Dinsdag 15 augustus 2023 word ik om 5 uur wakker. Ik stap uit bed en gooi de gordijnen open. Ik moet ondanks mijn afkeer aan Rotterdam toegeven dat d opkomende zon op de skyline prachtig is vanuit mijn kamer. Wat een uitzicht denk ik bij mezelf. Om half 6 komt de nachtdienst binnen verbaasd dat ik al wakker ben. Ze vraagt of ik klaar ben voor vandaag en ik lach dat het van mij wel mag beginnen nu. Ze neemt mijn bloeddruk, saturatie en hartslagwaarden op. Geeft me wat handdoeken en zegt dat ze me straks komt helpen met het aantrekken van mijn steunkousen. Ze koppelt het irritante infuus los waar ik vannacht 2x door gewekt ben, omdat hij leeg was en ik kan gaan douchen. Na het douchen trek ik mijn operatieschort aan en poets mijn tanden. Ik app mijn familie die mij succes wensen terug en kan het niet laten een foto mee te sturen in mijn mooie schort.
Zenuwachtig wacht ik in mijn kamer. Ik hoop maar dat mijn man en dochter op tijd zullen komen. De nachtdienst beloofd te zullen wachten tot zij er zijn en ik ze nog gedag heb kunnen zeggen. Dan appt mijn man dat ze er zijn en de nachtdienst haalt ze op. Nog even kan ik ze knuffelen en kussen. Dan gaan de steunkousen aan en moet ik in bed kruipen. Ik word met bed en al over de afdeling gereden en zwaai mijn man en dochter gedag wat heel raar voelt.
De twee verpleegkundigen overleggen bij welke verkoever ze moeten zijn en gokken op 1 van de 2 dichtstbijzijnde. Ik krijg een haarnetje die ik op moet en we rijden naar binnen. Hier word ik opgevangen door een verpleegkundige. Ik had schijnbaar bij een andere verkoever moeten zijn, maar ik mag hier gelukkig blijven. Deze verpleegkundige zal altijd een plekje in mijn hart krijgen na vandaag. Altijd zal ik aan haar en haar rust blijven denken.
We kletsen over haar zoontje van drie en mijn dochter van anderhalf en over hun eigenwijze leuke gedrag. De anesthesioloog komt binnen. Een erg vriendelijke en grappige man. Ook wij kletsen even. Hij zegt me dat ik niet moet schrikken van de hoeveelheid personeel in de OK en verzekerd me dat iedereen daar met een reden is. Ik glimlach en zeg dat ik het over me heen laat komen. Dan is het tijd. Ik wordt naar de OK gerold een vreemde rust daalt over me heen. Dit is het. Nu gaat het gebeuren! Bij de OK moeten er enorme kasten verplaatst worden zodat ik naar binnen kan met mijn bed. Ik verbaas me niet om de hoeveelheid aan mensen. Die vallen me eigenlijk best mee. Ik verbaas me meer om de hoeveelheid aan apparatuur om mij heen in de relatief kleine ruimte.
De anesthesioloog klopt een paar keer op mijn arm om mij gerust te stellen denk ik. Ik lach hem bemoedigend toe waarmee ik hoop duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoeven te maken om mij. Ik moet overstappen op een klein bed met leren bekleding en ik krijg een warmte dekentje over mij heen. Wat is het koud hier denk ik terwijl ik ril. Het is net een koelcel. Al het personeel gaat in een cirkel om mij heen staan. De anesthesioloog stelt zich voor. Dan de volgende en de volgende tot de laatste. Dan verteld iedereen wat hun functie daar die dag zal zijn. Iedereen gaat terug naar hun plek en ik krijg pijnstilling waardoor ik de kamer wat zie draaien. Hierdoor weten ze dat het werkt. De anesthesioloog zegt dat hij me de slaapmedicatie zal toedienen. Het laatste wat ik mij herinner is dat ik kijk naar de lampen boven mij.
Ik wordt gewekt door iemand die mijn naam noemt. Als ik mijn ogen een beetje open heb zie ik de lieve verpleegkundige van vanochtend naast me staan en krijg ik een waterijsje. Hier sabbel ik een paar keer aan voor mijn pijnlijke keel door het intuberen. Wat er dan gebeurd zal ik nooit helemaal begrijpen. Er gaat iets mis en dat zie ik aan de reactie van de verpleegkundige naast me. Ze schreeuwt tegen collega's dat ze direct de OK moeten bellen. Mijn ijsje is weg en zij aait over mijn arm. moet even buiten bewustzijn zijn geweest en snap niet wat er gebeurt. Ze praat in zalvende stem tegen mij dat ze bij me blijft en voor me zorgen zal. Pijn raast door mijn lichaam en ik tril. Weer ben ik even buiten bewustzijn en als ik weer bij kom hoor ik haar roepen en komt de anesthesioloog aangerend die was opgeroepen vanuit de OK. Er wordt geroepen en medicatie toegediend. Ik hoor de verpleegkundige zachtjes herhalen dat het goed komt en ze bij me blijft. Ook de chirurg die in de operatie van mijn ontvanger was komt aangerend. Ik hoor ze ,tussen mijn pijn door, overleggen en uitsluiten dat het interne bloedingen zijn. Dit stelt me gerust, maar de pijn is vreselijk. Ik krijg nog meer medicatie en dan eindelijk zakt de pijn wat weg en kan ik weer ademen. Ik had me niet gerealiseerd dat ik die niet onder controle had. Hakkelend antwoord ik op de vragen van de artsen over de soort pijn terwijl de verpleegkundige verteld dat ik het uitschreeuwde van de pijn en toen buitenbewustzijn geraakt was. Als ik dit schrijf schiet ik nog vol. Dit was een erg traumatische ervaring en ik ben elke dag nog dankbaar dat zij naast me is gebleven. Haar liefde voor haar vak en dus patiënten heeft me zo geholpen.
De anesthesioloog zegt dat ik een morfinepomp moet krijgen en ik deze op mijn kamer moet kunnen gebruiken tegen de pijn die ik heb.
De chirurg verteld dat de nier het al geweldig doet bij mijn ontvanger en ik huil van geluk.
Mijn man wordt gebeld door de lieve verpleegkundige dat er iets mis gegaan was en het nu onder controle is, maar ik dus later op mijn kamer zal komen dan verwacht. Weer krijg ik een ijsje en dan wordt de afdeling gebeld dat ze me mogen halen. Ik zie de verpleegkundige van gisteren die mijn urine en bloed was kwijt geraakt en weet dat ze voor mij komen om me op te halen. Gisteren had hij een beetje een nieuwe indruk op mij en mijn man gemaakt en inwendig kreun ik een beetje als ik hem zie. Als dit maar goed gaat.
De verpleegkundige rijd mij samen met een collega van de afdeling. Hij is aan het kletsen met een collega en rijd mij daarbij bijna tegen een openstaande deur. Ik verga van de pijn door de schok. Op de afdeling aangekomen probeer ik hem duidelijk te maken dat ik pijn heb en ik een pomp zou krijgen. De verpleegkundige antwoord dat ik het eerst maar eens moet proberen met paracetamol. Ik vraag of hij mijn man wil bellen. Dat wil hij niet. Ik moest eerst maar even zitten. Dus vraag ik hem om mijn telefoon en als hij weg is bel ik zelf mijn man. Ik wil mijn man en dochter zo graag bij me hebben nu.
Zij komen binnen en ik kus en knuffel ze allebei door mijn pijn heen. Probeer me groot te houden dat ze niet mijn pijn zien en geef aan dat mijn zusje en zwager ook moeten komen.
Weer vraag ik om zwaardere medicatie die ik niet krijg. Dan komt de aardige FAST-studie arts binnen die aangeeft dat ze me morfine moeten geven en krijg ik eindelijk iets verlichting in mijn alles verzengende pijn. Mijn lichaam staat in brand van de pijn en ik snap er niks van. De arts stelt me wat vragen en verteld me dan dat mijn metabolisme te snel is. Ik heb op de OK een plaatselijke verdoving gehad bij mijn litteken maar dat mijn lichaam dit schijnbaar al verbrand had toen ik op de verkoever wakker was. Dat ik daarom ook nog steeds pijn heb en de paracetamol niet genoeg is. Hij overlegd met de verpleegkundige die bij hem is dat ik gewoon de morfine moet krijgen als ik pijn heb.
Mijn schoonmoeder en schoonzusje komen ook even binnen en ik krijg wat leuke cadeautjes en kaarten voor op mijn kamer. Mijn man en dochter hebben een ballon meegenomen om mijn kamer op te fleuren.
De vrouw van mijn ontvanger en zijn dochter komen langs. Ik zie dat ze een beetje schrikken van de aanblik aan mij en ik probeer ze gerust te stellen. Ik wil niet dat ze zich zorgen maken om mij. Ik wil immers nooit dat mensen zich zorgen maken om mij. Ze vertellen dat de operatie goed gegaan is bij mijn ontvanger en laten een foto zien van mijn ontvanger. Hij zit redelijk rechtop en heeft weer kleur op zijn gezicht. Weer moet ik huilen van geluk. Wat ziet hij er goed uit zeg ik verwonderd tegen zijn vrouw. Ook zij moet huilen en zegt dat ze het daarom wel moeilijk vind om te zien hoe zwaar ik het heb. Ik grap welnee alle kleur die ik nu even kwijt ben is hij rijk en daar deden we dit voor! We lachen allemaal van de ontlading en ik knijp zachtjes in haar hand. Wat ben ik intens gelukkig met deze uitkomst alle pijn is dit waard denk ik bij mezelf.
Mijn zusje kijkt na 3 uur op de gang om te kijken of de verpleegkundige er nog is. Ik wil hem niet weer vragen om medicatie. Elke keer voelt als een strijd waar ik nu geen kracht voor heb. De verpleegkundige van de avonddienst komt lachend binnen en zegt hij is weg hoor. Hij is nieuw verteld ze. Ik vraag of hij morgen ook werkt en of ik dan alsjeblieft een ander kan krijgen en vertel wat er allemaal al mis gegaan was. Hier schrikt ze van. (Hier een lijstje; mijn bloed en urine kwijt, bijna tegen een deur gereden, medicatie geweigerd, man niet willen bellen, bij de bloeddruk controle zei hij dat mijn bloeddruk 163/88 was waarbij ik hem moest wijzen op het feit dat het 136/88 was, was aan het bellen met anderen in mijn kamer zonder mij hulp te bieden en zo nog wat dingen die ik vergeten ben). De verpleegkundige zegt blij te zijn dit nu te horen en naar haar manager te gaan. Later komt zij terug en geeft aan dat haar manager zijn/haar best gaat doen om een ander op mijn kamer te zetten maar niks kan beloven. De verpleegkundige moest hier een mail over sturen ook aan de verpleegkundige die ik niet meer wilde. Ik bied mijn excuses aan dat zij hier nu tussen zit. Dit was niet mijn intentie.
Van haar krijg ik gelukkig alle medicatie die nodig is om de pijn dragelijk te houden. Want ondanks de morfine is de pijn nog steeds vreselijk. Gelukkig hoef ik niet uit bed om te plassen, want ik heb een katheter. Ik zou niet weten hoe ik dat zou moeten doen nu namelijk.
Alle visite is vertrokken en ik val in een onrustige slaap waar ik meermaals uit wakker wordt van onder andere de pijn, lege infuuszak en volle katheter.