Het is drie dagen later op zondagmiddag als we gebeld worden door neef Dik en zijn vrouw Ellie. Ze vertellen hoe het bericht over de afwijzing van Ineke bij hun is aangekomen. Maar ook wat ze ondertussen hebben gedaan.
Na het telefoontje van het AMC heeft Dik zijn cardioloog gebeld met de vraag of het niet mogelijk is dat hij zich toch als donor aanmeldt. De cardioloog heeft daar in principe geen bezwaar tegen, maar hij vraagt zich af of de medicijnen die Dik gebruikt geen probleem zijn. Daarop belt Dik met de verpleegkundige in het AMC, die alles rond niertransplantaties coördineert. En als hij vertelt welke medicijnen hij gebruikt moet Anouk hem teleurstellen. Daar zit in ieder geval één middel tussen dat een mogelijk donorschap uitsluit. Weer een tegenslag. Maar in dit geval blijkt er niet alleen een plan B te bestaan, maar ook een plan C, of liever gezegd plan E: Ellie constateert dat zij dan degene moet zijn die zich gaat aanmelden. Dat kan volgens haar en de verpleegkundige snel geregeld zijn, want ze kan de nog niet ingevulde formulieren van haar man Dik gebruiken. Ze gaat voortvarend te werk en heeft nog dezelfde dag alles ingevuld.
Ik ben nog bezig de teleurstelling te verwerken en het is toevallig ook nog de sterfdag van mijn vader. Ellie vertelt het hele verhaal en eindigt met de mededeling dat ze de aanmelding gaat opsturen. Dat heeft ze met het AMC afgesproken. Dit raakt me zo, dat ik even niks meer kan zeggen. Het is onvoorstelbaar hoeveel moeite iedereen doet om een transplantatie mogelijk te maken. Ik ben heel diep onder de indruk. Even denkt Ellie dat ik het moeilijk vind dat ze zo voortvarend is, maar dat is natuurlijk niet het geval. Ik ben alleen maar heel blij.
Het voelt meteen weer anders als je ergens het gevoel hebt dat er weer perspectief is. Dus gaan we er weer voor en duimen dat het deze keer meer geluk oplevert.
En dan helpt het dat ook de coronapandemie minder lijkt te worden. We krijgen meer vrijheid en dus is het risico van besmetting ook minder.
Het is begin juni als Ellie het eerste onderzoek krijgt in verband met de screening. Uit de familie-tamtam verneem ik dat ze ruim voldoende urine kan produceren, zoveel zelfs dat de beschikbare containers nauwelijks voldoende zijn. Dat zijn goede berichten.
Maar dan blijft het een tijdje stil. Na de tweede afspraak zou toch al een uitslag bekend kunnen zijn. Bij navraag blijkt dat een extra onderzoek nodig is. En dan belt Ellie met de uitslag. Uit de screening is naar voren gekomen dat ze een cyste heeft bij of in de alvleesklier. Men wil eerst afwachten hoe zich dat ontwikkelt. Blijft het rustig, dan is donorschap van een nier niet uitgesloten. Maar dat moet worden afgewacht. Een nieuw onderzoek wordt gepland over zes maanden. Kortom een vreselijke mededeling voor Ellie: reden voor ongerustheid en ze gaat een onzekere periode tegemoet. En dat allemaal omdat ze mij wilde helpen. Ze reageert zelf dat ze blij is het nu te weten, maar dat haalt mijn schuldgevoel niet weg. Dit is de derde keer dat iemand er door de screening een probleem bij heeft.
De vraag is of het voor mij wenselijk is om daarop te wachten. Ik merk dat ik dat een lastig dilemma vind en dus moeten we het voorleggen aan de deskundigen. Gelukkig heb ik weer een afspraak met mijn nefroloog in Harderwijk. Zijn conclusie is duidelijk: dit duurt eigenlijk te lang. Als er een andere donor beschikbaar is dan is het wenselijk om die nu voor te laten gaan.
Gelukkig snapt Ellie dit helemaal. Ze besluit om aan het AMC te melden dat ze zich vooralsnog terugtrekt als donor om anderen de ruimte te geven. Het is nl zo dat een ziekenhuis slechts één mogelijke donor tegelijk mag screenen. Dat hebben de verzekeraars in hun wijsheid besloten. En als Ellie dan als potentiële donor beschikbaar zou blijven, blokkeert dat een mogelijke andere donor.
Het valt me op dat ze uitdrukkelijk meldt dat ze heel tevreden is over de manier waarop ze door het AMC en met name de verpleegkundige is begeleid. Wij hebben nog niets met haar te maken gehad, maar we hoorden van Ineke ook al enthousiaste verhalen over haar.
Maar we zijn wel weer terug bij af. En het feit dat de nefroloog het niet verstandig vindt om zes maanden te wachten, maakt me ook wel onrustig. We merken dat elke afwijzing weer net zo hard aankomt, ook al hebben we inmiddels behoorlijk wat ervaring opgedaan. Inmiddels zijn vijf mogelijke donoren afgewezen. We moeten terug denken aan die man in Utrecht die zei dat hij al vijf mogelijke donoren had. Toen leek ons dat best overdreven. Nu niet meer.
Opnieuw moeten we gaan nadenken wie we dan moeten benaderen. Gaan we Jan Willem vragen of hij donorschap wil overwegen? Of gaan we Geerten en Clina, die inmiddels verhuisd zijn naar Limburg, hiermee lastig vallen? Het voelt als een manier van bedelen. Maar wat is het alternatief? Ik weet het wel maar wil er niet aan denken.
En de corona steekt ook weer de kop op.