Oorzaken en gevolgen van vermoeidheid ontrafeld in de RIFF-studie
2 December 2024
Vermoeidheid is een van de meest voorkomende klachten bij patiënten met gevorderde, chronische nierschade. Internist-nefroloog Ellen Hoogeveen gaat met haar Missie+ beurs beter uitzoeken waar de ernstige vermoeidheid bij nierschade vandaan komt en welke patiënten er meer risico op hebben.
Uit eerder onderzoek is duidelijk geworden dat een grote meerderheid van de patiënten met gevorderde nierschade (stadium 4 en 5) last heeft van vermoeidheid en een kwart van hen ervaart daar zelfs ernstige hinder van. Hoogeveen legt uit dat de vermoeidheid die nierpatiënten voelen, meer is dan ‘gewone’ moeheid. ‘Patiënten omschrijven het vaak als een enorme, zware moeheid die ze lamlegt, ze voelen zich echt uitgeput. Bovendien komt de vermoeidheid voor in de fase vóórdat iemand begint met dialyse, maar ook in de fase na de start van dialyse. De dialysebehandeling kan de vermoeidheid dus maar gedeeltelijk wegnemen.’
Ondanks het feit dat vermoeidheid zoveel voorkomt bij nierpatiënten, is er nog maar weinig bekend over de oorzaken en gevolgen ervan én over een mogelijke behandeling. Hoogeveen - die als internist-nefroloog in het Jeroen Bosch Ziekenhuis werkt en als onderzoeker in het Leids Universitair Medisch Centrum - en haar collega’s, willen daar verandering in brengen. Samen met onderzoekers uit het OLVG (Amsterdam) hebben ze daarom de zogenaamde Risk Factors for Fatigue (RIFF)-studie opgezet. Daarin gaan ze eerst beter in kaart brengen hoe vaak vermoeidheid nou echt voorkomt bij deze patiënten, hoeveel last patiënten ervan hebben en hoe dit verandert in de tijd. Ook kijken ze hoe het samenhangt met andere klachten.
Daarna gaan de onderzoekers uitzoeken welke patiënten een hoger risico hebben op vermoeidheid. ‘Als we weten welke patiënten een hoger risico hebben op vermoeidheid en waar dat door komt, dan kunnen we voor hen hopelijk een meer gerichte en persoonlijke behandeling voor de vermoeidheid ontwikkelen’, legt Hoogeveen uit.
Verder onderzoeken ze welke effecten vermoeidheid heeft op de kwaliteit van leven van nierpatiënten en op andere uitkomsten, zoals ziekenhuisopnames en sterfte. Hoogeveen vertelt dat ze voor het grootste deel van het onderzoek gebruik maken van patiëntengegevens die al eerder zijn verzameld voor andere grote onderzoeken en patiëntenregistraties. Alleen voor het laatste deel van het RIFF-project geldt dat niet. Daarin zullen de onderzoekers patiënten, nefrologen en verpleegkundigen interviewen over hun ervaringen, behoeften en verwachtingen rond vermoeidheid.
Hoogeveen: ’De bevindingen van de verschillende deelstudies zullen worden gebruikt om de zogenaamde PRO-guide aan te vullen. Dat is een soort handleiding die nefrologen kunnen gebruiken in de spreekkamer bij het voeren van gesprekken over de symptomen en ervaringen van patiënten. We hopen dat de resultaten van de RIFF-studie uiteindelijk leiden tot een betere behandeling voor vermoeidheid en een betere kwaliteit van leven.’