Ben ik wel spannend genoeg? Daarmee sloot ik de column in het vorige nummer af. Wat heb ik te bieden in vergelijking met leeftijdsgenoten, die geen last hebben van ziekte en gebrek aan energie? Het korte antwoord is: heel veel. Maar daar neemt de onzekere stem in mijn hoofd doorgaans geen genoegen mee.
Dus besluit ik een lijstje van mijn positieve eigenschappen en kwaliteiten te maken. Ik ben een doorzetter, empathisch en kan al genieten van kleine dingen. Daarnaast vind ik mijn familie en vrienden belangrijker dan een carrière. En vergeet niet: gezonde leeftijdsgenoten hebben ook gebreken.
Misschien zijn ze lui of oppervlakkig. Of missen ze simpelweg levenservaring, omdat ze nog weinig hebben meegemaakt. Ik moet ook vooral niet mijn beperkingen compenseren door van alles beter te willen doen dan gezonde medemensen.
Dat die nierziekte er is: daar wil ik trouwens niet meer stiekem over doen. Ik stop met wikken en wegen over of ik daar al dan niet open over moet zijn. En ga me niet meer bij elke date in allerlei bochten wringen. Ik moet mezelf blijven en me niet anders voordoen. Dus zal ik telkens mijn gezondheidssituatie kort en bondig uitleggen en
eventuele vragen daarover beantwoorden.