‘Ik wil mijn patiënten de beste zorg kunnen geven, daar draagt dit onderzoek aan bij’
Bij 1 op de 3 kinderen die dialyse of een niertransplantatie nodig hebben, is een aangeboren afwijking hiervan de oorzaak. Sinds het bestaan van de 20-wekenecho worden veel van deze aandoeningen al tijdens de zwangerschap ontdekt. Maar hoe de nierschade zich vervolgens bij een kind ontwikkelt, is maar zelden te voorspellen. Dat komt doordat de aangeboren nierafwijkingen per kind erg van elkaar verschillen. Ook over de oorzaak van deze aandoeningen is weinig bekend: bij slechts een klein percentage van de kinderen vinden artsen een genetische verklaring of spelen omgevingsfactoren aantoonbaar een rol. Met het ArtDECO-consortium* willen onderzoekers beter kunnen voorspellen wat aangeboren afwijkingen voor de niergezondheid van opgroeiende kinderen betekent. Dr. Rik Westland is projectleider van dit unieke samenwerkingsverband, waarmee Nederland wereldwijd voorop loopt.
Westland: ‘Tegenwoordig kunnen we al in een vroeg stadium zien of er iets mis is met de nieren of urinewegen van het ongeboren kind. Dit roept begrijpelijk veel vragen op bij ouders. Helaas zijn veel van deze vragen moeilijk te beantwoorden. Als kindernefroloog weet je vaak niet hoe ernstig of juist mild de gevolgen van een aangeboren afwijking zijn, en wat de oorzaak is.’ Bij doktoren en ouders kan dit enerzijds leiden tot onnodige bezorgdheid. Anderzijds kan een probleem ook onderschat worden. Bovendien brengt deze onwetendheid voor ouders veel onzekerheid met zich mee. ‘Een vraag van ouders die vaak terugkomt is: moet mijn kind later dialyseren? Zelfs al gaat het goed met het kind, de angst voor toekomstig verlies van de nierfunctie blijft leven bij ouders. Als arts wil je niets liever dan kunnen voorspellen wat een kind en zijn ouders te wachten staat. En daar vervolgens de beste zorg bij geven.’
Eén van de manieren om hier een stapje dichterbij te komen, is om te leren hoe een ‘foutje’ in het DNA ontstaat. Of welke omgevingsfactoren voor problemen kunnen zorgen, zoals een specifieke ziekte bij de moeder of het gebruik van bepaalde medicijnen tijdens de zwangerschap. ‘Door te volgen hoe verschillende aandoeningen zich bij kinderen ontwikkelen en informatie vast te leggen in een data- en biobank, kun je uiteindelijk conclusies trekken’, legt Westland uit. ‘Het is daarbij belangrijk om ook het verloop in de volwassen jaren te monitoren, deze gegevens te verzamelen en op te slaan.’
Kennis samenbrengen vanuit verschillende perspectieven
Al jarenlang wordt wereldwijd onderzoek gedaan naar verschillende vraagstukken rondom aangeboren afwijkingen aan de nieren en urinewegen. Door de complexiteit en de verscheidenheid aan aandoeningen bestaat er toch nog steeds veel onduidelijkheid. Om tot een doorbraak te komen is het volgens projectleider Westland nodig om expertise vanuit verschillende perspectieven samen te brengen. ‘Als je een aandoening echt wilt leren begrijpen dan moet je er vanuit verschillende invalshoeken en kennis naar kijken. Om dit optimaal te kunnen doen, heb je heel veel patiënten nodig en een lange tijdsspanne. Dit is dan ook het uitgangspunt van het ArtDECO-consortium.’
Alle betrokken onderzoekers staan midden in hun onderzoekcarrière binnen de kindernefrologie en klinische genetica, en zijn verbonden aan de verschillende UMC’s van Amsterdam, Nijmegen, Utrecht, Leiden, Rotterdam en Groningen. Samen werken ze aan vijf onderzoeksvragen, waarin het consortium is opgesplitst. Westland: ‘We zetten een data- en biobank op, waarin we informatie en DNA van zo’n 4.000 patiënten onderbrengen. Zowel van kinderen als hun ouders. Daarnaast gaan we op zoek naar mogelijke nieuwe genen die nierafwijkingen kunnen veroorzaken. Ook bekijken we of kleine foutjes in meerdere genen samen eveneens kunnen leiden tot een afwijking.’
Daarnaast neemt het onderzoek omgevingsfactoren onder de loep, die invloed kunnen hebben op aangeboren nierafwijkingen. Die worden bijvoorbeeld vaker aangetroffen bij kinderen van moeders met suikerziekte of overgewicht tijdens de zwangerschap. Daarbij lijken genetische factoren en andere factoren tijdens de zwangerschap elkaar te beïnvloeden en zo de uiteindelijke afwijking en de functie van de nieren (samen) te bepalen. ‘We willen het samenspel tussen deze factoren én genetische factoren leren begrijpen en kunnen linken aan het voorspellen van de niergezondheid van kinderen.’ Een ander focuspunt is het valideren van zogeheten foutjes in de nieren. En hoe deze zich ontwikkelen. Door in het laboratorium zelf mininiertjes (nier-organoïden, red.) te kweken en hier foutjes in aan te brengen, onderzoeken we wat hiervan de gevolgen zijn. En of deze in lijn zijn met de huidige kennis.’
Onderzoekstructuur voor de toekomst
Met het 5 jaar durende onderzoek hoopt Westland een goede onderzoekstructuur op te zetten, waarmee de onderzoekers aangeboren afwijkingen ook in de toekomst kunnen blijven onderzoeken. ‘Daarnaast hopen we de oorzaak van verschillende nierafwijkingen te hebben achterhaald en verwachten we een mooie, eerste stap te hebben gemaakt in het beter kunnen voorspellen van nierproblemen bij aanlegstoornissen in de nieren en urinewegen.’
Ook hoopt Westland met het onderzoek artsen wereldwijd meer handvatten te geven om ouders beter te kunnen voorbereiden op de niergezondheid van hun kind.
*ArtDECO staat voor Aetiology of Renal and urinary Tract anomalies defines Diagnostic Efficacy and Clinical Outcome.