Minder misprikken met echobeelden

Als thuisdialysepatiënten problemen hebben met aanprikken, moeten zij weer een tijd in het ziekenhuis dialyseren. In het Radboudumc kunnen zij voortaan een echoapparaatje mee naar huis krijgen waarmee ze zelf hun probleem kunnen oplossen.

De mogelijkheid om thuis te dialyseren in plaats van in een ziekenhuis is voor sommige patiënten een uitkomst. De zware behandeling past op die manier beter in hun persoonlijke leven. Thuis voeren ze de behandeling zelf uit, te beginnen met het aanprikken van de naalden in de shunt. Alleen gaat dat nog weleens mis. Met als gevolg dat de patiënt toch weer een tijd voor de dialysebehandeling naar het ziekenhuis moet.

Op de dialyseafdeling van het Radboudumc in Nijmegen besloten ze iets nieuws te proberen. Projectleider en dialyseverpleegkundige Myrthe Pondman: ‘Binnen het centrum gebruiken we een echo als er problemen met aanprikken zijn. Mijn collega en thuisdialyseverpleegkundige Anita Toonen vroeg zich af: kunnen we patiënten trainen zodat ze thuis een echo kunnen gebruiken? Maar onze apparaten zijn nogal log en ingewikkeld. Na overleg met artsen en de vaattoegangsverpleegkundigen, zijn we op zoek gegaan naar een echo die makkelijk is in gebruik.’
Ze vonden een klein echoapparaat dat geijkt is op vaatfunctie en weleens in huisartsenpraktijken wordt gebruikt. Voor het apparaat zelf was budget op de afdeling. Om vervolgens een training op te zetten voor patiënten dienden Pondman en Toonen een voorstel in bij de NierstichtingChallenge.

Echo als controlemiddel
De patiënten leren in de training zelf aanprikken met behulp van de echobeelden. Wat vaak gebeurt is dat patiënten misprikken of dat ze de naald wel kunnen aanprikken maar niet ‘opvoeren’. Het lukt dan niet om de naald volledig in het bloedvat te schuiven. Met de echo kunnen ze van tevoren kijken hoe de shunt ligt en welke positie de naald moet hebben ten opzichte van de shunt. Dat is niet hetzelfde als echogeleid aanprikken. Dat laatste is een medische handeling waarvoor een vaatverpleegkundige specifiek is opgeleid en waarbij ze tegelijkertijd de echo bekijkt en prikt. Voor patiënten is dat te moeilijk. Pondman: ‘Dit is meer kijken, prikken, kijken, prikken, doorschuiven. De echo is er als controlemiddel.’

Het belangrijkste doel is om te voorkomen dat patiënten naar het ziekenhuis moeten, maar beter aanprikken heeft ook een medisch voordeel. Als je vaak misprikt, krijg je bijvoorbeeld sneller vaatwandbeschadigingen en ook de kans op aneurysma’s wordt groter. In het ergste geval scheurt de shunt waardoor een operatie nodig is voor een nieuwe vaattoegang.

Uitleg voor iedereen
Voor Pondman was de grootste uitdaging om de informatie in de training zo weer te geven dat het voor elke patiënt begrijpelijk is. ‘Je weet zelf toch veel meer over hoe een shunt werkt. En binnen de patiëntengroep zijn ook weer verschillen in begripsniveau.’ Daarom wordt elke stap met een foto en met tekst uitgelegd. Bij het ontwikkelen van de training zijn patiënten betrokken. Die wezen bijvoorbeeld op verschillende mogelijke interpretaties van de uitleg waardoor Pondman en haar collega’s tekst en foto’s konden verbeteren.
Inmiddels hebben vier patiënten de echo een tijdje in huis gehad. Zij hebben meer gevoel gekregen voor hoe de naald ligt. ‘Soms zijn er tijdelijke problemen waar je niet echt de vinger op kan leggen. Door de beelden krijgen patiënten meer kennis over het verloop van het bloedvat en hoe ze het beste kunnen prikken. Het verbaasde me hoe snel de patiënten het oppikten en hoe blij ze ermee waren.’

Zodra de training voor thuisdialyse weer wordt opgestart – deze lag tijdelijk stil vanwege corona – worden alle nieuwe patiënten die thuis gaan dialyseren meteen getraind om vertrouwd te raken met de echo. Als er dan later problemen ontstaan, krijgen ze de echo direct mee naar huis. De dialyseafdeling van het Radboudumc is de eerste die patiënten zelf een echo mee naar huis geeft. In de toekomst wil de afdeling misschien nog meer echo’s aanschaffen zodat meerdere patiënten er tegelijk een thuis kunnen hebben. De vier patiënten die hem al gebruikt hebben, zijn allemaal nog hooguit een of twee dagen terug geweest in het ziekenhuis. Pondman: ‘We hebben er echt succes mee gehad.’