Goede hoop op meer transplantaties
Alwayn: ‘Als we écht zeker weten dat een nier niet goed is, transplanteren we die natuurlijk niet. Maar weten we het niet zeker, dan geven we zo’n nier vaak het voordeel van de twijfel. De wachtlijst voor een donornier is te lang, bijna 2,5 jaar. Te veel patiënten hebben een slechte overlevingskans als ze níet worden geholpen. Daarom accepteren we ook donornieren die op papier minder geschikt lijken voor transplantatie, bijvoorbeeld vanwege hun ouderdom.’
Stap vooruit
‘Elke donornier is noodzakelijk, maar een donornier die niet voor honderd procent aan alle eisen voldoet, heeft wel nadelen. Vaak komt zo’n nier na transplantatie minder snel op gang en functioneert hij minder goed. Ook is de kans groter dat hij wordt afgestoten. Dit komt deels door de onderbroken bloedtoevoer en gebrek aan zuurstof nadat de nier uit het lichaam van de donor is genomen. Vooral nieren van oudere mensen herstellen moeilijker, waardoor transplantaties daarvan minder succesvol zijn. Tegenwoordig worden donornieren in Nederland aangesloten op een machinepomp. Die spoelt de nier na de uitname continu met verdunde rode bloedcellen om zuurstoftransport mogelijk te maken. Dat is een belangrijke stap vooruit, maar nog niet voldoende.’
‘Zo hoeven we straks minder donornieren af te wijzen’
Natuurlijke situatie
Op dit moment kijken onderzoekers overal ter wereld of het mogelijk is om organen te spoelen op lichaamstemperatuur en met toediening van zuurstof, die een meer natuurlijke situatie nabootst. Wetenschappers van het LUMC, UMCG en Erasmus MC onderzoeken nu dankzij een subsidie van de Nierstichting in de PROPER-studie of deze methode ook bruikbaar is voor donornieren. Ian Alwayn is projectleider van deze studie: ‘PROPER bestaat uit twee fasen. In dit eerste deel onderzoeken we of we afgekeurde donornieren voor een langere tijd op deze manier kunnen doorspoelen. Naast zuurstof voegen we ook voedingsstoffen toe om een natuurlijke situatie na te bootsen. In deze fase is het nog niet bewezen dat we de ‘batterij’ daadwerkelijk opladen. De nieren die we in deze eerste fase gebruiken, worden niet getransplanteerd. Het doel is vooral te bekijken hoe en hoelang we de nier op de pomp kunnen houden.’
Schade repareren
Lukt het om ongeschikte donornieren te verbeteren, dan gaan er donornieren op de pomp die wel geschikt zijn voor transplantatie. ‘Aan de Universiteit van Cambridge hebben ze dit al gedaan, voor maximaal een uur. Dat is te kort; we hebben langer nodig om te beoordelen of een nier goed werkt of verbeterd moet worden voor transplantatie. Daarom gaan bij ons de nieren langer op de pomp; eerst drie en vervolgens zes uur. Wij verwachten dat dit de minimale tijd is die nodig is om stamcellen toe te voegen aan de pomp. Want als de PROPER-studie succesvol is, willen we een nieuw onderzoek starten met stamcellen, die het herstellende vermogen van de donornier moeten stimuleren. Zo hopen we dat we uiteindelijk zelfs schade aan donororganen kunnen ‘repareren’, al zullen er nog wel wat jaren overheen gaan, voor het zover is.’
Hoopvol
Prof. dr. Ian Alwayn verwacht dat deze pomp donornieren langer in leven kan houden. ‘Maar we hopen vooral dat we straks beter weten of een nier gaat werken in de ontvanger. En dat we dan donornieren minder snel zullen afwijzen. Ik heb goede hoop dat we daardoor in de toekomst meer patiënten kunnen helpen.’
Meer weten over transplantatie? Lees meer over wat wij doen om meer donornieren beschikbaar te maken.