Selecteer de tekst die je wilt vertalen en kies 'Vertalen'. Kies vervolgens de gewenste taal. Je kunt de vertaalde tekst beluisteren of lezen.

De WIA-beoordeling bij nierproblemen

Laatste update, 12 juni 2025

Het UWV beoordeelt of je recht hebt op een WIA-uitkering. Je hebt een gesprek met een verzekeringsarts en soms ook met een arbeidsdeskundige. Bereid je goed voor op de WIA-beoordeling (ook wel: WIA-keuring, UWV-keuring). Check de onderstaande tips.

In het kort

  • Het UWV beoordeelt of je recht hebt op WIA.
  • Hiervoor krijg je eerst een medische keuring.
  • Dit heet ook wel een WIA-keuring of UWV-keuring.
  • Een verzekeringsarts beoordeelt of je nog kunt werken.
  • Daarna volgt soms een arbeidskundige keuring.
  • Een arbeidsdeskundige bekijkt wat voor werk je kunt doen.
  • Bereid je goed voor op de keuringen. Bijvoorbeeld door informatie over jouw ziekte mee te nemen.
  • Leg aan de verzekeringsarts uit wat je in het dagelijks leven merkt van jouw nieraandoening. 

Het UWV beoordeelt voor hoeveel procent je arbeidsongeschikt bent. Dit gebeurt met twee keuringen: 

  • een medische keuring door een verzekeringsarts 
    De verzekeringsarts bekijkt wat jij medisch gezien nog kunt. Hiervoor stelt de bedrijfsarts jou verschillende vragen. Soms doet de verzekeringsarts ook lichamelijk onderzoek.
  • een arbeidskundige keuring door een arbeidsdeskundige
    De arbeidsdeskundige bekijkt wat voor werk jij zou kunnen doen, en wat je daarmee zou kunnen verdienen. Met deze informatie bepaalt de arbeidsdeskundige voor hoeveel procent jij arbeidsongeschikt bent.

UWV verzekeringsarts

Bekijk de video van het UWV over het gesprek met de verzekeringsarts.

UWV arbeidsdeskundige

Bekijk de video van het UWV over het gesprek met de arbeidsdeskundige.

Bereid je goed voor op de WIA-beoordeling

Het is te begrijpen dat je niet veel zin hebt in de WIA-beoordeling en andere contacten met het UWV. Waarschijnlijk heb je  weinig energie en als nierpatiënt heb je al veel aan je hoofd. Maar het is belangrijk dat je je goed voorbereidt. Er hangt veel vanaf. Vraag iemand die jij vertrouwt om als buddy op te treden. Oefen een gesprek en laat jouw buddy kritische vragen stellen. Zorg dat je weet wat jouw rechten en plichten zijn.

De volgende tips kunnen je helpen om de beoordeling verder voor te bereiden.

1. Zorg voor goede informatie

Een verzekeringsarts is breed opgeleid. Hij of zij weet alleen in grote lijnen wat chronische nierschade inhoudt. Zorg daarom voor duidelijke informatie over jouw persoonlijke medische situatie. Neem medische gegevens mee, bijvoorbeeld je medisch dossier, een medicatieoverzicht, brieven over de diagnose en behandeling of andere medische informatie van uw behandelaars. Je kunt ook aan jouw nefroloog vragen of die op papier wil zetten wat jouw ziekte inhoudt.

Soms vragen verzekeringsartsen ook zelf informatie op bij de behandelend arts. Dit mag alleen met jouw toestemming.

2. Denk er van tevoren over na wat je wel en niet kunt

Maak de verzekeringsarts duidelijk wat de ziekte voor jou betekent. Bij de keuring gaat het niet zozeer om de ziekte, maar om de gevolgen ervan. Wat kun je niet meer als gevolg van jouw aandoening? Wat merk je er in het dagelijks leven van? Sommige klachten zijn voor jou misschien vanzelfsprekend geworden. Je bent er gewend aan geraakt. Maar het is wel belangrijk om ze te noemen. Een dagverhaal (zie tip 3) kan daarbij helpen.

Denk er ook over na wat je nog wel kunt. De verzekeringsarts is daar vooral in geïnteresseerd. Vertel wel hoeveel inspanning bepaalde activiteiten kosten. En wat je ervoor moet laten om sommige dingen te kunnen doen. Geef aan hoeveel tijd je nodig hebt om te herstellen na een activiteit. Kijk niet alleen naar bezigheden die korte tijd duren, maar ook naar werk dat je een hele dag moet doen. Maak ook duidelijk hoeveel tijd je kwijt bent met de behandeling en het herstel. Een behandeling als dialyse kost veel tijd, en daarna kun je ook nog beroerd zijn.

3. Schrijf een dagverhaal

Een dagverhaal is een verslag van een dag uit jouw leven. Je beschrijft wat je doet, vanaf het moment dat je opstaat tot je naar bed gaat. Zo krijgt de verzekeringsarts een goed beeld van jouw situatie. Op basis daarvan kan de verzekeringsarts bepalen hoeveel jij nog kunt werken.

Beschrijf hoe jouw dag eruitziet. Werk met concrete voorbeelden uit jouw dagelijks leven. Vertel hoe lang jij iets achter elkaar kunt doen, en hoe lang jij nodig hebt om te herstellen. Kies het liefst een dag waarop het wat minder goed gaat! Anders ontstaat er een te positief beeld. Let ook op de volgende zaken:

  • Doe je zelf boodschappen? Doe je dan veel boodschappen in 1 keer, of lukt dat niet? Bij een volle kar moet je veel kunnen onthouden, je weg vinden in de winkel en lang lopen en staan. Je moet zich langere tijd kunnen concentreren op 1 taak. Krijg je hulp bij de zware boodschappen? Vermeld dit allemaal in je dagverhaal. Uit zo’n voorbeeld kan de verzekeringsarts veel informatie halen. Het zegt ook iets over hoe jij functioneert op je werk.
  • Dialyseer je? Noem dan ook de reistijd om van en naar het ziekenhuis te gaan, en de tijd die jij nodig hebt om aan en af te koppelen. Beschrijf hoe je je voelt na het dialyseren en wat je dan nog wel of niet kunt. Veel mensen voelen zich beroerd na een dag dialyseren, en hebben de rest van de dag nodig om tot rust te komen.
  • Doe je peritoneale dialyse? Reken dan ook de tijd mee die je nodig hebt om te wisselen. Vermeld de gevolgen van het meedragen van de spoelvloeistof in jouw buik. Kun je bijvoorbeeld minder goed bukken en tillen? 
  • Ben je getransplanteerd? Vermeld dan de tijd die je nodig hebt om ’s morgens medicijnen in te nemen. Noem bijwerkingen waar je last van hebt.
  • Beschrijf de rustmomenten die je vanwege jouw aandoening moet inbouwen. De verzekeringsarts moet beslissen hoeveel uur per week jij werkzaamheden kunt verrichten. Deze informatie is dus erg belangrijk voor hem of haar.

4. Vraag om een beoordeling volgens het protocol

Bij de beoordeling gebruikt de verzekeringsarts het Verzekeringsgeneeskundig Protocol Chronische nierschade. In dit protocol staat waar de arts allemaal op moet letten bij mensen met chronische nierschade. 

De verzekeringsarts is niet verplicht om het protocol te gebruiken. Maar daar moet de arts dan wel een goede reden voor hebben. Die reden moet in het beoordelingsverslag staan. In de praktijk gebruiken verzekeringsartsen het protocol niet altijd. Sommige verzekeringsartsen weten niet eens dat het bestaat. Vraag de arts daarom of hij of zij het protocol wel gebruikt.

Niet alle artsen kennen dit protocol. Neem het daarom mee naar het gesprek.

5. Ga ontspannen het gesprek in

Misschien voel je je ongemakkelijk bij de keuring, of vind je het onterecht dat je dit moet ondergaan. Dat is begrijpelijk. Het gaat over jouw toekomst. Maar de verzekeringsarts voert de wet uit, niet meer en niet minder. Bedenk dat de arts jouw situatie beoordeelt, niet jouw persoon. Probeer daarom ontspannen het gesprek in te gaan. Je hoeft alleen maar uit te leggen wat de situatie is. Het helpt als je goed voorbereid bent, en al jouw papieren op orde hebt. Als iets niet duidelijk is, is er voldoende ruimte om vragen te stellen.

6. Denk erover na of je iemand mee wilt nemen

Je mag iemand meenemen naar het gesprek. Bijvoorbeeld je partner, een familielid of een vriendin. Of iemand van het maatschappelijk werk of van de vakbond. Doe dit alleen als je je daar prettig bij voelt.

Je kunt het gesprek samen voorbereiden. Maak van tevoren duidelijke afspraken over de rol van degene die met jou meegaat. Wil je dat hij of zij ook vragen stelt, of alleen luistert? Is het de bedoeling dat hij of zij aantekeningen maakt?

Eventueel kun je het gesprek ook opnemen. Dan kun e later terugluisteren wat er is gezegd. Meld het wel aan de verzekeringsarts als je het gesprek gaat opnemen. Doe dit al aan het begin van het gesprek. Sommige verzekeringsartsen vinden dit vervelend en er kan dan een wantrouwende sfeer ontstaan. Je kunt dan overwegen om het niet te doen.

7. Vraag om de medische rapportage

Na de keuring stelt de verzekeringsarts een medisch rapport op. Hierin staat of je nog kunt werken. Ook vult de verzekeringsarts een functionele mogelijkheden lijst (FML) in. Het UWV gebruikt die om te beoordelen welke beroepen jij nog kunt uitoefenen.

Vraag de verzekeringsarts of je de rapportage kunt krijgen. Meestal is deze online in te zien. Staat er iets in wat feitelijk onjuist is? Dan kunt je het nog laten aanpassen.

Gesprek met de arbeidsdeskundige

Kun je volgens de verzekeringsarts nog werken? Dan volgt een gesprek met een arbeidsdeskundige van het UWV. Ook naar dit gesprek mag je iemand meenemen.

De arbeidsdeskundige bespreekt met jou welke beroepen jij zou kunnen uitoefenen. Daarbij houdt hij of zij rekening met de beperkingen die door de verzekeringsarts zijn vastgesteld, en zijn vastgelegd in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML). Op die manier weet de arbeidsdeskundige wat je wel en niet kunt.

Passen deze functies bij jouw gezondheid, opleiding en ervaring? Zeg het gerust als je het er niet mee eens bent. Leg ook uit waarom dat zo is. 

Vraag de arbeidsdeskundige welke hulp en begeleiding je kunt krijgen om weer aan het werk te gaan. Er zijn verschillende mogelijkheden. De arbeidsdeskundige kan je verwijzen naar het UWV of de gemeente.

maatregel praktisch beoordelen

Praktisch beoordelen is een tijdelijke maatregel binnen de WIA-beoordeling. De maatregel maakt het beoordelen van arbeidsongeschiktheid eenvoudiger en sneller. De maatregel praktisch beoordelen geldt voor:

  • als je een WIA-uitkering aanvraagt,
  • en op dat moment nog werkt,
  • en minstens 6 maanden achter elkaar bij dezelfde werkgever werkt.

Herbeoordeling WIA

Het is mogelijk dat je een herbeoordeling krijgt. Dit gebeurt als er iets verandert in je medische situatie. Na een niertransplantatie volgt bijvoorbeeld een herkeuring. Je bent verplicht om het UWV op de hoogte te brengen van veranderingen in jouw situatie. Je kunt zelf ook een herkeuring aanvragen. Bijvoorbeeld als je je veel beter of slechter voelt. Bij de WIA-herkeuring kun je de tips uit dit artikel opnieuw gebruiken.

je krijgt een IVA-uitkering

IVA is voor mensen die 80 tot 100% arbeidsongeschikt zijn, en weinig kans hebben op herstel. Meestal zijn dit mensen die niet meer kunnen werken. IVA is de afkorting van Inkomensvoorziening Volledig en duurzaam Arbeidsongeschikten. De uitkering is 75% procent van het loon dat je als laatst verdiende.

je krijgt een WGA-uitkering

WGA is voor mensen die 35 tot 80% arbeidsongeschikt zijn. En voor mensen die 80 tot 100% arbeidsongeschikt zijn en kans hebben op herstel. Dus: voor mensen die deels nog kunnen werken, nu of over een tijdje. WGA is de afkorting van Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten. Bij WGA stimuleert het UWV je om weer aan het werk te gaan en zoveel mogelijk te werken. Dat betekent dat je naast een WGA-uitkering kan en mag werken.

je krijgt geen uitkering

Het is ook mogelijk dat jouw aanvraag wordt afgewezen. Je bent dan minder dan 35% arbeidsongeschikt. Het UWV vindt dat je kunt werken. Vraag in die situatie een werkloosheidsuitkering (WW) aan bij het UWV. Je hebt dan in ieder geval inkomen, tot je weer een baan hebt gevonden.

Bezwaar indienen

Ben je het oneens met de beslissing van het UWV? Dien dan een bezwaar in. Dit moet binnen 6 weken na de datum van de beslissing. De termijn kan niet worden verlengd. Zorg dat je kunt aantonen dat je het bezwaar op tijd hebt ingediend, bijvoorbeeld door je brief aangetekend te versturen. Bewaar een kopie van de brief, met daarop de datum en tijd.

hoogte IVA-uitkering

Bij IVA is de uitkering 75% van je laatstverdiende salaris. Het gaat om het salaris dat je verdiende in het jaar voordat je ziek werd. Daar zit wel een maximum aan.

hoogte van WGA-uitkering

Bij WGA hangt je uitkering af van jouw laatstverdiende salaris (in het jaar voordat je ziek werd). Daarnaast kunt je zelf geld verdienen met werken. Hoe meer je zelf verdient, hoe hoger jouw totale inkomen is. Werken is dus altijd gunstig.

Het is wel zo dat je na verloop van tijd een herkeuring kunt krijgen. Als het werken goed gaat, is het mogelijk dat jouw ongeschiktheidspercentage omlaag gaat. Dat heeft dan invloed op je uitkering.

Veranderingen in de WIA-uitkering

Verandert er iets in je medische situatie? Je bent verplicht om dit te melden bij het UWV. Het is mogelijk dat je dan een herkeuring krijgt.

Vragen over de WIA?

Heb je problemen met het UWV? Wil je je zo goed voorbereiden op de WIA-beoordeling? Voor een persoonlijk advies kun je terecht bij STAP. Dit is het Steun- en adviespunt van de Nierpatiënten Vereniging Nederland (NVN) en de Nierstichting. Bij STAP werken sociaal raadslieden. Het advies is gratis.

Onze deskundigen dragen bij aan betrouwbare informatie.

Niki van Daal, medisch maatschappelijk werker

Pieter Fluit, advocaat arbeids- en socialezekerheidsrecht

Lieke van Heel, medisch maatschappelijk werker

Hetty Vestjens, medisch maatschappelijk werker

Jeannette van Zee, senior adviseur patiëntbelang Patiëntenfederatie

Sultan Ates, sociaal raadsvrouw STAP

Waarom werken we samen met deskundigen?