Terug naar het overzicht

ADPKD: Unravelling the cystic snowball effect

Projectcode 19OP012 Projectleider prof. dr. Dorien Peters Projecttype PhD Student Organisatie LUMC - Afd. Humane Genetica Toegekend bedrag € 260.000,00 Startdatum 1-12-2019 Looptijd 48 maanden Status Afgerond

Doel

Het bestuderen van de veranderingen in beginnende cysten en het weefsel eromheen. Daarnaast, identificeren welke factoren de vorming van cysten in het omliggende weefsel veroorzaken en versnellen. In de toekomst kan dit leiden tot de ontwikkeling van nieuwe behandelingen. Het uiteindelijke doel is het remmen van cystegroei en zo de nierfunctie langer behouden.

Samenvatting

Cystenieren (ADPKD) is de meest voorkomende erfelijk nierziekte. Bij deze ziekte ontstaan in de nieren met vocht gevulde blazen (cysten). Met de leeftijd nemen het aantal cysten en de grootte toe. Ze verdringen het gezonde nierweefsel waardoor de nierfunctie langzaam achteruit gaat (ook wel progressie genoemd). Dit leidt op latere leeftijd vaak tot nierfalen. Dat betekent dat dialyse of niertransplantatie nodig is om in leven te blijven. Cystenieren is niet te genezen. Behandeling richt zich op het remmen van de nierschade, bijvoorbeeld door het medicijn tolvaptan. Helaas is dit medicijn niet voor alle patiënten geschikt en zijn er bijwerkingen, zoals dorst en vaak moeten plassen. Daarom is het belangrijk om nieuwe medicijnen voor cystenieren te ontwikkelen.
De meerderheid van ADPKD patiënten heeft een afwijking in het PKD1-gen. Dit gen zorgt ervoor dat de cellen die de wand van de buisjes van de nier bekleden een eiwit aanmaken, genaamd polycystine 1. Wanneer er een tekort van dit eiwit is, ontstaan er cysten. De onderzoeksgroep heeft eerder in een diermodel aangetoond dat cysten zorgen voor nieuwe cysten. Dit wordt ook wel het ‘cysten sneeuwbal effect’ genoemd. Het is echter niet bekend hoe de cysten precies ontstaan en wat voor invloed cysten hebben op het omliggende weefsel. De verwachting is dat cysten zelf de belangrijkste motor zijn voor het sneeuwbal effect doordat ze bepaalde stoffen, zoals groeifactoren, maken.

Vraag/Doelstellingen:
1. In een diermodel bepalen welke door cysten gemaakte stoffen zorgen voor nieuwe cysten in het omliggende weefsel.
2. In driedimensionale celkweken bepalen welke stoffen cysten maken.
3. In celkweken onderzoeken wat het effect van de stoffen uit 1 en 2 is op cystegroei.
4. Identificeren en testen van medicijnen die de stoffen (of de receptor waar ze aan binden) kunnen blokkeren .

Trefwoorden

Soort: Fundamenteel onderzoek, klinisch
Onderwerp: ADPKD, cystenieren, PKD1, cystevorming, cystegroei, celkweek