In het kort
- Iemand met nierfalen heeft een nieuwe nier nodig om in leven te blijven
- Iedereen die gezond is kan een nier afstaan en verder leven met 1 nier
- Een nier van een levende donor is beter dan een nier van een overleden donor
Selecteer de tekst die je wilt vertalen en kies 'Vertalen'. Kies vervolgens de gewenste taal. Je kunt de vertaalde tekst beluisteren of lezen.
Nierdonatie bij leven betekent dat een gezond mens een nier geeft aan een nierpatiënt. Iedereen die gezond is kan een nier afstaan, en daarna verder leven met 1 nier.
Een gezond mens kan een nier doneren aan een familielid of partner, maar ook aan een vriend, vriendin of kennis. Het is ook mogelijk om een nier af te staan aan een onbekende.
De donor kan gewoon verder leven met 1 nier. Want nieren doen veel meer werk dan nodig is. Na de donatie heeft de donor dus nog steeds voldoende nierfunctie. De meeste donoren merken nauwelijks verschil met de periode voor de donatie. Nierdonoren hoeven na de donatie geen medicijnen te gebruiken of een dieet te volgen.
Voor de nierdonatie wordt de donor uitgebreid onderzocht. De artsen willen zeker weten dat de donor gezond is en zo min mogelijk risico loopt. Het kan wel een paar maanden duren voordat alle onderzoeken zijn afgerond.
Tijdens de operatie wordt de nier uit het lichaam van de donor gehaald. Daarna wordt de nier in het lichaam van de ontvanger geplaatst.
Een donornier gaat naar een nierpatiënt die ernstig ziek is. Hij of zij heeft nierfalen. De nieren werken dan heel slecht. Zonder behandeling zou de patiënt overlijden.
Dialyse is ook een mogelijke behandeling. Maar niertransplantatie is meestal de beste behandeling. Een transplantatie is minder zwaar dan dialyse. Dialyse kost veel tijd en is erg vermoeiend. Bij dialyse blijven de nieren toch steeds verder achteruit gaan, ondanks de behandeling. Transplantatie levert veel betere resultaten op. Patiënten blijven langer leven en hebben meer energie.
Niertransplantatie kan met de nier van een overleden donor of met een nier van een levende donor.
Een nier van een overleden donor heet ook wel een postmortale nier. Postmortaal betekent na de dood. Er is een wachtlijst voor postmortale nieren. Het kan jaren duren voordat een nierpatiënt aan de beurt is. De meeste mensen op de wachtlijst moeten daarom eerst een tijd dialyseren.
Daarom gebeuren er ook transplantaties met nieren van levende donoren. Artsen hebben ontdekt dat een gezond mens prima kan leven met 1 nier. Want nieren die goed werken, kunnen veel meer werk doen dan nodig is.
Levende donatie biedt verschillende voordelen voor een nierpatiënt
Een nier doneren heeft ook nadelen en mogelijke gevolgen. De donor is een gezond mens. Toch moet hij of zij een operatie ondergaan. Een operatie brengt altijd risico’s met zich mee.
Veel nierpatiënten durven niet zo’n groot offer te vragen aan hun naasten. Dat maakt levende donatie een moeilijk onderwerp om over te praten. Als de donatie toch doorgaat, breekt een emotionele tijd aan. Dit kan positieve maar ook negatieve gevolgen hebben voor de onderlinge relatie.
Er gelden voorwaarden voor nierdonatie bij leven.
De meeste mensen doen een directe nierdonatie: ze geven de nier aan een bepaalde patiënt. Maar dat is niet altijd mogelijk. Bijvoorbeeld als jullie bloedgroepen niet bij elkaar passen. Dan zijn er nog andere mogelijkheden. De arts of coördinator uit het transplantatiecentrum vraagt of je hierin interesse hebt. Andere vormen van nierdonatie zijn:
Lees over transplantatiemogelijkheden als er geen match is.
Onze deskundigen dragen bij aan betrouwbare informatie.
Ruth Dam, verpleegkundig specialist, coördinator nierdonatie bij leven
Tessa de Jong, verpleegkundig specialist, coördinator nierdonatie bij leven
Carla Schrauwers, verpleegkundig specialist, transplantatiecoördinator
Willij Zuidema, stafadviseur niertransplantatie