Het microbioom, de gemeenschap van bacteriën die in ons maag-darmstelsel leven, is essentieel voor onze gezondheid en ons welzijn. Arts-onderzoeker Cas Swarte van het UMC Groningen ontrafelt hoe de samenstelling van het microbioom samenhangt met de gezondheid van niertransplantatiepatiënten. Bekendere term voor het microbioom is ‘darmflora’.
Wat is het microbioom eigenlijk?
’Het microbioom is een geheel van miljarden organismen die in je maag-darmstelsel leven. Een groot dynamisch ecosysteem met biljoenen, maar bijvoorbeeld ook virussen en schimmels. Dit systeem begint eigenlijk al in de mond, maar het grootste deel van de bacteriën leeft in de dikke darm. Deze bacteriën hebben een grote invloed op onze gezondheid en ons welzijn.’
Waarom is het microbioom zo belangrijk voor onze gezondheid?
’Allereerst speelt het microbioom in belangrijke mate mee bij de bescherming van ons maag-darmstelsel. Dat werkt ongeveer als volgt. Beeld je een voetbalstadion in, waar tienduizend mensen in kunnen. Op het moment dat alle stoeltjes bezet zijn, is er geen plek meer voor extra mensen om te zitten. Wie niet kan zitten heeft het niet naar zijn zin, en vertrekt weer uit het stadion.
Zo werkt het ook ongeveer met het microbioom. Ons microbioom bezet de ‘beschikbare plaatsen’ in ons maag-darmstelsel, waardoor schadelijke bacteriën geen plaats meer hebben. Hierdoor zijn we minder vatbaar voor infecties vanwege die schadelijke bacteriën. In een gezond microbioom houden de goede bacteriën de slechte onder de duim.
De organismen in onze darmen helpen ook voedsel verteren, halen daar voedingsstoffen en energie uit en dragen bij aan een soepele stoelgang. Ze houden je darmen, maag en de rest van je lijf op orde. De laatste tien jaar is ook steeds duidelijker geworden dat het microbioom eveneens belangrijk is buiten je darmen. Het staat ook in verband met andere delen van het lichaam. Zo ‘communiceren’ de darmen bijvoorbeeld met het brein en met het hart- en vaatstelsel. Ontzettend interessant! Je darmflora houdt je darmen, maag en de rest van je lijf op orde.’
Bij transplantatiepatiënten is een opvallende ontdekking gedaan. Kun je daar meer over vertellen?
‘In eerder onderzoek is ontdekt dat het microbioom van transplantatiepatiënten na hun transplantatie vaak verandert. Sommige bacteriën komen bij hen veel minder voor dan eerst, en andere juist meer. Deze veranderde samenstelling van het microbioom noemen we ook wel dysbiose.
Met ons onderzoek proberen we beter te begrijpen wat de invloed daarvan is op de gezondheid van patiënten. Daarbij maak ik gebruik van de TransplantLinesstudie in het UMC Groningen. Deelnemers hieraan hebben in het verleden ontlasting verzameld vóór, en op diverse momenten ná de transplantatie. Hierin zagen we dat het microbioom in het eerste jaar na de transplantatie enorm verandert. Na ongeveer twee jaar wordt een nieuwe, stabiele samenstelling bereikt.
We zien dan ook vaak dat die nieuwe samenstelling behoorlijk afwijkt van mensen die géén transplantatie hebben gehad.