Een vraag die ik dagelijks krijg is: ‘Gaat het al wat beter?’ Een heel sympathiek bedoelde vraag die ik maar al te goed begrijp. Als iemand helemaal niet vraagt naar hoe het met je gaat na het ondergaan van een transplantatie en het herstel dat daar bij komt kijken, is dat ook totaal niet aardig.
Het is dus in de basis een vraag die ik alleen maar kan waarderen. Zeker als de intenties goed zijn. Toch zit er een ‘probleem’ in de manier waarop de vraag wordt gesteld. In deze vraagstelling is er namelijk vrij weinig keuze om te antwoorden. Het antwoord is namelijk: ja of nee. En bij ‘nee’ dreigt het gesprek al snel zwaar te worden, en omdat mijn doel in het leven absoluut niet is om mensen te belasten met mijn ‘misère’ zal je ook zeker nooit een ‘nee’ als antwoord horen.
Het echte antwoord is: het gaat zeker beter in vergelijking met een aantal weken, laat staan maanden, geleden. Ik werk weer, ik doe leuke dingen en daar krijg ik energie van. Tegelijk moet ik mij goed realiseren dat ik nog steeds nierpatiënt ben en zal blijven. Mijn nierfunctie ligt nu rond de 30%, ik slik nog steeds dagelijks medicatie en ik heb helaas geen garantiebewijs gekregen bij de transplantatie. Dit antwoord zal je me niet zo snel horen geven in een gesprekje in bijvoorbeeld een lift. Toch is dit het eerlijke antwoord op de vraag of het al wat beter gaat.