In het kort
- Zijn er misschien afwijkingen aan je nieren, blaas of urineleiders?
- Dat is te zien op een echo, CT-scan of MRI-scan.
- Zulk onderzoek heet ook wel beeldvormend onderzoek.
Selecteer de tekst die je wilt vertalen en kies 'Vertalen'. Kies vervolgens de gewenste taal. Je kunt de vertaalde tekst beluisteren of lezen.
Een echo of scan maakt de nieren, de blaas en de urineleiders zichtbaar. Zo kan de arts zien of er afwijkingen zijn.
Het maken van een echo of scan heet ook wel beeldvormend onderzoek. Dit onderzoek moet gebeuren voor de arts de diagnose kan stellen. De meest uitgevoerde onderzoeken zijn:
Een echo (ook wel: echografie) brengt de structuur van de organen in beeld met geluidsgolven. Het onderzoek duurt ongeveer een half uur. Een echo is veilig en doet geen pijn.
De echo maakt duidelijk hoe de nieren eruit zien. Ook is te zien of de urine goed kan weglopen. Anders is er misschien stuwing in de nieren. Nierstenen zijn soms ook zichtbaar. Als de nieren langere tijd niet goed werken, worden ze kleiner. Er is dan sprake van schrompelnieren. Dit is ook goed zichtbaar op een echo.
Een CT-scan laat dwarsdoorsnedes van het lichaam zien. Organen, botten en weefsels zijn goed zichtbaar. De scanner maakt deze afbeeldingen op basis van röntgenstralen en een computerprogramma. Het onderzoek duurt ongeveer een halfuur.
Tijdens het onderzoek lig je op een soort brancard. Die schuift langzaam door het scan-apparaat heen. De scanner ziet eruit als een grote ring. Het onderzoek doet geen pijn.
Een CT-scan van de nieren en urinewegen heet ook wel urografie of CT-urografie.
Bij een CT-scan is soms een contrastmiddel met jodium nodig. Dit maakt de foto duidelijker. Maar dit contrastmiddel kan schadelijk zijn voor de nieren. Als je een matig tot ernstig verminderde nierfunctie hebt (eGFR minder dan 30), zijn soms extra maatregelen nodig. Je krijgt bijvoorbeeld extra vocht via een infuus. Of je medicijnen worden voor het onderzoek tijdelijk aangepast.
Een MRI-scanner maakt beelden van zachte weefsels. Zoals organen, bloedvaten en spieren. Iedere scan is een dwarsdoorsnede van het lichaam. Het beeld is heel gedetailleerd. De MRI-scanner werkt met een magnetisch veld en radiogolven (geen röntgenstralen). Het onderzoek duurt ongeveer drie kwartier.
Tijdens het onderzoek lig je op een soort brancard. Die wordt in het scan-apparaat geschoven. Je ligt dan in een soort tunnel. Het is belangrijk dat je stil ligt. Het onderzoek doet geen pijn. Wel maakt het apparaat een hard, tikkend geluid. Misschien vindt je dat vervelend. In sommige ziekenhuizen krijg je een koptelefoon en kun je naar muziek luisteren tijdens het MRI-onderzoek.
Bij een MRI-scan is soms contrastmiddel nodig om het beeld duidelijker te maken. Dit is een andere vloeistof dan die bij een CT-scan. Er zit geen jodium in. Daarom is deze vloeistof niet gevaarlijk voor de nieren.
Onze deskundigen dragen bij aan betrouwbare informatie.
Job Huussen, nefroloog
Susan Logtenberg, nefroloog
Richtlijn Ontwikkelaars,