De afgelopen weken heb ik zelf gemerkt dat je ook moe kunt zijn van de ziekte van iemand anders. Dat als je mantelzorger bent, zoals ik voor mijn moeder, je elastiekje soms echt te ver kan worden opgerekt. Ook voor die mantelzorgers willen we er als NVN zijn!
En over het werk van de NVN gesproken: we moeten vooral doorgaan waar we mee bezig zijn. Dat was de uitkomst van een recente enquête onder onze leden. Ook aan de discussietafels tijdens de algemene vergadering in april werd dit onderschreven. Met hier en daar opmerkingen over verbeterpunten (aandacht voor vrijwilligers, donoren en mantelzorgers). Die positieve feedback sterkt ons.
En ik vind het fijn dat een groot aantal NVN-leden zich heeft opgegeven voor de klankbordgroep die meedenkt over hoe samenwerking met de Nierstichting nog beter kan worden ingevuld. Ook goed dat onze leden terugkoppelen dat zij die samenwerking eigenlijk heel logisch vinden. Want ook hier geldt: sámen kunnen we meer bereiken in het belang van mensen met een nierziekte.
Onlangs startte een tweede project, waarbij ‘samenwerken’ centraal staat: 1 + 1 is meer dan 2, een project waarin we onderzoeken hoe de NVN en de regionale nierpatiëntenverenigingen elkaar nog beter kunnen aanvullen en versterken. Want ook als je op regionaal niveau goed doet voor een ander is het belangrijk dat dit energie geeft in plaats van dat het energie kost.
Samenwerking maakt mogelijk dat je iets bereikt wat je alleen níet kunt bereiken. En de wetenschap dat als jij iets niet kunt, de ander het voor je oppakt en je er dus niet alleen voor staat: dat werkt ook. Samen sterk. Ook als regionale nierpatiëntenverenigingen én de NVN.
Deze column verscheen ook in ons tijdschrift Wisselwerking.