Selecteer de tekst die je wilt vertalen en kies 'Vertalen'. Kies vervolgens de gewenste taal. Je kunt de vertaalde tekst beluisteren of lezen.

Dagboek van een nierpatiënt

Hoe ik het verklootte

7 augustus 2025

Erik, mijn lat-geliefde, is knap en grappig, wat een zeldzame combinatie is. Hij heeft zwarte krullen, groene ogen, geen eigen kinderen en is dol op mijn zoons. Erik neemt de ernstige oudste serieus, het lawaai van de jongste erbij en we zijn een gelukkig viertal als hij er is. Dat is niet zo vaak, want hij is bioloog, schimmelexpert. En dat brengt met zich mee dat hij steeds onderzoek moet doen naar zeldzame schimmels in het buitenland.

Hij vindt het niet erg dat mijn huishouden rommelig is, ongeveer zo rommelig als mijn loopbaan, hij vindt me hilarisch, woelt door mijn warrige haar en zegt ‘ik hou van jou, gestoorde gek’ en daarmee is elk probleem opgelost. Mijn moeder noemt hem Mister Right, mijn vrienden zijn blij dat er toch iemand bestaat met wie het werkt. Want dat doet het. Tot de diagnose ‘nierfalen’ wordt vastgesteld. 

Want wat Erik wel erg vindt, is hoe wisselvallig ik sinds die diagnose ben. Lang niet meer zo ontspannen en lollig als daarvoor.  

Ja, vindt hij het gek!?
Ik heb soms wel en soms geen energie en kan daar zelf geen peil op trekken. Mijn werk raakt serieus in het slop omdat het veel puf kost om grappig te zijn en daar geld mee te verdienen, het lukt niet meer. De halflege zalen van de afgelopen jaren veranderen in gecancelde voorstellingen. Tot er geen volgende boekingen meer komen en ik in mijn bontgekleurde woonkamer ineens veel te veel tijd krijg om na te denken hoe dit verder moet. Twee opgroeiende kinderen, weinig geld, nog steeds geen bestseller geschreven, maar vooral… hoeveel tijd nog? 

Ik word boos van  het moe zijn. Niemand begrijpt me. Ik probeer netjes ziek te zijn, een stoere patiënt te zijn. Maar hoe doe je dat? Hoe spaar je energie? Hoe blijf je leuk, als je altijd zo fucking moe bent? Welke klacht geef je aandacht, welke neem je erbij? En de kernvraag, hoe moet het nu allemaal verder?

Andere mensen kunnen netjes ziek zijn. Ik kon dat niet.

Nu, achteraf, zie ik hoe bang ik was, niets anders dan bang. Na mijn grappenmakerij bij de diagnose (ontkenning) en het snelle aanvaarden van mijn lot (ontkenning), moet ik zien te dealen met de gevolgen van mijn ziekte, consequenties die er meteen waren (realiteit). Ook wel ‘gebakken peren genoemd. Ik zie mezelf zo graag als bikkel, maar ik kon hier helemaal niks mee. 

Ehm ja. Ik begon te drammen over samenwonen. Moeilijke vragen te stellen over de kinderen als ik er niet meer zou zijn. Zuchtend onder een dekentje te liggen. Of opeens weer dagenlang heel veel te doen en daar geen vragen over te verdragen. Ik werd er niet leuker op en ook niet begrijpelijker. 

Moeilijke dingen komen zelden alleen. Eriks moeder overleed en mijn zoontje liep vast op school. We konden dit niet met elkaar delen. Uiteraard verweet ik hem dat. Erik vluchtte meer en meer in zijn werk, steun zoekend bij die knappe collega, mijn tegenpool. Rustig en welopgevoed (mooie carrière). Ze had kanker gehad, maar had dat keurig doorlopen, zonder scènes en trammelant. Natuurlijk. Andere mensen kunnen wel netjes ziek zijn. 

Ik kon het niet.
Ik dacht dat ik het kon, dat ik het sterk en onafhankelijk deed. Maar ik was bang en verdrietig en dat wist ik niet. Ik wist alleen maar dat Erik me niet begreep en dat dat aan hem lag. En toen? Toen is hij op een dag vertrokken. Hij liet per mail weten dat het niet langer ging. Hij nam geen afscheid, niet van mij en niet van de kinderen. Hij brak hun hart en verbrak elk contact. En dat was dat. 

Tot zover mijn terugblik op mijn verbroken relatie,. Ik vind het geen prettig stukje. Er volgden een paar taaie jaren, er kwamen dates met niet-Eriks, korte relatietjes met niet-Eriks.  

En daarna kwam de pandemie, die iedereen stil legde en me leerde dat ik introverter ben  dan ik wist en dat ik geweldig gedij op minder doen, minder najagen. Ik schoolde me om tot uitvaartleider, een concreet beroep waar ik veel van houd. 

En tenslotte was daar het moment waarop we zes jaar wachtten: de transplantatie kwam in zicht. Nierwaarde onder 15%. ‘Ga maar eens rondvragen en onderzoeken wie een mogelijke donor wil zijn …’ 

Goed dokter, en hoe doe je dat!? 

Wordt vervolgd. 
 

Een aflevering van dit vervolgverhaal  gemist? Lees alle afleveringen van het Dagboek van een nierpatiënt.

Annemoon (52) heeft een niertransplantatie ondergaan. Met ups en downs herpakt ze haar leven als alleenstaande moeder van Theodor van 21 en Joaquim van 17. Ze neemt ons mee in het proces van haar nierziekte en hoe die begon. Ze was toen 43 en cabaretier, dromend van een doorbraak. Wat kwam er terecht van deze carrière, hoe werd ze een steeds vermoeidere moeder en geroutineerder patiënt? Ze vertelt het ons zo eerlijk mogelijk.

Kom in contact met andere nierpatiënten

Op onze sociale media ontmoet je andere nierpatiënten, kun je je vragen stellen en ervaringen uitwisselen.

Nierfestival