Vandaag is de dag van de operatie. Ik ben er klaar voor! Dankzij een half slaaptabletje heb ik goed geslapen. Ik kan alleen nog maar denken aan wat er gaat gebeuren vandaag. Tijdens het douchen kijk ik naar mijn buik. Hoe ziet die er straks uit?
Het is nog ochtend als ik de helverlichte operatiekamer in wordt gereden. Dr. Idu, de chirurg, stelt me enkele vragen om te controleren of ik wel de goede patiënt ben. Naast me duikt er ineens een hoofd op. ‘Ik ben uw anesthesist,’ zegt het hoofd. Dat is het laatste wat ik me kan herinneren…
Ik word wakker op de uitslaapkamer. De verpleegkundige vertelt me dat ik er al een half uur ben. Volgens hem heb ik al met mijn schoonzoon en met mijn dochter Irene gebeld. Ik kan me er niets van herinneren. Ik geloof het pas als Irene me later het exacte tijdstip van het gesprek op haar smartphone laat zien.
Er is me ook al verteld dat de nieruitname geslaagd is, en dat Viola volgens dr. Idu een ‘mooi niertje’ krijgt. Maar ook dit is verdwenen in de mist van de narcose.
Viola wordt na haar operatie de uitslaapkamer in gereden, juist op het moment dat ik naar buiten word gebracht. Onze bedden passeren elkaar. Het is een bijzonder moment, dat op mijn netvlies gegrift staat. We zeggen tegen elkaar dat het goed gaat. De ziekenhuismedewerkers om ons heen staan even stil, om te kijken naar wat er gebeurt. ‘Dit komt bijna nooit voor’, hoor ik iemand zeggen.
Terug op mijn kamer heb ik ontzettende dorst, ik blijf maar drinken. Mijn ‘enige’ nier doet zijn best om dat allemaal te verwerken. Het levert overvolle urinezakken op. Uit angst de nier te overbelasten besluit ik iets minder te drinken. Mijn zuurstofwaarde is met 88% erg laag. Ook al ben ik niet kortademig, ik krijg toch een ‘neusbrilletje’ met drie liter zuurstof.
Met Viola gaat het goed na de transplantatie. ’s Avonds blijkt de ‘nieuwe’ nier z’n werk te doen: er wordt flink geplast. Viola’s man Rob mag in de al een half uurtje bij haar op bezoek. Voor mij brengt hij een enorme (opblaas)zonnebloem mee. Prachtig, de kamer vrolijkt ervan op.
‘Mijn moeder schonk mij maar liefst twee keer het leven. Als Viola 2.0 zie ik weer een toekomst voor me’