In het kort
De nieren filteren afvalstoffen uit het lichaam en bestaan uit ongeveer een miljoen kleine filtertjes. Deze nierfilters halen afvalstoffen, water en een teveel aan zout uit het bloed en laten andere stoffen, zoals eiwitten, juist in het bloed zitten. Na de geboorte komen er geen nieuwe nierfilters meer bij en te vroeg geboren baby’s hebben daardoor minder nierfilters. Dit geldt ook voor baby’s waarbij sprake is van een ontsteking rondom de geboorte. Doordat er minder nierfilters zijn aangelegd, moeten de andere filters ter compensatie harder werken, waardoor onder andere hoge bloeddruk ontstaat. Ook slijten de filters sneller, waardoor er een aanzienlijk groter risico ontstaat op nierschade en nierfalen. Als gevolg hiervan kan dialyse of niertransplantatie uiteindelijk noodzakelijk zijn. In Nederland wordt 7 procent van de kinderen vóór 37 weken geboren, dit zijn ruim 11.000 kinderen per jaar. Deze kinderen lopen risico op nierschade.
Schade op lange termijn
Om gezondheidsproblemen later in het leven voor te zijn, gaat Michiel Schreuder (hoogleraar Kindernefrologie, Radboudumc) onderzoeken hoe de nieraanleg kan worden gestimuleerd bij het te vroeg geboren kind. “Het aantal nierfilters bij geboorte is allesbepalend voor de nierfunctie voor de rest van het leven. Daarom ben ik blij dat we met hulp van de Nierstichting kunnen onderzoeken hoe we de ontwikkeling van deze nierfilters kunnen stimuleren, zodat we de mogelijke schadelijke langetermijneffecten kunnen beperken”, aldus Schreuder.