Weer volgt een spannende periode. Anne en Mark weten dat de kans op een miskraam relatief groot is. En er moet het nodige worden aangepast aan medicijnen en dieet (eiwitten, fosfaat en kalium nauwkeurig in de gaten houden). Anne moet stoppen met haar medicijnen tegen reuma en is bang dat ze daar last van zal krijgen. Gelukkig blijkt dat mee te vallen.
De nachtelijke dialyses die ze 5 keer per week thuis doet, worden uitgebreid met 2 extra wekelijkse dialyses, overdag in het ziekenhuis. Met al deze aanpassingen gaat het goed tot ongeveer de 20e zwangerschapsweek. Dan krijgt Anne last van benauwdheid, hoge bloeddruk en ‘harde buiken’. Ze wordt opgenomen. ‘Ik had zelf het idee dat ik me niet goed voelde, omdat ik teveel vocht vasthield, dit zou opgelost kunnen worden met langere dialyses.
De artsen dachten hier anders over. Uiteindelijk bleek ik toch gelijk te hebben. Dat was de enige keer dat er verschil van inzicht was met de artsen. Ik heb heel veel ervaring met dialyse en ken mijn lijf goed. Ik knapte op nadat het overtollige vocht er uit was.’
Het vele dialyseren is niet meer te combineren met haar baan als laborante, ze moet zich ziek melden. Moeder en kind worden goed in de gaten gehouden. Hoewel zich wat complicaties voordoen – Anne krijgt hartritmestoornissen en de ongeboren baby ligt in een stuit - wordt na een zwangerschap van ruim 38 weken Evi geboren.