FAQ Zout
Zout
Je loopt een extra groot risico op chronische nierschade wanneer je:
- Een hoge bloeddruk of diabetes mellitus hebt
- Eerder hart- en vaatziekten hebt gehad
- Ouder bent dan 70 jaar
- Veel medicijnen (>5) en/of bepaalde medicijnen gebruikt (zoals ontstekingsremmende pijnstillers; NSAID’s).
De verwachting is dat het aantal mensen met chronische nierschade de komende jaren alleen maar verder zal toenemen door de vergrijzende bevolking en een toename in het aantal mensen met diabetes of een hoge bloeddruk.
Beschadigde nieren zijn extra gevoelig voor zout, en gaan hierdoor sneller achteruit. Bij patiënten met nierschade kan een lichte of matige zoutbeperking de hoeveelheid eiwit in de urine al verlagen. De hoeveelheid eiwit is een maat voor nierschade, minder eiwitverlies betekent minder achteruitgang van de nierfunctie.
Kruiden en specerijen geven de maaltijd meer kleur, geur en smaak. Zout toevoegen is dan niet meer nodig. Je kunt hiervoor verse, diepgevroren of gedroogde kruiden gebruiken. Bij elk gerecht passen één of meerdere kruiden en specerijen. Een tip voor beginners: gebruik in principe niet meer dan drie kruiden tegelijk.
Tip: de kruidenwijzer geeft nog meer tips en helpt bij het kruiden van het eten.
Sommige zoutproducten lijken gezonder, maar zijn het niet. Het gaat om producten met namen als zeezout, Himalayazout en Keltisch zout. Het belangrijkste ingrediënt van deze producten is natriumchloride (NaCl), dat is keukenzout. Voor het effect op je gezondheid maakt het niet uit waar het zout vandaan komt of hoe het is bewerkt.
Te veel van deze zoutproducten is dus net zo schadelijk. Sommige zoutproducten benadrukken dat er mineralen en spoorelementen in zitten, zoals jodium, magnesium en calcium. Maar ook die maken het niet gezonder: er zit namelijk zo weinig van zulke stoffen in, dat die niet bijdragen aan de gezondheid.
Let op: Dieetzout en halvazout of mineraalzout bevatten dan wel 50 – 90% minder natrium dan keukenzout, maar in natriumarme smaakmakers is natrium voor een groot deel vervangen door kaliumzout. Mensen met ernstige nierschade moeten opletten met de inname van kalium, waardoor dit zout geen geschikt alternatief is.
Fabrikanten zijn verplicht om op het etiket van hun voedingsmiddelen te vermelden hoeveel zout er in zit. Door etiketten van verschillende producten met elkaar te vergelijken, zul je ontdekken dat het zoutgehalte in producten verschilt. Zo kan aardappelpuree van het ene merk veel meer zout bevatten dan van een ander merk. Ook binnen merken zijn er grote verschillen tussen producten. Een pizza met groente bevat bijvoorbeeld minder zout dan een pizza van hetzelfde merk met vlees of kaas. Als je steeds kiest voor het merk of de variant met minder zout, maak je echt verschil. Let wel op of de hoeveelheid zout staat vermeld per portie, of per 100 gram. Vergelijk dit met dezelfde gegevens op het andere product.
80% van het geconsumeerde zout krijg je binnen via gekochte voedingsmiddelen. De rest voegen mensen toe tijdens het koken of aan tafel. De warme maaltijd levert het meeste zout (36%) gevolgd door de lunch (31%). Belangrijke vermijdbare bronnen van zout in het Nederlandse voedingspatroon zitten in het koken met pakjes en zakjes, kant-en-klare soepen en sauzen, bewerkt vlees, kant-en-klaar maaltijden en hartige en zoete tussendoortjes zoals chips en koek.
Vaak gegeten alledaagse producten zoals brood, kaas, kant-en-klare soep, vlees(waren) en vleesvervangers leveren echter ook een grote bijdrage aan de dagelijkse zoutinname.
Wat zijn de gezondheidseffecten van minder zout?
Minder zout helpt mensen met een normale bloeddruk om de bloeddruk binnen de normaalwaarden te houden. Maar vooral mensen met een hoge bloeddruk hebben baat bij minder zout omdat het helpt de bloeddruk te verlagen. Ook neemt het effect van bloeddrukverlagende medicijnen toe. Bij mensen met chronische nierschade draagt minder zout bij aan de bescherming van de resterende nierfunctie. Medicijnen die de nieren beschermen tegen verdere achteruitgang en het eiwitverlies in het bloed verminderen werken beter.
Chronische nierschade is onomkeerbaar en de impact is groot. De levensverwachting is korter en de kwaliteit van je leven komt onder druk te staan wanneer je moet gaan dialyseren. Een verlaging van de zoutconsumptie tot maximaal 6 gram per dag kan naar schatting bijna 150.000 gevallen van chronische nierschade voorkomen over een periode van 10 jaar. Daarnaast voorkomt het bij 250 mensen nierfalen, waarbij dialyse of transplantatie nodig is.
Zout verhoogt de bloeddruk en vergroot hiermee het risico op hart- en vaatziekten. De hoge bloeddruk beschadigt de kleine bloedvaatjes in de nieren. Het verlagen van de bloeddruk met medicijnen kan dit schadelijke effect van zout slechts ten dele verhelpen. Hoge bloeddruk en nierschade versterken elkaar. Bij chronische nierschade kunnen de nieren natrium minder goed uitscheiden. Het lichaam houdt daardoor zout en vocht vast, wat bijdraagt aan een hoge bloeddruk en kan leiden tot hartfalen. Te veel zout jaagt dit vliegwiel aan én versnelt de verslechtering van de nierfunctie, waardoor transplantatie of dialyse eerder nodig is.
De Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad bevelen maximaal 6 gram zout per dag aan. De WHO kwam in 2013 met het advies dat maximaal 5 gram zout per dag nog beter zou zijn.
De Gezondheidsraad geeft aan dat een verdergaande vermindering van de zoutinname zal resulteren in een grotere gezondheidswinst. Maar omdat de zoutinname in Nederland onverminderd hoog is (de gemiddelde dagelijkse consumptie van keukenzout in Nederland ligt op 9,7 gram voor mannen en 7,4 gram voor vrouwen) en omdat er onvoldoende cohortstudies zijn om de richtlijn op een heel specifiek niveau vast te stellen, handhaaft zij haar advies van 6 gram per dag.