Terug naar het overzicht

ACT voor een goede toekomst

Projectcode 13A1D304 Projectleider dr. ir. Eva Corpeleijn Projecttype Research Project Organisatie + UMCG - Afd. Nefrologie Toegekend bedrag € 717.413,00 Startdatum 1-05-2013 Looptijd 48 maanden Status Afgerond

Doel

Inzicht verkrijgen in de lange termijn effecten van een bewegings- en voedingsinterventie bij niertransplantatiepatienten door middel van een gerandomiseerde interventiestudie binnen meerdere centra.

Samenvatting

De patiënt en transplantaat overleving in het eerste jaar na transplantatie zijn aanzienlijk verbeterd in het afgelopen decennium, daarentegen zijn de lange termijn verwachtingen nagenoeg niet verbeterd. Het verhoogde cardiometabole risico na transplantatie speelt een belangrijke rol in de lange termijn uitkomsten. Gewichtstoename in de eerste jaren na transplantatie draagt bij aan het verhoogde metabool risico, en daarmee ook aan een verhoogd risico op het metabool syndroom en posttransplantatie diabetes. Hoge BMI, evenals een stijging van het BMI na transplantatie zijn risicofactoren voor transplantaatfalen, hypertensie, posttransplantatie diabetes en ischemische hartziekten. Ook de componenten van het metabool syndroom zijn sterk gerelateerd aan een slechtere overleving van de nier. Vanuit het pilot onderzoek in het UMCG blijkt dat de toename in gewicht en BMI voornamelijk plaats vindt in de eerste 2 jaar na transplantatie. Deze stijging in gewicht was geheel te verklaren door een toename in vetmassa. Het gebruik van immunosuppressiva zoals prednisolon draagt bij aan overgewicht na transplantatie, maar een steroïdvrij regime na niertransplantatie kan de gewichtstoename helaas niet voorkomen. Resultaten uit onze pilotstudie laten zien dat een ongezond voedingspatroon en weinig lichaamsbeweging belangrijke determinanten zijn van de gewichtstoename in het eerste jaar na transplantatie. Aandacht voor een gezond voedingspatroon en voldoende bewegen na transplantatie zijn dus erg belangrijk, en het eerste jaar na transplantatie biedt voor preventieve doeleinden een belangrijke window of opportunity. Om inzicht te krijgen in de lange termijn effecten van een bewegings- en voedingsinterventie bij niertransplantatiepatienten wordt een gerandomiseerde interventiestudie uitgevoerd binnen meerdere centra. Het onderzoek dient antwoord te geven op de volgende vragen:1. Leidt een interventie met een focus op bewegen of met een focus op bewegen in combinatie met voeding tot minder toename in vetmassa en cardiometabool risico na transplantatie dan reguliere zorg? 2. Leidt een herstel- en leefstijlprogramma met een focus op bewegen of met een focus op bewegen in combinatie met voeding tot een betere kwaliteit van leven met betrekking tot fysiek functioneren? Hiernaast wordt aandacht besteed aan de volgende punten:- Wat zijn barrières en succesfactoren voor interventie op patiëntniveau? - Wat zijn barrières en succesfactoren op organisatie niveau? - Hoe actief blijven de deelnemers gedurende de follow-up periode? - Uitvoer kosteneffectiviteitsanalyse. - Opleveren implementatieplan.

Conclusies

Het doel van dit wetenschappelijk onderzoek was om te kijken of actieve (leefstijl-)begeleiding na transplantatie leidt tot een betere gezondheid en conditie van getransplanteerde nierpatiënten. In deze studie werden 221 patiënten via loting ingedeeld in 3 groepen: één groep kreeg gedurende 3 maanden een beweegprogramma, gevolgd door 12 maanden beweegbegeleiding. De beweeg+voedingsgroep kreeg daarnaast nog 15 maanden voedingsbegeleiding. De controlegroep kreeg geen extra begeleiding.
Na 3 en 15 maanden waren de waarden voor conditie, spierkracht en kwaliteit van leven op het gebied van fysiek functioneren 2 tot 3 keer zoveel verbeterd in de patiënten die het beweegprogramma hadden gevolgd, dan in de patiënten uit de controlegroep. De kracht nam gemiddeld met 35% toe en fietsvermogen met 18%. Het voedingsprogramma leek op groepsniveau geen meerwaarde te hebben. Er waren ook geen effecten op BMI of gewicht, en ook niet op bloeddruk, vetten in het bloed of suikerhuishouding.
De waardering van de deelnemers voor het programma was groot. De belangrijkste reden om mee te willen doen was ‘om weer beter te worden’. Het lotgenoten contact en professionele en betrokken begeleiding in het ‘ontdekken wat je weer kunt’ worden genoemd als de belangrijkste elementen voor succes.
Deze studie laat zien dat een beweegprogramma na niertransplantatie een sterke en langdurige verbetering geeft in fysiek functioneren en kwaliteit van leven. Het illustreert ook dat zelfs als er een substantiële ziektelast is, leefstijlinterventie zeer succesvol kan zijn. Doordat de studie is opgezet en uitgevoerd in de zorgpraktijk kunnen de ontwikkelde trainingen en protocollen als basis dienen voor implementatie.

Trefwoorden

Transplantatie, leefstijl, beweging, voeding