Het belang van vroeger opsporen van chronische aandoeningen
22 April 2025
Op 15 april verscheen het rapport van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) over vroege screening van ziekten en de zogenoemde diagnose-expansie.
In het rapport wordt er afgevraagd of er voldoende oog is voor de keerzijde van testen en screenen. Enerzijds is het belangrijk om mensen met een ziekte tijdig in beeld te hebben, om ze goed te kunnen behandelen om erger te voorkomen. Anderzijds wil je mensen niet onnodig testen en ongerust maken.
In Nederland hebben ongeveer 1,8 miljoen mensen chronische nierschade. Een groot deel van hen is zich daar niet van bewust. Nierschade geeft namelijk lange tijd geen duidelijke klachten. Zo’n 600.000 mensen komen überhaupt niet bij een arts, en zelfs bij mensen die wél onderzocht worden, blijft de diagnose vaak uit. Labwaarden worden niet altijd goed herkend of opgevolgd. Het gevolg: mensen krijgen niet op tijd de zorg die ze nodig hebben, met ingrijpende gevolgen voor hun gezondheid.
In veel gevallen wordt nierschade pas vastgesteld als de diagnose in een ver gevorderd stadium is. Vaak merk je het pas wanneer de nieren nauwelijks meer functioneren. Dan spreken we over nierfalen. Op dat moment zijn de behandelopties beperkt, zwaar en ingrijpend: dialyse of een niertransplantatie. Dialyseren betekent dat iemand meerdere keren per week urenlang aangesloten is aan een machine , wat fysiek en emotioneel belastend is. Transplantatie kan uitkomst bieden, maar de wachtlijsten zijn lang, zo’n 2,5 jaar.
Wanneer nierschade pas laat ontdekt wordt, op het moment dat er klachten zijn, zijn de gevolgen vaak groot. Door tijdig te behandelen, kan de achteruitgang van de nierfunctie worden vertraagd of zelfs gestopt. Zo wordt de noodzaak voor nierfunctie vervangende behandeling uitgesteld of soms voorkomen. Bovendien verkleint vroege behandeling het risico op complicaties zoals hart- en vaatziekten en nierfalen . Dit betekent minder onnodig lijden en verlicht de druk op de medisch-specialistische zorg, zodat die toegankelijk en op hoog niveau blijft voor de mensen die het echt nodig hebben.
Bovendien blijkt uit onderzoek MWM2 (2021) dat een groot deel van de Nederlanders, risicogroepen en patiënten met nierschade aangeeft pas in actie te komen als:
- Ze klachten krijgen en als ze weten dat de gevolgen zeer ernstig zijn (45%)
- De huisarts de actie voorschrijft (44%)
- Ze precies weten wat ze wanneer wel en niet moeten doen (40%)
Tegelijkertijd zetten wij ons in voor het bevorderen van een gezonde leefstijl en een gezonde voedingsomgeving om zo het ontstaan van chronische ziekten zoveel mogelijk te voorkomen. We ondersteunen daarom het advies van de RVS om sterker in te zetten op primaire preventie via wettelijke maatregelen voor voeding en een gezonde leefomgeving. En dat dit hand in hand moet gaan met vroeger opsporen en behandelen van chronische ziekten. Zo zorgen wij ervoor dat niet iedereen ziek wordt en dat wanneer mensen ziek worden, deze aandoeningen minder ernstig verloopt en de zorg toegankelijk blijft voor de mensen die het nodig hebben.