Ons contact met artsen en andere zorgverleners is de laatste jaren behoorlijk veranderd. We weten meer (door de komst van internet) en zijn mondiger geworden. Tegelijk durven we niet altijd te zeggen dat we uitleg vol onbegrijpelijke vaktermen nauwelijks kunnen volgen.
Vaak zit er nog veel ruis op de lijn, ontstaan misverstanden, wordt te veel of te weinig gezegd en verloopt het contact te omfloerst of juist te direct. Wat kun je doen om de communicatie te verbeteren?
Tip 1: Schrijf op wat je wilt zeggen en vragen
Maak een lijstje met vragen, onderwerpen en eventuele klachten. Om niets te vergeten kun je tijdens het gesprek afstrepen wat aan de orde is geweest. Het kan helpen om je lijstje op het bureau van de arts te leggen, zodat ook hij of zij ziet wat jij wilt weten.
Tip 2: Tweede paar oren
Hoe onthoud je wat de dokter heeft gezegd? Zeker bij slecht nieuws loop je de kans dat een groot deel van wat de arts vertelt helemaal niet tot je doordringt. De oplossing? Neem iemand mee die je vertrouwt: twee horen meer dan één. Deze andere persoon kan ook aantekeningen maken. Daarnaast kan het fijn zijn om samen na te praten over het gesprek.
Tip 3: Durf (door) te vragen
Is iets onduidelijk of begrijp je een medische term niet? Vertel dit tegen jouw zorgverlener. Voel je niet bezwaard om te vragen of je nog een keer uitleg kunt krijgen. Herhaal anders in jouw eigen woorden wat je gehoord hebt. Dan kunnen jij en de zorgverlener controleren of je het goed begrepen hebt. Zeg bijvoorbeeld: ‘Dus als ik het goed begrijp…’ Zo ontdek je wat nog niet duidelijk is.
Misschien krijg je nieuwe vragen als je weer thuis bent. Schrijf deze op en neem ze mee naar de volgende afspraak. Je kunt aangeven dat je het liefst een directe, heldere boodschap wilt horen. Of juist niet.
Tip 4: Hoe wilt u het horen?
Wat koel en onpersoonlijk is voor de één, is juist helder en to the point voor de ander. Dat komt onder meer doordat niet iedereen dezelfde verwachtingen en behoeften heeft. Sommigen willen graag meteen horen waar het op staat, terwijl anderen zich beter voelen bij een meer empathische stijl van communiceren.
Vandaar dat eenzelfde gesprek een andere impact kan hebben. Van een dokter die jou misschien maar af en toe ziet, kun je moeilijk verwachten dat hij vanzelf aanvoelt welke aanpak jou het meest aanspreekt. Daar kun je op anticiperen door aan te geven dat jij bijvoorbeeld het liefst een directe, heldere boodschap wilt horen. Of juist niet.
Tip 5: Neem het op
Het kan prettig zijn om het gesprek met de arts op te nemen. Je mag hier geluidsopnamen voor jezelf van maken. Vertel het altijd als je een gesprek gaat opnemen. Dat draagt bij aan het wederzijds vertrouwen.
Tip 6: Neem actuele medische informatie mee
Verzamel voor elke afspraak jouw medische informatie en bijzonderheden. Welke medicijnen neem jij (ook eventueel zonder recept)? Gebruik je voedingssupplementen? Welke aandoeningen en behandelingen hebt jij eerder gehad? Zitten er erfelijke (nier)ziekten in de familie? Voor welke stoffen ben jij allergisch? Ben jij onlangs in de tropen geweest? Ben je sinds het vorige consult ziek geweest of heb je medische klachten gehad? Zijn jouw huisgenoten ziek geweest?
Tip 7: Wees eerlijk
De meeste artsen stellen het op prijs dat je eerlijk bent over jouw klachten en over wat jij er eventueel al zelf aan hebt gedaan.
Vertel het als je bijvoorbeeld een voorgeschreven medicijn niet meer gebruikt. En waarom. Of meld dat jij de waarde van een medicijn of behandeling niet ziet. Of als je ergens hulp bij nodig hebt. Of als jij alternatieve behandelingen krijgt. Jouw arts kan alleen goed adviseren en helpen als jij eerlijk bent over alle aspecten van jouw behandeling.
Tip 8: Beslis mee over uw behandeling
De tijd dat de arts in zijn eentje beslissingen neemt en jij lijdzaam adviezen volgt, zou verleden tijd moeten zijn. Tegenwoordig kun je in samenspraak met jouw dokter keuzes maken over medicatie, behandelingen, ingrepen en meer. Jouw arts heeft de meeste kennis over mogelijke behandelingen, maar jij bent de ervaringsdeskundige en weet wat voor jou haalbaar is. Door beide invalshoeken op elkaar af te stemmen is de kans op een succesvolle behandeling veel groter.
Medisch gezien zijn er vaak verschillende behandelingen mogelijk. Wat past het best bij jou? Dat hangt onder meer af van jouw beroep, leefstijl, woonomstandigheden, eerdere
ervaringen en wensen. In een gesprek met de arts kun je dit allemaal op een rij zetten. Wat goed helpt om tot gedeelde beslissingen te komen, zijn deze 3 vragen:
- Wat zijn mijn verschillende behandelopties?
- Wat zijn de voor- en nadelen van elke optie?
- Wat betekent dat in mijn situatie?
Tip 9: Raadpleeg een keuzehulp
Een praktisch hulpmiddel om tot een passende behandeling van nierschade te komen, is de keuzehulp. Denk aan Keuzekaarten. Hierop staan de meest voorkomende vragen van patiënten over nierfunctievervangende behandelingen en de conservatieve behandeling (als je niet kiest voor dialyse en/of transplantatie), met de beknopte antwoorden erbij.