Er zijn bijna geen voedingsmiddelen die ‘absoluut’ worden afgeraden. Dat heeft te maken met het feit dat de meeste voedingsmiddelen die wegens veiligheidsredenen ter discussie staan, dat staan vanwege de kans op infecties. Veel van die voedingsmiddelen geven voor iedereen een (klein) gezondheidsrisico, dat weliswaar veel groter kan zijn na niertransplantatie.
Vaak manifesteert dit zich snel na gebruik met gezondheidsklachten die overzichtelijk zijn maar wel in ziekenhuisopname kunnen uitmonden. Het is een persoonlijke afweging of je je aan die risico’s wilt blootstellen, net als deelname aan het verkeer.
Gezond verstand (Hoe vers is het? Hoe hygiënisch is iets bereid?) en de afweging of je het plezier van het nuttigen van iets vindt opwegen tegen het risico zijn daarbij heel belangrijk. Als je heel blij wordt van Sushi dan kan je er voor kiezen dit gewoon te gebruiken; geef je er niet om dan zal je al snel het risico te groot vinden.
Over twee groepen moet ik een aparte opmerking maken. Ongepasteuriseerde kazen kunnen een besmetting op leveren met listeria en dat kan zich manifesteren als een hersenvliesontsteking wat een ernstig beloop kan hebben.
Varkensvlees of wild dat niet is gebakken of gekookt (je moet dan denken aan gedroogde worst, paté, etc. Dat is allemaal niet gebakken of gekookt) kan Hepatitis E bevatten. Hepatitis E kan leverontsteking en levercirrose geven waarbij pas weken of maanden na de blootstelling ziekte optreed. Er is dan geen directe link tussen de schade en de inname van het voedingsmiddel. Ik denk dat het vooral belangrijk is dat patiënten weloverwogen kiezen dergelijke voedingsmiddelen wel of niet te nuttigen.