenzoutconsumptie een negatieve invloed heeft op nier- en cardiovasculaire uitkomsten via het beïnvloeden van de communicatie tussen macrofagen en glycosaminoglycanen (GAG) en of dit gebeurt via een hoge bloeddruk danwel expansie van het extracellulaire volume.
Samenvatting
Senior Postdoc Grant
Te veel keukenzoutinname leidt tot een hoge bloeddruk. Daarom luidt de aanbeveling voor de bevolking, en met name nierpatiënten: beperk de zoutinname. Het is echter nog onduidelijk waarom een hoge zoutinname leidt tot een hoge bloeddruk. Tot voor kort dachten onderzoekers dat de hoge bloeddruk ontstaat doordat de nieren de overvloed aan zout niet in de urine kunnen uitscheiden. Recent onderzoek heeft deze hypothese weerlegd. Zo hebben studies aangetoond dat de bloeddrukstijging als gevolg van zout vele malen groter was bij patiënten met diabetes ten opzichte van gezonde proefpersonen. Deze bloeddrukstijging ging echter tegen de verwachting in niet gepaard met expansie van het extracellulair volume. Er spelen dus (ook) andere factoren een rol bij de ontwikkeling van hoge bloeddruk na hoge zoutconsumptie.
Onderzoekers denken dat bijvoorbeeld de glycosaminoglycanen ((GAG), geleiachtige moleculen die een beschermlaagje aan de buitenkant van een lichaamscel vormen) en macrofagen (een speciale groep ontstekingscellen) belangrijk zijn. Zoutopslag is namelijk geassocieerd met veranderingen in de GAG-compositie en activatie van macrofagen.
Een overkoepelend kader waaruit blijkt hoe deze factoren leiden tot een hoge bloeddruk en uiteindelijk tot een verslechterede nierfunctie ontbreekt nog. Daarom willen de onderzoekers van dit project vaststellen of de slechte uitkomsten door een hoge keukenzoutconsumptie worden bepaald door een interactie met en tussen de GAG en macrofagen.Als de interactie tussen GAG en macrofagen verantwoordelijk is voor de nadelige effecten van een hoge zoutinname, zouden de glycosaminoglycanen en macrofaagactivatie nieuwe aangrijpingspunten kunnen zijn in de behandeling van zoutgevoelige hoge bloeddruk en de negatieve langetermijngevolgen hiervan. Op dit moment zijn alleen een zoutbeperking in het dieet en/of het toevoegen van diuretica voorhanden voor de nierpatiënt om de negatieve effecten van hoge zoutinname tegen te gaan.
Vraagstellingen:
1.Zijn genetisch bepaalde variaties in GAG-samenstelling en macrofagenfunctie gerelateerd aan hoge bloeddruk en nierschade in de algemene bevolking? En wordt deze relatie beïnvloedt door de mate van keukenzoutconsumptie? (Epidemiologische benadering.)
2.Via welk onderliggend mechanisme leidt hoge keukenzoutinname tot een veranderde interactie tussen GAG en macrofagen? (Dieetstudie, mechanistische benadering.)
3.Verlaagt de bloeddruk door het remmen van macrofaagactivatie in proefdieren met een zoutrijk dieet? (Therapeutische benadering in proefdieren.)
4.Leidt het GAG-suppletie tot een bloeddrukverlaging door herstel van een gestoorde GAG-opbouw? (Therapeutische benadering bij nierpatiënten.)
Trefwoorden
Soort: Fundamenteel, toegepast, dieronderzoek en onderzoek met mensen
Onderwerp: Zoutinname, macrofagen, glycosaminoglycanen, hoge bloeddruk (hypertensie)