Selecteer de tekst die je wilt vertalen en kies 'Vertalen'. Kies vervolgens de gewenste taal. Je kunt de vertaalde tekst beluisteren of lezen.

Oppassen met medicijnen

Laatste update, 15 juli 2025

Sommige medicijnen beschadigen de nieren. Gebruik die daarom niet. Je arts en apotheker houden hier ook rekening mee.

In het kort

  • Laat je arts(en) en apotheek weten wat je nierfunctiewaarde is.
  • Controleer bij zorginstellingen waar je komt, of ze de juiste gegevens hebben. Soms gaat het uitwisselen van informatie namelijk nog niet goed.
  • Vermijd ontstekingsremmende pijnstillers (NSAIDs), medicijnen met veel natrium en contrastvloeistof. Kan dat niet? Meld je nierproblemen. Vaak zijn extra maatregelen nodig.
  • Gebruik je medicijnen tegen afstoting? Wissel dan niet van merk. Dat brengt je donornier in gevaar.

Geef je nierfunctie door aan arts en apotheker

Bij het voorschrijven van medicijnen houdt de arts rekening met je nierfunctie. Bij nierproblemen krijg je vaak een lagere dosis dan anderen. Of je krijgt een heel ander medicijn. De arts moet dan wel weten dat je nierschade hebt. Vertel dit aan iedere arts die je bezoekt. Vertel ook wat je nierfunctie op dat moment is.

Je apotheek controleert of de medicijnen en de dosis die je arts voorschrijven, passen bij je nierfunctie. Daarom is het belangrijk dat de apotheker precies weet wat jouw nierfunctie is.

De huisarts en nefroloog zijn verplicht om je nierfunctie door te geven aan de apotheek, als deze minder is dan 50%. Dat geldt voor elke nieuwe meting. Dat kan alleen als je daarvoor toestemming geeft.

toestemming voor uitwisselen medische gegevens

Voordat je arts informatie kan doorgeven, is jouw toestemming nodig. Dit kun je direct met de huisarts of apotheker regelen. Je kunt het ook online doen, via de website volgjezorg.nl. Via deze website kun je ook de apotheek toestemming geven om gegevens uit te wisselen met andere apotheken. Dit is handig als je een keer naar een andere apotheek gaat.

check of apotheek de juiste gegevens heeft

In de praktijk gaat het vaak mis met het doorgeven van de nierfunctiewaarde. Check dus regelmatig bij je apotheek of die de juiste informatie heeft. 

Heb je diabetes, hoge bloeddruk of chronische nierschade? Vraag dan je arts om elk jaar je nierfunctie te meten. En geef de nieuwe nierfunctiewaarde ook zelf door aan je apotheek. Soms is het mogelijk om je nierfunctie te laten meten in de apotheek. 

Meld het ook aan je apotheek als je start met een nieuwe behandeling. Bijvoorbeeld als je gaat dialyseren. Je bent natuurlijk niet verplicht om dit allemaal door te geven aan de apotheek, maar het is wel aan te raden.

Waarom gaat het mis?

Sommige artsen meten de nierfunctie niet vaak genoeg. Het moet in ieder geval 1 keer per jaar gebeuren bij mensen met diabetes, hoge bloeddruk of chronische nierschade. Het komt ook voor dat de arts de nierfunctie wel meet, maar de uitslag niet deelt met de apotheek. Bijvoorbeeld omdat de arts vergeten is je toestemming te vragen.

Welke medicijnen zijn schadelijk voor je nieren?

Sommige soorten medicijnen kunnen de nieren verder beschadigen. Soms kun je een medicijn wel gebruiken, maar alleen in een aangepaste dosis. Je arts houdt hier rekening mee bij het voorschrijven. Je apotheker controleert of de dosis wel bij jouw nierfunctie past. Bij twijfel neemt de apotheker contact op met de arts.

Het gaat om de volgende soorten medicijnen:

ontstekingsremmende pijnstillers (NSAID's)

Sommige pijnstillers werken ontstekingsremmend. Bijvoorbeeld: ibuprofen, naproxen en diclofenac. Ze heten ook wel NSAID's (Non Steroid Anti Inflammatory Drugs). Deze middelen zijn zonder recept te koop bij de drogist en supermarkt.

Ontstekingsremmende pijnstillers zijn schadelijk voor de nieren. Gebruik van ontstekingsremmende pijnstillers is soms zelfs de oorzaak van de nierschade. Gebruik deze medicijnen dus niet als je nierpatiënt bent!

Ook NSAID-crème is schadelijk

NSAID's zijn ook te koop in de vorm van een crème. Het lichaam neemt het medicijn dan op via de huid. Crèmes zijn daarom net zo schadelijk.

Kies voor paracetamol bij nierschade

Heb je een pijnstiller nodig? Gebruik dan paracetamol. Houd je wel aan de voorschriften op de verpakking. Heb je nog steeds last? Of gebruik je paracetamol voor een lange periode? Overleg dan eerst met de arts of apotheker. Als je lange tijd te veel paracetamol gebruikt, is dat ook slecht voor de nieren.

medicijnen met veel natrium

In sommige medicijnen zit veel natrium. Bijvoorbeeld in bepaalde soorten bruistabletten en de kaliumverlager natriumpolystyreensulfonaat. Natrium is schadelijk voor de nieren. Als je nieren niet goed werken, blijft er te veel natrium in het lichaam achter. Vraag de apotheker om een alternatief medicijn.

Een vervangend middel is niet altijd beschikbaar. Bij verzuring van het bloed bijvoorbeeld moet je natriumbicarbonaat gebruiken.

andere schadelijke medicijnen voor de nieren

Ook medicijnen uit de volgende groepen zijn soms schadelijk. Dat is onder meer afhankelijk van het precieze middel en van de hoeveelheid. En van welke medicijnen je nog meer gebruikt en hoe ernstig je nierschade is. 

  • antibiotica
  • chemotherapie
  • digoxine, middel tegen hartfalen en bepaalde hartritmestoornissen
  • lithium, middel tegen hevige stemmingswisselingen
  • medicijnen bij diabetes
  • medicijnen tegen hoge bloeddruk
  • medicijnen tegen jicht
  • medicijnen tegen nierstenen
  • middelen tegen het herpesvirus (bijvoorbeeld bij gordelroos of een koortslip)
  • plastabletten

De arts en apotheker weten welke medicijnen je wel en niet mag gebruiken. Bij sommige medicijnen gelden speciale maatregelen. Het is dan bijvoorbeeld belangrijk dat je er voldoende bij drinkt. Of je moet regelmatig op controle komen. Dat hoor  je dan ook van de arts en apotheker.

Vraag je je af of het echt wel veilig is? Vraag het dan voor de zekerheid nog een keer aan je arts of apotheker.

Contrastmiddel en nierproblemen

Met beeldvormend onderzoek, bekijkt je arts de organen, weefsels en bloedvaten in je lichaam. Bij sommige onderzoeken krijg je vooraf contrastvloeistof met jodium ingespoten via een bloedvat. Denk aan CT-scan, PET CT-scan, angiografie (onderzoek van de slagaders) en behandelingen van de slagaders (zoals dotteren of plaatsing van een stent).

Contrastvloeistof maakt de beelden duidelijker. Maar dit middel kan de nieren beschadigen. De kans hierop bestaat alleen bij een zeer slechte nierfunctie, en als de nieren voor minder dan 30% werken.

invloed van contrastvloeistof op de nieren

Jodiumhoudend contrastvloeistof heeft mogelijk een slechte invloed op de nieren. Dat is niet helemaal zeker. Maar als de nieren al ernstig beschadigd zijn, gebeurt het soms dat de nieren minder goed werken na een onderzoek of behandeling met jodiumhoudend contrastvloeistof.

acute nierschade door contrastvloeistof

Door jodiumhoudende contrastvloeistof kan acute nierschade ontstaan. Dit komt doordat de bloedstroom in de nieren verandert. Dat kan de werking van de nieren verminderen. Verder kan contrastvloeistof de nierbuisjes beschadigen.

Acute nierschade ontstaat binnen 48 uur na het toedienen van het middel. De nieren werken dan plotseling minder goed. Dat heet post-contrast acute nierschade (in het Engels: post-contrast acute kidney injury, PC-AKI). Eerder werd hiervoor ook wel de term ‘contrastnefropathie’ gebruikt.

De achteruitgang kan tijdelijk zijn. Vaak herstelt de nierfunctie zich binnen enkele dagen of weken. De nierfunctie komt dan weer op het niveau van voor het onderzoek. Maar het is ook mogelijk dat de vermindering blijvend is. Daarom is het zo belangrijk om PC-AKI te voorkomen. Zeker bij mensen die al nierschade hebben.

voorkomen van acute nierschade

Mensen met chronische nierschade lopen meer risico op blijvende verergering van de nierschade door jodiumhoudend contrastvloeistof. Dit risico is vooral groot als de nierfunctie minder dan 30% is. Daarom meet het ziekenhuis eerst jouw nierfunctie.

Is jouw nierfunctie inderdaad minder dan 30% (eGR lager dan 30)? Dan heb je een verhoogd risico en zijn voorzorgsmaatregelen nodig. De arts overlegt eerst met de nefroloog. Daarna bespreekt de nefroloog met jou wat er moet gebeuren. Dit gesprek vindt enige tijd voor het onderzoek plaats.

voorzorgsmaatregelen bij onderzoek met contrastvloeistof

Om de nieren te beschermen neemt het ziekenhuis voorzorgsmaatregelen.

  • je krijgt extra vocht toegediend via een infuus (als je een nierfunctie hebt van minder dan 30%).
  • De arts onderzoekt of een tijdelijke aanpassing van je medicijnen nodig is.
  • In sommige situaties is het beter het onderzoek helemaal niet te doen.

En een paar dagen na het onderzoek is er opnieuw een controle van de nierfunctie. Zo meet de arts of de nieren achteruit zijn gegaan.

Extra vocht via een infuus

Een van de maatregelen is een infuus met een zoutoplossing. Deze maatregel is alleen nodig bij mensen met een nierfunctie van minder dan 30%.

Voorafgaand aan het contrastonderzoek krijg je extra vocht, en misschien ook nog daarna. Door het infuus komt er meer vocht in de bloedvaatjes. Zo kan de contrastvloeistof minder schade aanrichten. Vanwege het infuus is een opname in het ziekenhuis nodig.

Soms is een infuus met vocht niet mogelijk. Bijvoorbeeld bij mensen met ernstig hartfalen of een vochtbeperking. De arts bekijkt dan welke voorzorgsmaatregelen wel mogelijk zijn en bespreekt die met jou.

Aanpassen van de medicijnen

Sommige medicijnen zijn schadelijk voor de nieren wanneer ze samen met de contrastvloeistof worden gebruikt. Ook kunnen er bijwerkingen optreden als de nieren ineens minder goed werken door de contrastvloeistof. Daarom moet je misschien een tijdje stoppen met je medicijnen. Of misschien zijn er aanpassingen nodig in het gebruik. Dat is bijvoorbeeld nodig bij:

  • ontstekingsremmende pijnstillers (Overigens is het voor nierpatiënten beter om helemaal geen ontstekingsremmende pijnstillers te gebruiken. Deze medicijnen zijn schadelijk voor de nieren, ook zonder contrastvloeistof.)
  • metformine (een medicijn bij de behandeling van diabetes type 2.)
  • soms: plastabletten en RAAS-remmers

Voor een angiografie moet je misschien tijdelijk statines gebruiken. Dit zijn medicijnen tegen hoog cholesterol.

Ernstige nierschade? Geen onderzoek

Bij ernstige nierschade is het soms beter het onderzoek niet te doen. De arts gaat na hoe belangrijk het onderzoek in jouw situatie is. Misschien is het onderzoek te vervangen door een ander onderzoek, waarbij geen jodiumhoudend contrastmiddel nodig is.

Verschillende merken medicijnen

Bij het voorschrijven van medicijnen kijkt de arts naar de werkzame stof. Vaak bepaalt de zorgverzekeraar vervolgens welk merk je krijgt. Veel zorgverzekeraars vergoeden alleen het goedkoopste merk. Of ze hebben prijsafspraken gemaakt met een fabrikant. Dat heet 'preferentiebeleid', omdat de zorgverzekeraar een voorkeur (preferentie) heeft voor een bepaald merk.

De afspraken veranderen elk jaar. Daardoor krijg je in de apotheek misschien een ander merk medicijnen mee, dan een vorige keer. De verpakking ziet er dan anders uit. Dat kan verwarrend zijn. Let daarom goed op de stofnaam (de werkzame stof in het medicijn). Dit moet hetzelfde zijn.

niet wisselen van merk bij medicijnen tegen afstoting

Heb je een niertransplantatie gehad? Dan gebruik je medicijnen tegen afstoting. Bij deze medicijnen is het merk heel belangrijk. Je mag nooit zomaar van merk wisselen. Een ander merk kan je donornier in gevaar brengen. Wisselen mag alleen in overleg met de arts.

Als het preferentiebeleid van de zorgverzekeraar verandert, meldt de arts aan de zorgverzekeraar dat jij een bepaald merk gebruikt 'uit medische noodzaak'. Je krijgt het (duurdere) merk dan gewoon vergoed.

ander medicijnmerk bij nierschade

Vaak is het geen probleem als je nierproblemen hebt én een ander merk medicijnen krijgt. De werkzame stof is hetzelfde. De werking van je medicijn is daardoor hetzelfde.

De hulpstoffen kunnen wel anders zijn. Hulpstoffen zijn ingredienten die nodig zijn voor bijvoorbeeld de vorm en kleur van het medicijn. Zoals sojaolie, maiszetmeel en tarwezetmeel. Ze hebben geen invloed op de werking van het medicijn. Maar ze veroorzaken soms wel bijwerkingen of een allergische reactie.

Overleg met de arts als je twijfelt of je een medicijn wel mag gebruiken. Vertel het ook aan de arts als je last krijgt van bijwerkingen.

merknaam of stofnaam?

In een medicijn zit altijd een werkzame stof. Die zorgt ervoor dat je klachten verdwijnen of verminderen. De naam van de werkzame stof is de stofnaam.

Op de verpakking staat ook de merknaam: dat is de naam die de fabrikant gaf aan het medicijn.

Soms maken meerdere fabrikanten hetzelfde medicijn (dus dezelfde werkzame stof). Het medicijn is dan verkrijgbaar onder verschillende merknamen. Voorbeeld: het antistollingsmiddel nadroparine is verkrijgbaar onder de namen Fraxiparine en Fraxodi.

Verwarrend is dat soms de stofnaam hetzelfde is als de merknaam. Voorbeeld: de maagzuurremmer omeprazol. Deze is verkrijgbaar onder de namen Losec, Losecosan, Omecat en... Omeprazol.

Onze deskundigen dragen bij aan betrouwbare informatie.

Harm Geers, apotheker

Marieke Kerskes, ziekenhuisapotheker/klinisch farmacoloog

Richtlijn Ontwikkelaars,

Waarom werken we samen met deskundigen?