Na mijn niertransplantatie voelde elke activiteit als extra speciaal. De eerste keer met mijn nieuwe nier naar de supermarkt, de eerste keer afspreken inclusief de eerste knuffel met een vriend, de eerste werkdag, de eerste verjaardag en ga zo maar door. Er is voor mij echt een tijdperk voor en na. Je denkt bij het lezen van het voorgaande misschien: maar wat is er dan zo anders? Er zit een nieuwe nier in je buik,nou en..?
Nou, de eerste weken na de operatie voelde mijn buik als een soort oorlogsgebied. Het was bont en blauw, opgezwollen en van binnen erg gevoelig. Dat zag je van buiten, met kleding aan, uiteraard niet. Maar in mijn hoofd was er overal potentieel gevaar van buiten.
Bijvoorbeeld tijdens mijn ‘eerste keer’ supermarkt, waarbij de karretjes ineens op los geslagen wild leken en dat allemaal op buikhoogte: ik kon dus niet anders dan met mijn handen voor mijn buik door de supermarkt lopen. No way dat zo’n karretje mijn buik zou raken.
De zaken die voorheen heel normaal waren, zoals ‘lopen, zitten en staan’ moest ik echt opnieuw opbouwen. Mijn buik was gevoelig, mijn spieren weg…