Bij het Steun- en adviespunt van de NVN (STAP) melden zich dagelijks nierpatiënten met vragen over werk. De meeste hiervan gaan over (dreigende) uitval door vermoeidheid. Wat kun je doen om deze uitval te voorkomen? En op welke regelingen en wetten kun je een beroep doen? De deskundigen van STAP geven antwoord op deze vragen en beschrijven welke adviezen zij zoal geven.
Wij zien dat energiegebrek, als bijwerking van slecht werkende nieren, een grote impact heeft op het leven van mensen met nierschade. Dit leidt bijvoorbeeld tot minder (sociale) activiteiten, waarna je in een isolement kunt belanden.
Bij gebrek aan energie geven veel nierpatiënten allereerst hun sociale leven op: ze spreken niet meer af met vrienden, gaan in de weekenden niet meer of minder vaak ergens op bezoek, hebben geen puf om na het werk nog te koken… En als je vader of moeder bent, is er kans dat je geen leuke dingen meer met de kinderen doet.
Pas in een veel later stadium melden mensen bij ons dat zij ook last hebben van vermoeidheid op het werk.
Mentale klap en rouw
Werk wordt veelal gezien als één van de belangrijke onderdelen van het leven. Het biedt financiële zekerheid en zorgt voor afleiding. Je blijft, dankzij je werk, meedoen in de maatschappij en hebt het gevoel dat je er toe doet. Mensen doen er daarom alles aan om verlies van hun werk te voorkomen.
Vaak zien wij dat nierpatiënten daardoor te lang blijven doorwerken, met alle consequenties van dien. Als je noodgedwongen, vanwege ziekte, moet stoppen met werken, voelt dit veelal als een harde mentale klap. Daarbij kun je sterke rouwgevoelens ervaren. Investeer tijd in het verwerken hiervan, bijvoorbeeld door hierover te praten met een huisarts, nefroloog of een (medisch) maatschappelijk werker.
Handel niet overhaast
De gevolgen van een nierziekte kunnen per persoon verschillen. Van twee mensen met eenzelfde nierfunctie zien we dat de één nog moeiteloos fulltime kan werken en dat voor de ander twee uur per dag werken al veel te zwaar is.
Helaas komt het vaak voor dat mensen met nierschade al de nodige maatregelen treffen op het werk, zonder hier vooraf advies over in te winnen. Denk aan: gedeeltelijk ontslag nemen omdat het te vermoeiend is om de volledige
contracturen te werken. Of aan: volledig ziekmelden terwijl, met de nodige aanpassingen of gedeeltelijke ziekmelding, er toch een mogelijkheid is om aan het werk te blijven.
Praktijkvoorbeelden
Hier volgen nu 3 praktijkvoorbeelden met bijbehorende adviezen. Op basis van deze adviezen kun je tóch blijven werken, ook als je last hebt van nierschade en energiegebrek.
Casus 1: Minder werken?
Mevrouw Hendriks werkt als gehandicaptenbegeleidster en heeft een contract voor 32 uur per week, waarbij zij onregelmatige diensten draait. Dit werkt doet ze al elf jaar, ze heeft veel werkplezier en haalt voldoening uit haar werk.
Maar… het werk is tegelijk fysiek zwaar. Werken, kost haar teveel energie en na een paar werkuren raakt mevrouw uitgeput. Binnenkort start zij met de voorbereidende periode, die vooraf gaat aan dialyse (predialyse). Het lukt haar inmiddels niet meer zich op te laden om te werken. Al langere tijd heeft zij moeite met het uitvoeren van haar werkzaamheden, maar ze doet er alles aan om toch aan het werk te blijven.
Dit gaat ten koste van haar sociale leven. Na haar werkdagen is haar energie helemaal op. Mevrouw valt dan vaak op de bank in slaap, kookt zelden en neemt in de weekenden volledig rust om enigszins bij te kunnen tanken.
Ondertussen blijven haar nieren achteruit gaan, waardoor deze maatregelen uiteindelijk niet meer voldoende blijken: het lukt haar niet meer om haar volledige contracturen te blijven werken.
Mevrouw belt STAP om advies te vragen. Ze wil weten of het verstandig is haar contracturen te verminderen door gedeeltelijk ontslag te nemen. Ze geeft aan dat het haar in de ochtend nog wel lukt om wat te werken, maar na een paar uur overheerst de vermoeidheid. Ze moet zich dan uitgeput door de rest van het werk en de dag heen slepen.
Dít adviseert STAP
Neem te allen tijde en in alle situaties geen (gedeeltelijk) ontslag! Hiermee verspeel je je rechten op een passende uitkering. Wanneer mevrouw Hendriks contact met STAP
opneemt, blijkt ze oververmoeid doordat ze té lang is blijven werken. Haar laatste reserves zijn op en het lukt haar niet meer om op haar werk te verschijnen. Ons advies is dan ook dat zij zich in eerste instantie volledig ziek meldt en vanuit deze situatie goed voor zichzelf in kaart brengt wat ze nog wél wil en kan.
Welk werk kan zij nu binnen de organisatie verrichten, rekening houdend met haar opleiding, vaardigheden en werkervaring? Hiervoor kan mevrouw de hulp en het advies van de bedrijfsarts inschakelen. Wij raden haar aan dit in overleg met de werkgever te doen. Mevrouw wil heel graag gedeeltelijk blijven werken, maar ziet in dat ze haar eigen functie niet meer kan uitoefenen omdat deze lichamelijk te zwaar is. We spreken af dat zij in overleg met haar leidinggevende(n) kijkt naar andere mogelijkheden binnen de organisatie.
Wet Poortwachter
Door de ziekmelding wordt de Wet Poortwachter van kracht. Via deze wet zijn alle regels en procedures gedurende de eerste twee jaar van de ziekte geregeld. Zowel de verplichtingen van de werkgever als de rechten en plichten van de werknemer. De werkgever is verplicht bij ziekte loon door te betalen en hulp te bieden bij het terugkeren in het arbeidsproces (re-integratie).
De werknemer heeft de plicht mee te werken aan de re-integratie. Voor mevrouw Hendriks betekent dit dat zij recht heeft op doorbetaling van haar loon gedurende een periode van twee jaar, waarbij de hoogte afhankelijk is van wat hierover geregeld is in de CAO: daarbij geldt dat zij minimaal 70% van haar loon ontvangt. In deze periode moet nader worden onderzocht of haar eigen oorspronkelijke werk passend is of passend te maken is.
De bedrijfsarts kan meedenken over mogelijke aanpassingen zoals:
- Aangepaste werkzaamheden en – indien mogelijk – andere werkzaamheden die lichter van aard zijn.
- Werken vanuit huis, wanneer de werkzaamheden zich daarvoor lenen.
- Werkrooster met regelmatige tijden.
- Of juist een rooster met flexibele werktijden.
Aanpassing van het rooster werkt vaak goed in de praktijk (dit is mede afhankelijk van welk soort functie je hebt en van het soort bedrijf waar je werkt).
Dat blijkt ook uit het volgende praktijkvoorbeeld
Casus 2: Gevaar op de weg?
De heer Malenstein is een 45-jarige vrachtwagenchauffeur. Het werken houdt hij nog net vol, maar hij merkt dat hij in zijn vrije tijd aan één stuk door ligt te slapen. Op het werk heeft hij last van concentratieproblemen. Hij kan zich niet meer lang op de weg en het verkeer focussen. Bekend is dat hij binnenkort moet dialyseren. Voordat hij zich ziek meldt, belt hij met STAP voor advies.
Ondertussen heeft meneer, samen met zijn nefroloog, gekozen voor een passende dialysevorm: hemodialyse. Hieruit volgt dat hij zich ziek zou moeten melden op de dagen dat hij in het ziekenhuis dialyseert.
Als vrachtwagenchauffeur is het mogelijk om flexibele werkuren aan te houden en de werkgever blijkt ertoe bereid het dienstrooster zo aan te passen dat meneer naast zijn dialyse kan blijven werken. Het is een flinke puzzel om dit voor elkaar te krijgen, maar dit lukt met hulp van de bedrijfsarts. Hij maakt aan de hand van een Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) duidelijk wat de belastbaarheid is van meneer. Helder wordt dat deze niet ‘s avonds en in de weekenden kan werken. Omdat zijn werkgever hem hierin
ook tegemoet komt, hoeft meneer zich minimaal ziek te melden.