Selecteer de tekst die je wilt vertalen en kies 'Vertalen'. Kies vervolgens de gewenste taal. Je kunt de vertaalde tekst beluisteren of lezen.

Persoonlijke verhalen

Dagboek van een Rentenier - Ik ben Ad van Oort en ik leef als en met een rentenier. Ik ben 72 jaar en sinds 10 november 2022 leef ik met een donornier. Het was een heftige reis daar naar toe voor mij en mijn partner Joke en v...

17 februari 2025

Ik ben Ad van Oort en ik leef als en met een rentenier. Ik ben 72 jaar en sinds 10 november 2022 leef ik met een donornier. Het was een heftige reis daar naar toe voor mij en mijn partner Joke en vele medereizigers. In dit blog geef ik in een aantal delen een verslag van de reis.

Dagboek van een rentenier deel 1

De harde waarheid (september 2017)

Het is september 2017 en ik zit in de wachtruimte van het ziekenhuis in Harderwijk. Niet dat deze ruimte me vreemd is. Al sinds een aantal jaren kom ik hier ieder kwartaal bij mijn internist voor controle. En als je zo lang al bij iemand op bezoek komt ontstaat er een band: je praat wat makkelijker over van alles en nog wat en over het leven. De laatste keer dat ik bij hem was vertelde hij mij dat mijn fysieke toestand niet bij mijn leeftijd hoort. Fysiek ben ik veel ouder, volgens hem. Hij vindt dat ik nu vooral moet genieten van het leven nu ik met pensioen ben. En dan doelt hij op mijn bloeddruk, vaatproblemen, slechte nieren, die nog maar voor 20% werken en niet te vergeten de diabetes. De medisch verpleegkundige zei laatst tegen me dat aan mij niet was af te lezen wat mijn medische toestand is. Ik zie er ondanks alles blijkbaar nog best gezond uit.

Maar ondertussen zit ik hier niet te wachten op de internist, maar op de nefroloog. Ik kreeg keurig bericht dat de afspraak was gewijzigd, maar er stond geen reden bij. En eigenlijk weet ik niet zo goed waarom. Nou ja, ik hoor het wel.

Elke keer als ik hier kom onderga ik hetzelfde ritueel: ze noteren graag even mijn gewicht. En al jaren trekken ze veel te weinig kilo’s af voor mijn kleren. Ook al vertel ik ze precies wat ik die ochtend schoon aan de haak woog, ze zitten er altijd nog twee tot drie kilo boven. En als je er iets van zegt komt er zo’n vreselijke begripvolle glimlach.

Dan ga ik naar een apart kamertje waar de bloeddruk wordt opgenomen. De eerste meting is altijd aan de hoge kant. Na een half uur is hij af en toe zelfs een beetje te laag. Daar lees ik altijd een oud autoblad, dat al klaar ligt. Blijkbaar denken ze dat zo’n blad bloeddrukverlagend werkt.

De nefroloog werkt netjes op tijd. Hij kent mij nog niet dus hij roept mijn naam door de wachtruimte in de hoop op een reactie. En die komt. Ik sta op en loop met hem mee. Ik ken hem wel, want in 2012 heb ik een kleine maand in dit ziekenhuis gelegen met ernstige uitdrogingsverschijnselen en vreselijke diarree. Ze konden de oorzaak niet vinden en hij was toen de arts die mij dagelijks bezocht.

Eenmaal binnen is zijn eerste opmerking ook dat ik wel verbaasd zal zijn nu met hem een afspraak te hebben. Ik beaam dit. Hij vertelt wat hij allemaal uit mijn dossier te weten is gekomen, ik vertel hem van onze ontmoeting in 2012. En één gebeurtenis moest ik toch even in herinnering roepen: ik was destijds wel in paniek omdat ik geen idee had wat ik mankeerde. Dus vroeg ik dat aan hem. En toen werd hij boos op mij. Dat snapte ik al helemaal niet. En het kwam denk ik omdat hij het zelf ook niet wist en dat irriteerde hem. De verpleegster heeft hem toen keurig op de gang tot de orde geroepen. Het verbaast mij niets dat hij dit niet meer weet. We praten maar snel verder.

Maar dan komt hij ter zake. Mijn internist had gevraagd om het over te nemen omdat de nierproblemen vragen om speciale aandacht. De nefroloog legt rustig en duidelijk uit, dat mijn nieren steeds slechter worden en dat daar weinig aan te doen is. “Doen we niks”, zo vertelt hij, “dan moet u aan de dialyse. Maar dat wil ik eigenlijk proberen te voorkomen. Dus wil ik het met u hebben over de mogelijkheid van een niertransplantatie”.

De eerlijkheid gebiedt dat ik aan die mogelijkheid nog nooit had gedacht. Ja, ik had er natuurlijk wel van gehoord, maar ik had me nooit gerealiseerd dat zoiets ook voor mij zou kunnen gelden. Eigenlijk had ik me in gedachten al neergelegd bij het idee dat ik niet zo oud zou worden. Ik moest terugdenken aan die iriscopist, die ik jaren geleden een keer had bezocht. Zij voorspelde mij dat ik op latere leeftijd problemen zou krijgen met mijn nieren. Zou zij nu gelijk krijgen?

Er komen allerlei vragen bij mij op, zoals: ben ik niet te oud voor zoiets? En hoe zit dat met mijn hartproblemen en diabetes? Geeft dat niet veel te veel risico’s? “Ik denk dat dat allemaal wel meevalt”, antwoordt de arts, “maar dat gaan we natuurlijk van tevoren allemaal uitgebreid onderzoeken”. Hij voegt er enigszins geruststellend aan toe:” U bent op dit moment nog veel te goed voor transplantatie, maar het is goed om er nu over na te denken omdat we nog ruim tijd hebben”. Hij stelt voor dat ik er eens rustig over nadenk en dat we over een paar weken een nieuwe afspraak hebben.

Even later sta ik weer buiten. Als ik iets van tevoren had kunnen bedenken, dit in ieder geval niet. Als ik straks thuis kom zal mijn geliefde Joke vragen of er nog nieuws was. Nou, ik denk het wel…

“Hoe was het bij de nefroloog?”,

is het eerste dat Joke vraagt als ik thuis kom. “Goed, maar ga eerst maar even zitten”, antwoord ik. Ze schrikt. Ze is er inmiddels wel aan gewend dat mijn medische situatie verrassende wendingen kan krijgen. Het begon met diabetes, een galblaasoperatie, twee keer dotteren, een virus met uitdroging en tenslotte een hartoperatie. Dus ze is wel wat gewend. Maar dit is toch weer iets nieuws. Ik vertel zo rustig mogelijk, want ik vind het nog steeds erg spannend, wat de nefroloog heeft verteld.

Ze is meteen geïnteresseerd in het hoe en wat. Ze denkt even na en klinkt dan heel resoluut:

“Dan krijg je een nier van mij”.

Ik ben even stil. Na alles wat ik tot nu toe heb bedacht is dit weer een heel nieuw inzicht. Ik was nog niet eens gewend aan het idee van een transplantatie, laat staan dat ik me de vraag had kunnen stellen van wie die nier dan zou moeten komen. Maar dan doemt bij mij het idee op, dat Joke geopereerd moet worden voor mij. Nee, dat kan niet! Alles in mij verzet zich tegen dat idee. “Geen sprake van”, is mijn reactie. Ik kan het idee niet verdragen.

Maar zo makkelijk kom ik er niet van af. Er komt een stroom van woorden die mij moeten overtuigen van het feit dat hierover geen discussie mogelijk is. Voor Joke is het belangrijk dat ze nu echt iets kan doen om mij gezonder te maken. Tot nu toe kon ze alleen maar toekijken en hopen en verzorgen. Nu kan ze echt iets bijdragen.

“Ik wil dit echt heel erg graag”, is haar eindconclusie. “Trouwens, wie moet je anders vragen?”

Ik realiseer me dat ik haar dit niet zomaar uit het hoofd praat. Per slot van rekening ken ik haar al wat langer. Maar ik blijf er heel veel moeite mee hebben. En de tweede vraag is ook terecht: wie dan wel? En kun je sowieso iemand vragen om een nier af te staan? Nee, dat kan niet, besef ik.

Vanaf dat moment is Joke bezig van alles uit te zoeken over transplantaties. Binnen de kortst mogelijke tijd kan ze me van alles vertellen over procedures, onderzoeken, enzovoort. Het verrast mij hoe gemotiveerd ze is om donor te willen zijn. Alsof ze niet nadenkt over de consequenties. Ik ben bang dat ik, wat ik ook inbreng, haar niet van haar plan kan afbrengen.

Ik kom voorlopig niet verder dan te proberen aan het idee te wennen, dat ik een nier zou kunnen krijgen en dat mijn leven daarmee niet verder verslechtert maar verbetert. Dat is een hele perspectiefwisseling, maar wel een wisseling met meer perspectief.

Joke herkent mijn twijfels en verwarring en suggereert dat ik eens met de huisarts, , moet praten. Dat is een goed idee. Hij snapt mijn verwarring heel goed en samen zetten we alles rustig op een rijtje. Hij concludeert dat in mijn situatie een niertransplantatie de beste oplossing is. En, niet onbelangrijk, hij denkt dat de kans van slagen bij mij best groot is. “En”, vervolgt hij, ”je moet blij zijn dat jouw vrouw donor wil zijn. Een niertransplantatie willen is één ding, maar een geschikte donor vinden is niet zo makkelijk”.

Wordt vervolgd

5 juli 2025 - Ben jij erbij?

Ben jij nierpatiënt, naaste of (toekomstige) nierdonor? Of ben je gewoon benieuwd naar alles rondom nierziekte? Dan mag je het Nierfestival niet missen! Op deze inspirerende dag bieden we je een dag vol boeiende sprekers, interactieve sessies en gezellige activiteiten met als thema: Nierkracht, wat kan wel?

Nierfestival