Helaas pakte dat heel wisselend uit: soms kregen de niertjes veel cysten, soms weinig en vaak kregen ze helemaal geen cysten. Daar kun je niets mee als je nieuwe medicijnen wilt uitproberen op zo’n mini-niertje.
Onze conclusie is dat we simpelweg nog niet goed genoeg begrijpen hoe cystenieren ontstaan om deze aandoening natuurgetrouw te kunnen nabootsen in een miniatuur-nier. Daarom richten we ons nu op een eenvoudiger model voor het testen van medicijnen, met maar één type niercel.’
De ontwikkelingen gaan tegelijkertijd hard. ‘Sinds kort zijn er bedrijven die gespecialiseerd zijn in het maken van 3D-celkweken en mini-organen, speciaal ontworpen voor medicijnonderzoek op industriële schaal’, vervolgt Richard. ‘Een bedrijf in Leiden ontwikkelt 3D-gelballetjes waarin niercellen groeien die cysten maken. Daar kun je snel en betrouwbaar veel stoffen op testen.
Een ander bedrijf, ook in Leiden, maakt een kidney-on-a-chip. Dat is een kunstmatig plaatje met daarop eenvoudig nierweefsel van een beperkt aantal soorten cellen. Het weefsel krijgt kunstbloed ‘aangevoerd’ en er is ruimte voor de afvoer van ‘urine’. Wereldwijd wordt veel gewerkt aan kidney-on-a-chip. De vooruitgang is fantastisch en ongekend. Zodra zo’n bedrijf iets heeft gevonden wat werkt voor ons, pakken wij de mini-niertjes weer op in onze zoektocht naar nieuwe medicijnen. Want dat er nieuwe medicijnen gevonden worden voor nierziekten, is hard nodig. Zeker bij cystenieren.’
Tekst: Berber Rouwé