Met ernstig acuut nierfalen krijg je een vorm van dialyse op de Intensive Care (IC). Deze behandeling heet continue veno-veneuze hemofiltratie (CVVH). Een kunstnier (ook wel dialyse-apparaat of een CVVH-apparaat) neemt de functie van de nieren 24 uur per dag over. Dat heet ook wel dialyseren.
Voor de toegang naar de bloedbaan krijg je een katheter (ook wel: slangetje of infuuslijn) in een grote ader. Dat kan een ader in de lies zijn, of in de hals.
Via de katheter loopt je bloed naar de kunstnier. In de kunstnier zit een filter. Aan de andere kant van het filter stroomt spoelvloeistof. De druk in het bloed is veel hoger dan de druk in de spoelvloeistof. Daardoor stromen afvalstoffen, vocht en andere stoffen door het filter naar de spoelvloeistof. Het schone bloed stroomt via de katheter terug je lichaam in. Bij dit proces verlies je ook vocht. Daarom geeft de kunstnier vocht terug aan het lichaam.
Je krijgt bij deze behandeling medicijnen die de stolling van het bloed verminderen. Dat voorkomt dat het filter verstopt raakt.
Controle bij dialyse op de IC
Een verpleegkundige controleert elk uur of de kunstnier goed werkt. Misschien moet het apparaat meer of minder vocht uit het bloed halen. De verpleegkundige kan dat aanpassen. Hij of zij vervangt ook het filter als dat vol zit. Ook neemt de verpleegkundige een aantal keer per dag bloed af om te kijken of het bloed niet te veel stolt.