FAQ Nieren en medicijnen
Nieren en medicijnen
Wij weten als geen ander hoe het is om te leven met (ernstige) nierschade of nieren die helemaal niet meer werken. Dat willen we koste wat kost voorkomen. Medicijnen kunnen, wanneer deze niet worden afgestemd op de nierfunctie, onnodige bijwerkingen of nierschade veroorzaken of verergeren. Soms zo erg dat het leidt tot ziekenhuisopnames. Daarom willen we de bewustwording van mensen die risico lopen vergroten, zodat medicijnen veilig hun werk kunnen doen!
Wil je dat je apotheker kan controleren of jouw medicijnen bij je nierfunctie passen, geef de apotheker dan toestemming om de nierfunctie op te vragen bij je arts. Of vraag je arts de nierfunctie door te geven aan de apotheker. Toestemming geven kan mondeling.
Let op: heb je al online toestemming gegeven om je medische gegevens via het Landelijk Schakelpunt te delen? Deze toestemming omvat niet het delen van laboratoriumwaarden, zoals de nierfunctie. Hiervoor moet je je arts en apotheker apart toestemming geven.
Je arts en apotheker bepalen samen zorgvuldig wat voor jou nierveilig medicijngebruik is. Beiden hebben hun eigen deskundigheid. De arts beoordeelt of het nodig is een medicijn voor je aandoening voor te schrijven. De apotheker beoordeelt of het medicijn bij je past en, als je meerdere medicijnen gebruikt, of je deze samen kunt gebruiken. De apotheker kan dit doen omdat hij een overzicht heeft van alle medicijnen. Ook van de medicijnen die je van een andere arts krijgt voorgeschreven. Laat je apotheker wel weten welke medicijnen je haalt bij de drogist, supermarkt of bij een andere apotheek. Wanneer de apotheker ook je nierfunctie heeft, kan hij controleren of de medicijnen bij je nierfunctie passen.
Waarschijnlijk in veel gevallen nog niet. Een arts is wettelijk verplicht om - met jouw toestemming - een afwijkende nierfunctie aan de apotheker door te geven, maar in de praktijk gebeurt dit vaak nog niet. Een arts mag niet zonder jouw toestemming medische gegevens doorgeven aan de apotheker en voor het delen van laboratoriumwaarden, zoals de nierfunctie, moet je apart toestemming geven.
In de loop van je leven gaat je nierfunctie langzaam achteruit. Iemand die verder gezond is, kan op z’n zeventigste een nierfunctie hebben van minder dan 60%. De verminderde nierfunctie wordt dan vaak als normaal gezien. Maar ook op oudere leeftijd is een verminderde nierfunctie een risico op ziekte en sterfte en moet de dosering van sommige geneesmiddelen worden aangepast. Heb je ook nog diabetes, een hart- en vaatziekte of een hoge bloeddruk, dan kan het zijn dat je nierfunctie sneller achteruit gaat. Dan is het belangrijk de nierfunctie te laten meten, zodat de arts en apotheker hier rekening mee kunnen houden bij de keuze en dosering van het medicijn.
De belangrijkste oorzaak van nierschade is een hoge bloeddruk, diabetes of beide. Mensen met diabetes en mensen met een hoge bloeddruk hebben vaak ook een verminderde nierfunctie.
Als je een verhoogde bloeddruk, diabetes of een hart- en vaatziekte hebt, moet je nierfunctie eenmaal per jaar worden gemeten. Dit geldt ook voor mensen met een nierziekte. De nierfunctie wordt gemeten met een bloedonderzoek, dat meestal plaatsvindt voor of na een controlebezoek voor je aandoening bij uw arts, verpleegkundige of praktijkondersteuner. Ook wanneer je ouder bent dan 65 jaar en meerdere medicijnen gebruikt, kan het gewenst zijn de nierfunctie te laten meten. Vraag aan je arts of dit zinvol is.
De nierfunctie wordt bepaald met een bloedonderzoek. In het bloed wordt de hoeveelheid kreatinine gemeten. Als er teveel inzit, kan het zijn dat de nieren minder goed werken. Op basis van de hoeveelheid kreatinine in je bloed wordt je nierfunctie (eGFR) geschat. De eGFR geeft weer hoeveel bloed je nieren per minuut filteren.
Wanneer je diabetes, hoge bloeddruk of hart- en vaatziekten hebt, kom je waarschijnlijk een paar keer per jaar voor controle bij een arts, verpleegkundige of praktijkondersteuner. Bij het bloedprikken wordt vaak ook de nierfunctie bepaald. Vraag je zorgverlener hiernaar bij een volgend bezoek en geef, wanneer je dat wilt, toestemming aan je zorgverlener om de nierfunctiewaarden te delen met andere zorgverleners, zoals de apotheker.
Het kan lang duren voordat je merkt dat je nieren minder functioneren. Pas wanneer de nieren nog maar zo'n 30% werken, krijgen mensen klachten.
Nieren filteren het bloed. Ze verwijderen afvalstoffen en medicijnen uit het lichaam. De nierfunctie zegt iets over hoe goed de nieren werken. Een arts kan dit eenvoudig nagaan door je bloed hierop te controleren. Op basis van de hoeveelheid kreatinine in je bloed word je nierfunctie (eGFR) geschat. De eGFR geeft weer hoeveel bloed de nieren per minuut filteren. Als je eGFR minder is dan 60 ml/min/1.73m2 (is een nierfunctie van ongeveer 60%), kan het nodig zijn dat je arts of apotheker de dosering van het medicijn aanpast of voor een ander medicijn kiest.
Sommige pijnstillers, zoals de NSAID’s (ibuprofen, diclofenac en naproxen), kunnen nierschade veroorzaken. Deze pijnstillers kun je zelf kopen bij de drogist, supermarkt of apotheek.
Ook medicijnen die de arts voorschrijft kunnen soms nierschade veroorzaken, wanneer:
- ze in een bepaalde combinatie gebruikt worden
- je een al een verminderde nierfunctie hebt
Het is daarom belangrijk dat je apotheker je nierfunctie kent en weet welke medicijnen je gebruikt, ook medicijnen die je ergens anders haalt.
Heb je een verminderde nierfunctie en gebruik je bloeddrukverlagers of NSAID’s? Let dan op bij koorts, overgeven en ernstige diarree. Dan kan uitdroging soms tot acute nierschade leiden.
Medicijnen hebben een positieve werking maar kunnen ook nieuwe klachten geven. Dat zijn bijwerkingen. Om bijwerkingen zoveel mogelijk te voorkomen is het belangrijk dat je je medicijnen in de juiste dosering gebruikt. Als je nieren minder goed werken, blijven sommige medicijnen langer in het lichaam. Hierdoor kun je last krijgen van bijwerkingen. Wanneer je nierfunctie bekend is, kan je arts samen met je apotheker beoordelen of de medicatie moet worden aangepast.