'Mijn kinderen en vrouw hebben weer een energieke vader en man'

Mart (43) was begin twintig toen zijn leven op z’n kop werd gezet. Wat begon met onschuldige klachten, zoals moe zijn en slechter kunnen zien – bleek later om een nierziekte te gaan. Van studeren en lekker uitgaan, veranderde zijn leven naar dialyseren in het ziekenhuis en wachten op een donornier.

Opeens ben je ziek
Twintig jaar geleden kreeg hij een donornier van zijn vader. Zes maanden geleden kreeg hij opnieuw een nier. Dit keer van zijn jongere broer.
Als twintiger horen dat je een niertransplantatie moet ondergaan vond Mart best heftig. “Je wordt opeens geconfronteerd met het feit dat je ziek bent. Het is net als met je pensioen en dat soort dingen, dus daar denk je als twintiger helemaal niet over na. Dat zijn dingen voor later. Maar nu was ‘later’ opeens heel dichtbij.” Al snel bleek dat transplantatie noodzakelijk was. Zijn vader twijfelde geen moment en stond erop dat zijn jonge zoon zijn nier zou krijgen. Ook zijn broertje, toen nog geen negentien jaar, wilde zijn nier afstaan. Dat wilde Mart niet, want zijn broertje had – net als hij – nog een heel leven voor zich.

Leven doorgeven
De vader van Mart vond het vanzelfsprekend om zijn nier te doneren. Mart: “Ik niet. Nu ik zelf kinderen heb snap ik mijn vader heel goed, maar ik vond het destijds heel moeilijk. Hoe bedank je iemand?” De nierziekte en transplantatie zijn een omslagpunt voor Mart. Hij realiseert zich dat het leven morgen anders kan zijn en haalt alles uit het leven: zijn carrière, het stichten van een gezin. Zo wil hij zijn vader bedanken en zorgen dat zijn vader trots op hem is.

Een aantal jaren geleden blijkt zijn nierfunctie opnieuw achteruit te gaan en heeft hij weer een nieuwe nier nodig. Zijn broertje deed hem twintig jaar geleden al een aanbod en zat sindsdien op de door hen genoemde ‘reservebank’. “Hij zei meteen: Ik wil dit keer!’’ Het was voor Mart minder moeilijk om het aanbod van zijn broertje te accepteren, omdat het nu niet meer alleen om hemzelf, maar ook zijn gezin met twee kleine kinderen ging. Mart is nu herstellende van de tweede transplantatie.

Dankbaar
“Mijn kinderen en vrouw hebben weer een energieke vader en man. Ik kan mijn kinderen opvoeden, mijn kinderen zien opgroeien en met mijn vrouw en kinderen leuke dingen gaan doen.” Mart is zijn vader en zijn broer erg dankbaar. “Ik ben er dankbaar voor dat ik weer energie heb. Dat ik weer energie heb om mijn leven te leiden. Om de dingen te doen die ik belangrijk vind. De dingen die belangrijk zijn voor mijn gezin.”
Ook is de band met zijn vader en broer nog sterker geworden. “Ik draag ze letterlijk bij me. Ik ben me er heel erg van bewust dat het zonder hen op deze manier niet gelukt was. Daar wil ik niet eens over nadenken.”
Om zijn broer te bedanken regelde Mart een speciaal cadeau voor zijn broer. “Mijn broer is een ontzettende wielerfanaat. Ik heb een fietsketting weten te bemachtigen van een profwielrenner. Van een fiets waarmee hij een wedstrijd heeft gewonnen. Daar heb ik door een juwelier een armband van laten maken. Die heb ik aan hem gegeven.”

Voer het gesprek over orgaandonatie
Voor Mart heeft orgaandonatie een centrale rol in zijn leven gekregen. Maar het is niet iets waar hij eerder vaak over sprak, omdat hij het een lastig onderwerp vond. “Maar, het is goed om het erover te hebben. Ik vind wel dat je een keuze moet maken, maar de keuze die je daarin maakt is wel echt voor jezelf.” Wel vindt Mart het van belang dat je naasten weten wat jouw keuze is. “En dat je het, als het kan, ook van je naasten weet. Daar heb ik het wel met mensen over. Zorg dat je weet wat je wilt én dat je dit ook van je naasten weet.”
Iedere keuze over orgaandonatie is goed, zolang je er maar over hebt nagedacht. Mart denkt wel dat het betekenisvol kan zijn voor je naasten als je orgaandonor bent en na je overlijden je organen het leven redden van een ander. “Je organen doneren kan een troost zijn. Als je weet dat iemand anders weer zijn leven kan opbouwen, omdat jouw dierbare hem of haar daartoe in staat heeft gesteld.”