Ik rij langs het kanaal, de wind staat van links opzij met een kracht of 3, ‘m nu in de rug hebben was wel fijn, maar gelukkig staat ie niet tegen. Ik merk dan mijn tempo inzakt en m’n zitvlak doet na 6 uur fietsen wel zeer, maar ik moet nog een stukje. Ik neem nog een slok uit m’n bidon, ga even uit het zadel om op de pedalen te staan en de gang er weer in te brengen. Die laatste 20km naar huis gaan lukken, want de 164 ervoor vanuit Zeeland zijn ook gelukt!
Dit was afgelopen maart, de langste fietsrit die ik gemaakt heb, 184 km van een weekendje Zeeland terug naar Eindhoven. Dit plan kwam in een gekke opwelling en ik dacht, laat ik het eens proberen ik kan altijd in Breda of Tilburg op de trein stappen, maar het was me gelukt! Bij thuiskomst wachtten mijn vrouw en kinderen me op en kreeg ik van ze een medaille en een hele fijne knuffel, de schatten! Inmiddels fiets ik zo’n 7 jaar. Ik heb kort voor mijn niertransplantatie een tweedehands racefiets gekocht, met als doel deze te gebruiken na mijn transplantatie in het kader van revalidatie om weer conditie opbouwen. Die conditie was de jaren ervoor ver achteruitgegaan en een half uur lopen of staan was toen al te veel. Een racefiets leek me mooi omdat je makkelijk op je eigen tempo kunt fietsen, wat met hardlopen toch moeilijker is, en het kan een half uurtje zijn of als je gek doet 7 uur terug vanaf Zeeland. Bijkomend voordeel is dat het opknappen en onderhouden van mijn racefiets meteen een leuke technische hobby is waar ik mijn ei in kwijt kan. Wat ik al snel merkte is dat fietsen me goed doet. Als ik een rondje fiets kom ik fris en vrolijk terug, de conditie opbouw helpt me de rest van de week beter door te komen en het buiten zijn doet me goed. Daarnaast is een rondje fietsen een lage cognitieve belasting en laat ik daar nou de meeste last van hebben wat vermoeidheid betreft. Veel prikkels, drukke omgevingen, langere tijd concentreren, dat gaat allemaal moeizaam, maar fietsen gaat heel goed. Maar mijn longen, hart en spieren doen hun ding wel als ik fiets en dat heb ik met de jaren goed getraind. Dat er iets is was me dus wél goed afgaat is heel fijn en geeft voldoening en een vlak om mezelf uit te dagen. Dat laatste doe ik door ieder jaar een doel te stellen voor mezelf. Het begon heel klein met 2 uur kunnen fietsen naar 40 km door de Limburgse heuvels tot 100km met 1000 hoogtemeters vorig jaar in de Ardennen. En dit jaar heb ik als doel een keer 200km te voltooien. Maar die keer in Limburg zal ik nooit vergeten. We begonnen vanaf een camping onder de voet van de Keutenberg (de steilste klim van Nederland, 22%) en hadden een rit van zo’n 40 km met 600 hoogtemeters gepland. Samen met 4 vrienden gingen we op pad. Dit was mijn eerste echte keer in de heuvels en om het mezelf makkelijk te maken had ik marktplaats afgestruind naar onderdelen om een lichter verzet op mijn fiets te hebben en was ik goed voorbereid met sportdrank en voeding. De eerste klimmen deed ik relatief rustig aan, want onze laatste klim was de Keutenberg. Die indeling was verstandig, wat poeh, wat een kuitenbijter is die Keutenberg zeg! Maar het lukte me om óók deze klim helemaal op te fietsen, ook al moest ik écht tot het gaatje gaan! Toen we allemaal boven op de klim weer samen waren schoot ik vol. Dat ik dít weer kon en dat nadat ik in een paar jaar was afgetakeld van fitte twintiger naar een zwakke nierpatiënt deed me veel, heel veel! En ook nu ik dit typ komen die mooie emoties weer op. Maar dit verhaal eindigt niet hier, later in dat jaar toen ik jarig was kreeg ik van diezelfde vrienden een ingelijste foto als cadeau. Op die foto stonden wij met onze fiets boven op de Keutenberg, onze triomf-foto. Zoals je misschien kunt raden, weer schoot ik vol. Deze foto staat nu op onze slaapkamer en is voor mij een inspiratie. Ik werk niet meer door mijn gezondheid en ben minder fit dan vroeger, maar als ik goed voor mezelf zorg, regelmatig fiets en mijn energie goed verdeel ben ik soms in staat tot mooie prestaties!
Dus die fiets, dat stukje aluminium met pedalen, wielen, een zadel en een stuur brengt mij veel, heel veel. Op de fiets ben ik geen patiënt, heb ik geen beperkingen en kan ik wél volle bak gaan. De fiets geeft mij een bezigheid, een doel en een uitdaging. En ik weer zeker dat dit ervoor zorgt dat ik een fittere, vrolijkere en betere vader en echtgenoot kan zijn voor mijn gezin en meer uit mijn leven kan halen. Ik blijf de komende jaren dus doelen voor mezelf stellen en wie weet wat ik met de jaren weer wél kan.