Selecteer de tekst die je wilt vertalen en kies 'Vertalen'. Kies vervolgens de gewenste taal. Je kunt de vertaalde tekst beluisteren of lezen.

School en opleiding

Laatste update, 17 juli 2025

De nierziekte kan gevolgen hebben voor het leven op school. Probeer als ouder samen te werken met de school. Je kind krijgt dan goede ondersteuning en kan zich zo goed mogelijk ontwikkelen.

Waarschijnlijk heeft de leraar nog niet eerder een kind met nierproblemen in de klas gehad. Geef daarom uitleg over wat het betekent om slecht werkende nieren te hebben. De leraar kan daar dan rekening mee houden. Uiteraard geldt dit ook voor andere begeleiders van je kind, bijvoorbeeld de coach van het sportteam of de leider van een hobbyclub.

Het kan een tijdje duren voor de leraar goed omgaat met de situatie. Veel kinderen zijn bijvoorbeeld geneigd om te zeggen dat het goed met ze gaat. Omdat ze de vraag vervelend vinden, of zich schamen tegenover andere kinderen. Een leraar moet dan leren dat hij of zij niet blindelings op de informatie van het kind af kan gaan.

Daarnaast heeft Ziezon een algemene brochure over onderwijs aan kinderen met een chronische ziekte. Ook is er een brochure over leerlingen met een zieke broer of zus.

Maak afspraken met school

Maak duidelijke en concrete afspraken met de school over de begeleiding van je kind. Denk bijvoorbeeld aan:

  • medicijngebruik op school
    Is de leraar bereid om medicijnen aan je kind te geven tijdens schooltijd? Zo nee, wie kan het dan wel doen?
  • drinken tijdens de les
    Sommige kinderen met een nieraandoening moeten veel drinken. Ook na een niertransplantatie is dit belangrijk. Mag je kind drinken tijdens de les? Wil de leraar in de gaten houden of je kind wel genoeg drinkt?
  • dieet
    Kan de leraar erop letten dat je kind zich aan de dieetvoorschriften houdt?
  • naar de wc gaan tijdens de les
    Bij sommige nieraandoeningen is het erg belangrijk dat een kind regelmatig plast. Mag een kind dan ook naar de wc buiten de pauzes om? Sommige kinderen plassen na een transplantatie zoveel dat ze incontinentiemateriaal moeten gebruiken. Wil de leraar helpen bij het verschonen?
  • meedoen aan activiteiten
    Aan welke activiteiten mag je kind wel en niet meedoen? Maak de school duidelijk dat het niet alleen gaat om activiteiten die lichamelijk inspannend zijn. Soms heeft een kind ook te weinig energie voor activiteiten die geestelijk inspannend zijn.
  • medische problemen
    Wat moet er bijvoorbeeld gebeuren als je kind bijvoorbeeld koorts krijgt?

Noteer de gemaakte afspraken en stuur een overzicht naar de school. Zo kunnen er geen misverstanden ontstaan.

Hulp bij het maken van afspraken

Bij het maken van de afspraken kun je hulp krijgen van een consulent Onderwijsondersteuning Zieke Leerlingen (consulent OZL). Deze consulenten werken bij onderwijsadviesbureaus en bij de universitaire medische centra (umc’s, bij de Educatieve Voorzieningen).

De school kan de consulent OZL in overleg met jou inschakelen. De consulent geeft de school advies over het ondersteunen van een zieke leerling. De consulent kan aangeven waarover afspraken gemaakt moeten worden en wat in het belang is van je kind. Er zijn geen kosten verbonden aan deze (tijdelijke) hulp: het kost jou of de school dus niets.

Is jouw kind onder behandeling bij een umc? Dan vormt de consulent OZL ook de schakel tussen het ziekenhuis en de school.

Begeleidingsplan

Zo nodig stelt de school een begeleidingsplan op. Daarin staan de gemaakte afspraken, onder meer over welke extra hulp en begeleiding je kind eventueel krijgt. Eventueel kun je dit plan zelf weer delen met de leraren van je kind. Zo weet je zeker dat die goed op de hoogte zijn.

Vaste contactpersoon

Vraag om 1 vaste contactpersoon op school. Je hoeft jouw verhaal dan niet steeds opnieuw te vertellen. De contactpersoon kan zijn of haar collega’s informeren. Op de basisschool is de vaste contactpersoon meestal de groepsleerkracht. Op de middelbare school is het de mentor of de zorgcoördinator.

In de praktijk is het soms handiger om 2 contactpersonen te hebben. In het onderwijs werken veel mensen parttime. Het is prettig als er altijd iemand bereikbaar is op school, zeker als het gaat om zaken die direct geregeld moeten worden.

Het kan per schooljaar verschillen wie de contactpersoon is (of de contactpersonen zijn). De meeste kinderen krijgen ieder jaar een nieuwe leerkracht of mentor. Dan vindt er een overdracht plaats. Aan het begin van het schooljaar kun je een afspraak maken met de nieuwe leerkracht of mentor om alles nog eens goed door te spreken. Doe dit in ieder geval als de afspraken aangepast moeten worden.

Kind met nierziekte op school? Houd contact met de school

Spreek regelmatig af met je contactpersoon om even bij te praten. De leraar kan vertellen hoe het in de klas gaat. Heeft je kind voldoende aansluiting bij de andere kinderen? Hoe gedraagt jouw kind zich in de klas? Hoe ontwikkelt jouw kind zich? Ga met de leraar in gesprek als je merkt dat het niet goed gaat met je kind. Je kunt ook hulp vragen aan de intern begeleider (IB’er) of zorgcoördinator van de school.

Houd de leraar zelf ook goed op de hoogte. Vertel het bijvoorbeeld als er iets veranderd is in de behandeling of als er een ziekenhuisopname gepland staat.

Bij het ouder worden kan je kind deze taak geleidelijk van jou overnemen. Veel scholen betrekken de ouders nergens meer bij als het kind 18 jaar is geworden. Het is handig als je voorbereid bent op deze situatie.

Denk ook aan de broers en zussen

De ziekte van je kind heeft ook veel gevolgen voor de broertjes en zusjes. Geef daarom ook uitleg aan de leerkrachten of mentoren van je andere kinderen. Houd hen op de hoogte van de thuissituatie.

Andere ouders informeren

Veel mensen weten niet precies wat een nierziekte inhoudt. Daarom kan het handig zijn om andere ouders en leerlingen uitleg te geven over de nierproblemen. Dat levert vaak meer begrip op. Doe dit liefst wel in overleg met je kind.

Eventueel kun je op een ouderavond iets vertellen over jouw kind. Een andere mogelijkheid is om een informatiebrief te maken. Hierin leg je uit welke ziekte jouw kind heeft en wat de gevolgen zijn. Ook kun je praktische tips geven, bijvoorbeeld over wat jouw kind wel en niet mag eten. Zet er ook op hoe jij te bereiken bent. De brief kun je via de school verspreiden onder de andere ouders.

De klas informeren

Voor je kind kan het prettig zijn als de andere kinderen begrijpen wat er aan de hand is. Daarmee kun je vervelende vragen of pestgedrag voorkomen. Ook hoeft jouw kind niet steeds opnieuw te vertellen waarom hij of zij anders is dan andere kinderen.

Overleg eerst met je kind hoe hij of zij hierover denkt. Misschien wil jouw kind bepaalde dingen liever voor zich houden. Of misschien vertelt jouw kind het liever zelf aan de klas, bijvoorbeeld via een spreekbeurt over de nierziekte. De Nierstichting heeft hier speciale folders voor gemaakt. Die kun je downloaden via de website.

Overleg ook met de leraar. Misschien wil de leraar het zelf bespreekbaar maken, bijvoorbeeld door er een les over te geven of er een filmpje over te laten zien.

Extra ondersteuning op school

Als het nodig is, kan je kind extra ondersteuning krijgen op school. Dit is geregeld in de Wet op passend onderwijs. 

Scholen zijn wettelijk verplicht om te zorgen dat een leerling passend onderwijs krijgt. Zo nodig moet een school extra ondersteuning bieden. Bijvoorbeeld bijlessen, extra begeleiding tijdens lessen of hulp bij gymles.

Dat geldt voor leerlingen die al op de school staan ingeschreven, maar ook voor nieuw aangemelde leerlingen. Je kunt je kind dus aanmelden bij de school die je zelf hebt gekozen. Ook als al bekend is dat je kind chronisch ziek is.

De school onderzoekt welke ondersteuning een leerling nodig heeft. Dit gebeurt in overleg met de ouders. Daarna probeert de school die ondersteuning zelf te regelen. Lukt dat niet? Dan moet de school zoeken naar een passende onderwijsplek op een andere school. Hiervoor hebben scholen speciale samenwerkingsverbanden met andere scholen in de regio. Je kind wordt dan verwezen naar een andere ‘gewone’ school die de hulp wel kan bieden. Het is ook mogelijk dat je kind wordt verwezen naar het speciaal onderwijs.

Speciaal onderwijs

Het speciaal onderwijs is voor kinderen die niet genoeg begeleiding kunnen krijgen op een reguliere (gewone) basisschool. Bijvoorbeeld vanwege een ziekte of beperking. In het speciaal onderwijs krijgen zij specialistische of intensieve begeleiding.

Ook kinderen met een nierziekte kunnen naar het speciaal onderwijs gaan. Van de dialysepatiënten tussen de 4 en 18 jaar zit een derde op een school voor speciaal onderwijs.

Leerlingenvervoer

Gaat je kind naar het speciaal onderwijs? Dan heb je mogelijk recht op leerlingenvervoer. Bijvoorbeeld als jouw kind ver moet reizen om op school te komen. Of als jouw kind niet zelfstandig kan reizen vanwege een ziekte of beperking. In dat laatste geval kun je ook leerlingenvervoer krijgen als je kind op een reguliere (gewone) basisschool zit.

Leerlingenvervoer betekent dat de gemeente het reizen van en naar school regelt. Er zijn verschillende vormen van leerlingenvervoer:

  • Je kind krijgt een abonnement voor het openbaar vervoer. Als je kind niet alleen kan reizen, is het mogelijk dat jij (of de begeleider van je kind) ook een abonnement krijgt.
  • Je krijgt een vergoeding om je kind halen en te brengen.
  • De gemeente zorgt voor vervoer met een bus of een taxi.

Leerlingenvervoer is in iedere gemeente anders geregeld. Ook de voorwaarden verschillen per gemeente. Neem daarom contact op met jouw gemeente voor meer informatie.

Hulp bij regelen van onderwijs bij nierziekte

Vind je het lastig om dit allemaal zelf te regelen? Vraag dan informatie en advies aan de maatschappelijk werker in het ziekenhuis. Je kunt ook hulp krijgen van een cliëntondersteuner. Die kun je inschakelen via de gemeente. De hulp van de cliëntondersteuner is gratis.

Onderwijs thuis en in het ziekenhuis bij nierziekte

Bij langdurige ziekte kan de school een consulent Onderwijsondersteuning Zieke Leerlingen (consulent OZL) inschakelen. Die geeft advies over het ondersteunen van een zieke leerling. Sommige consulenten geven ook zelf les aan kinderen die lange tijd in het ziekenhuis liggen. De school en de consulent bepalen dan samen welke lessen de leerling krijgt.

Voor kinderen die lang niet naar school kunnen komen, is er KPN KlasseContact. De leerling volgt de lessen via een laptop. In de klas staat een speciale ICT-set, zodat er een beeld- en geluidsverbinding is tussen de klas en de leerling. De leerling is op die manier toch aanwezig in de klas, en krijgt dezelfde lessen als zijn of haar klasgenoten.

De aanvraag voor KlasseContact verloopt via de consulent OZL.

Onze deskundigen dragen bij aan betrouwbare informatie.

Martine Besouw, kinderarts-nefroloog

Ellen Agnes Boekel, consulent Onderwijsondersteuning Zieke Leerlingen

Jacqueline Knoll, MANP verpleegkundig specialist kindernefrologie

Roos van Rooij, kinderarts

Annelien Schulp, specialistisch verpleegkundige kindernefrologie

Kennisgroep Zeldzame Nierziekten,

Waarom werken we samen met deskundigen?