Een dieet volhouden

In het begin kost een dieet tijd en energie. Je bent druk met het opzoeken van informatie, het lezen van etiketten en berekenen van voedingswaarden. Misschien heb je door je ziekte niet genoeg fut om alles helemaal uit te pluizen. Tegelijkertijd zijn er overal verleidingen. Op feestjes krijg je hapjes en drankjes aangeboden die niet in je dieet passen. In restaurants bevat het eten vaak veel zout. Het kan dan moeilijk zijn om je aan je dieet te houden.

Het dieet is vooral gericht op het voorkomen van verdere nierschade en klachten op de lange termijn. Het gaat dus om het voorkomen van problemen in de toekomst. Je merkt niet direct dat het dieet effect heeft. Ook krijg je niet direct klachten als je je niet aan de adviezen houdt. Dat maakt het extra lastig om gemotiveerd te blijven.

Deze tips kunnen je helpen om je dieet vol te houden.

• Zorg dat je weet waarom je iets niet mag eten. Vraag de diëtist om uitleg. Je bent dan extra gemotiveerd om het dieetadvies op te volgen. Verleidingen kun je makkelijker weerstaan.
• Misschien is de uitleg van de diëtist niet meteen duidelijk of kun je het moeilijk onthouden. Vraag dan gerust of de diëtist het nog een keer wil uitleggen.
• De voedingsadviezen bestaan voor een groot deel uit ‘gewoon’ gezond eten. Het is bijvoorbeeld niet zo dat je weinig zout mag eten; anderen eten te veel zout. Misschien voel je je gesteund door de gedachte dat je heel gezond eet.
• Wat extra voorbereiding kan helpen. Als je bijvoorbeeld uit eten gaat, kun je van tevoren het restaurant bellen om te vragen of de kok rekening wil houden met jouw dieet. Ook als je in een restaurant bent, kun je dit nog overleggen.
• Al je inspanningen leveren ook iets op. Je verzamelt steeds meer kennis over voeding. Na verloop van tijd wordt het steeds makkelijker om het dieet te volgen. Dan kun je ook met je dieet gaan ‘spelen’. Je mag af en toe best ‘zondigen’, als je dit op een ander moment compenseert. Een voorbeeld: ga je ‘s avonds uit eten en zit er veel zout in dat eten? Dat kun je compenseren door de rest van de dag extra goed op zout te letten. Eet overdag bijvoorbeeld brood zonder zout en vervang kaas en vleeswaren door beleg zonder zout, zoals zoet beleg, pindakaas of ei zonder zout. Of ontbijt met yoghurt en muesli in plaats van met brood met kaas. Zo ‘bespaar’ je op zout en kom je aan het eind van de dag toch goed uit.

Het is mogelijk dat je door je dieet in vervelende situaties terecht komt. Bijvoorbeeld als anderen met onbegrip reageren wanneer je een hapje of drankje weigert. Soms wordt er dan sterk aangedrongen of gevraagd waarom je niet ‘gezellig meedoet’. Als je dan vertelt dat je je aan je dieet moet houden, kun je ongewild in het middelpunt van de belangstelling komen te staan.

Vaak is het ook lastig om bij anderen te gaan eten. Bijvoorbeeld omdat je steeds opnieuw moet vragen of er wel echt zoutloos is gekookt. Misschien is het ook moeilijk om te zien dat anderen wel gewoon alles eten en drinken. De spontaniteit rond eten verdwijnt. Veel nierpatiënten geven aan dat ze dit sociale aspect het lastigst vinden van het dieet.

Uitleg geven over jouw dieet

In dit soort situaties helpt het vaak om uitleg te geven over het dieet. Vertel waarom je iets beter niet kan eten of drinken. Anderen begrijpen dan beter dat het dieet echt nodig is. Ze kunnen dan ook met je meedenken. Voor meer uitleg kun je anderen verwijzen naar de informatie over voeding en dieet op nieren.nl.