Als hemodialyse meteen moet starten, is er geen tijd om te wachten tot een blijvende shunt is aangelegd en gerijpt. Dan krijg je een tijdelijke toegang tot de bloedbaan: een ongetunnelde centraal veneuze katheter.
Je krijgt dan een kunststof slangetje in een groot bloedvat (ader) in de hals of in de lies. Dat doet de nefroloog, de vaatchirurg of radioloog. De katheter heeft een uitgang door de huid. De uitgang bevat een opzetstukje met twee afsluitbare slangetjes. Het aanleggen van de katheter gebeurt tijdens een kleine operatie onder lokale verdoving.
Een katheter in de hals komt vaker voor dan in de lies. Een katheter in de lies mag namelijk maar een paar dagen, tot maximaal 2 weken zitten. Ook zijn er andere nadelen zoals een groter risico op infectie. De halskatheter mag meerdere maanden blijven zitten, zolang die geen problemen geeft. Je krijgt instructies mee naar huis over hoe je de katheter moet verzorgen.